Hoofdstuk 4.

15 2 0
                                    

POV WELMOED

Iedereen kijkt vol angst naar meneer Avond.

'Jij daar.' Avond wijst naar een paar plekken voor mij.

Thirsa.

Ze begint te huilen. Eerst zachtjes, daarna harder.

Avond geeft geen krimp en gaat verder.

'En jij ook maar, aan jongens hebben we niks hier.'
Hij wijst Emma aan.

Zij, in tegenstelling tot Thirsa, verrekt geen spier.

'En dan nog maar eentje denk ik. Jij daar.'
Verbaast kijk ik achterom, om tot de ontdekking te komen dat ik achteraan zit.

'Ik?' vraag ik verbaast.

'Ja, jij, heb je daar een probleem mee? Dacht het dus niet, nee. Kom allemaal maar even naar voren dan krijgen jullie wat uitleg. De rest: doe wat je wilt maar blijf in godsnaam stil en in dit lokaal.'

Iedereen knikt langzaam en haalt een iPad tevoorschijn.

Thirsa, Emma en ik lopen naar voren, Emma met haar arm om Thirsa heen.
Thirsa is wel overdramatisch hoor, we weten nog niet eens wat de bedoeling is.

Meneer Avond wenkt ons om buiten het lokaal te komen.

Ik kijk uit de ramen in de gangen, maar wonder boven wonder is alles pikzwart.
Geen enkel silhouet, geen schaduw is te herkennen. Hoe laat is het wel niet?
Alsof ze mijn gedachten kan lezen haalt Emma haar mobiel tevoorschijn.

33:98 staat op het felverlichte scherm. Hier klopt iets niet.
Het wordt hoe langer hoe enger.

Ik zie dat Avond Emma even apart neemt en haar een zwart koffertje overhandigd. Daarna komen ze allebei weer bij Thirsa en mij staan.

'Luister, kinderen,' fluistert Avond, 'ik wil jullie niet bang maken, maar er kunnen vreemde dingen gebeuren op momenten als deze.'

'Momenten als deze?' vraagt Thirsa.

'Vrijdag de dertiende,' mompelt Emma, 'het is vrijdag de dertiende vandaag.'

'Precies,' bevestigt Avond, 'en jullie moeten weer even het licht aanzetten, kan prima toch? Vergeet Niels niet trouwens, we willen niet dat hij óók gevaar loopt- niet dat jullie wel in gevaar zijn hoor. Jullie moeten binnen een uur terug zijn voordat het eh... anders wordt.'

Ik kijk Emma kort aan: die heeft er zin in, spanning glinstert in haar ogen.
Thirsa kijkt nog steeds doodsbenauwd, maar wat is het nou voor moeite om even het licht aan te zetten? En Niels is waarschijnlijk gewoon in de aula ofzo.

'Waarom doen de leraren het licht niet aan?' vraag Emma.

Alledrie kijken we de knappe Fransleraar aan.

'Hier hebben jullie een kaart van het gebouw, en het lichtskastje is rood omcirkelt.' Avond geeft mij een oude, gele kaart alsof die uit de middeleeuwen komt.

'Meneer,' vraagt Emma weer, 'waarom doen de leraren het licht niet aan?

'Eh, veel succes,' mompelt Avond voordat hij de klas weer ingaat en de deur dichtdoet. Snel lopen we naar het raam, maar Avond grijnst naar ons als hij de deur op slot zet.

'Perfect,' zegt Emma sarcastisch, 'nu zijn we lekker op onszelf aangewezen.'

'Gaat het wel Thirsa?' vraag ik, maar Thirsa antwoordt niet.
'Wat zit er in die koffer?' vraag ik wijzend naar de zwarte koffer in Emma's hand.

'Niets, ik mag het niet zeggen.'
Ook leuk.

'Waar moeten we naartoe?' vraagt Thirsa dan.

Voor het eerst kijk ik echt goed op de kaart, om tot de ontdekking te komen dat dit geen normale kaart is.

Kamer 422Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu