Hoofdstuk 1

164 6 2
                                    

Komaan, nog 500 meter. Je kan het, ik geloof in je! Let op je ademhaling Louise. Net als vroeger. 1,2,3,4 uitademen, 1,2,3,4 uitademen. Je bent er bijna, komaan nog 100 meter, een kwestie van seconden.                                                                                                                                                                        Terwijl ik over de finish loop, kijk ik om naar de twee personen die achter me lopen. Juan is er bijna, Fran zie ik nog niet. Ik voel de stekende, brandende pijn in mijn milt weer opdringen. 'Goed gedaan Louise, drie minuten sneller dan de vorige keer', Hoor ik de leerkracht zeggen. Ik knik terwijl ik heftig in- en uitadem en ik proef  iets raars in mijn mond. Het is net als ijzer en bloed, samengemengd tot één iets dat uit mijn droge, schorre keel komt. Ik ren naar de bosjes en geef over."Gaat het?" , Hoor ik de bezorgde stem van Bo achter me. Ik wil liegen, net als ik alle andere keren, maar ik kan het niet. Ik weet dat er iets niet klopt. Ik bedoel: Ik slaap enorm veel en toch ben ik nooit uitgeslapen, vroeger kon ik goed lopen, en nu heb ik moeite met vijf kilometer. Ik heb moeite met het oplopen van de trap en ik moet vaak overgeven, gisteren zelfs bloed."Nee, het gaat niet", Geef ik met een schorre stem toe. "Moet ik wat water brengen? " "Nee, het gaat wel, ga je maar omkleden anders ben je nog te laat in filosofie en je weet hoe Deroo is. " Bo knikt en loopt naar de kleedkamers. "Louise!" , roept ze. "Ja", schreeuw ik terug. "Wacht jij op Fran?" Ik knik en ga terug naar de finish. Mijn ogen scannen de piste en ik zie dat fran nog een halve tour moet lopen. Ze is noite goed geweest in sport, zeker niet in uithouding. Ik zoek een schaduwplekje op en neem mijn flesje water. Gulzig begin ik te drinken om die brakke smaak uit mijn mond weg te krijgen. "Gaat alles goed met je Louise? ", hoor ik vanhove boven mijn hoofd vragen. Hij is de eerste sportleerkracht die ik niet haat en geloof me, dat wil veel zeggen! "Het gaat wel, mijn conditie is gewoon superslecht de laatste tijd", beantwoord ik zijn laatste vraag. Ik lieg, alweer. Het is de gemakkelijkste vraag om te beantwoorden en tegelijkertijd de moeilijkste om eerlijk de beantwoorden. "Ik zie dat er iets niet klopt, Louise. Ik weet dat je hier gemakkelijk een tijd van 24 minuten kan neerzetten en je loopt er 33. Je bent bleek, je hebt donkere wallen onder je ogen, je bent enorm vermagerd.." "Ja,  ik snap het", onderbreek ik hem. Ik weet ook wel dat er iets niet klopt, maar hij beschrijft me als een geest, een spook. "Hoelang is het al zo, Louise?" "Enkele weken" zeg ik. Ergens is het wel waar, 2 maanden zijn 8 weken dus..."Ben je al naar de arts geweest? " "Nee, het is gewoon één of ander stom virus. Ik moet gewoon eens lang slapen en uitrusten, maar we hebben nu zoveel werk dus ik wacht nog tot na de vakantie." Ik gebruik exact dezelfde woorden als de woorden die ik gebruik om mezelf gerust te stellen. De examens zijn bijna, ik moet veel leen, ik ben gewoon oververmoeid." De exames starten binnen twee weken, Louise, je kan toch niet meer zo lang wachten!" "Jawel, het zal wel niet op die weken komen." Ik zie dat hij nog wat wil zeggen, maar op dat moment komt Fran over de lijn en ik gooi haar flesje water naar haar toe. Zelf blijf ik zitten, ik zit net zo goed... "Goed gelopen Fran!", roep ik en ze glimlacht en komt naar me toe. "Thanks ik ben wel weer de laatste, maar ik heb één minuut sneller gelopen, maar jij hebt toch ook sneller gelopen. Ik heb je niet voor me uit zien lopen." "Ja drie minuten sneller""Wow proficiat!" Ik grinnik en sta op. Shit te snel, ik zie allemaal zwarte vlekken met gele puntjes voor mijn ogen en ik voel dat ik geen evenwicht meer heb. "Gaat het Louise?" vraagt Vanhove bezorgd. "Ja", lieg ik. "Mijn veter zit niet goed"terwijl ik nog altijd niets zie, buk ik naar me schoen en pruts ik aan mijn veter. "Klaar", glimlach ik als de zwarte vlekken aan het verdwijnen zijn. Ik kijk naar mijn schoen en zie dat ik de veters uit elkaar gekregen heb. Damn, nu kom ik echt geloofwaardig over! Ik sta op en zie Fran en Vanhove naar me kijken. "Eum, je schoen is nu open Lou", zegt Fran. "Eum, weet ik, dat was de  bedoeling, mijn schoen zat te strak." Ik zie dat ze het allebei niet geloven, maar ik kan echt niets anders verzinnen. "Ow...Kay...?" , zegt Fran en ik glimlach. "Kom, anders  missen we filosofie" Fran komt met me mee en ik ga als eerste naar binnen. Ik kijk achterom om iets te vragen aan Fran, maar ze staat stil en kijkt achter zich. Ik volg haar blik en zie meneer Vanhove staan met een bezorgde blik op zijn gezicht. Fran knikt en draait zich dan weer naar me toe. Ze begint vrolijk te praten en ik voel dat ze met iets zit, maar ik ga er niet op in. 

Before I dieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu