Liam en ik lopen samen naar de kamer die aan het einde van de gang is. Boven de deur hangt een bordje "Room 324" en mijn hart begint sneller te kloppen. Straks herken ik haar niet meer, straks ziet ze er niet meer uit zoals vroeger. Straks is haar hoofdt bond en blauw, zitten er slangetjes overal. Ik krijg een verschikkelijk beeld voor me. " Everyting oke?" Vraagt Liam aam me. "Yeah" andwoord ik droog. Ik leg mijn hand op de deurklinkt en duw hem langzaam naar beneden. Ik zucht nog een keer diep en duw de deur naar voren. Ik kijk naar het ziekenhuisbed en zie daar mijn zus Nell. Met grote passen loop ik naar haar toe terwijl er een traan ontsnapt uit mijn ooghoek. "Nell" fluister ik zacht. Je ziet haar hart zachtjes kloppen maar verder beweegt ze niks. Ze ziet erg bleek en op haar voorhooft is een grote schram te zien. Verder heeft ze een deken over zich heen. Er ontsnappen meer tranen en ik voel een hand op mijn schouder, even denk ik dat Tim terug is om me te omhelsen. "Sshhh" hoor ik zachtjes de stem van Liam zeggen.Verdrietig kijk nog een keer naar Nell. Ja, ze is nog preccies hetzelfde, Haar blonde haren vallen over haar schouders en haar ogen en haar lange wimpers zijn gesloten en haar mond ademd zacht. Ik snik nog een keer en ga zitten op de stoel die naast het bed staat. Ik voel de ogen van Liam op me branden en kijk hem dan aan. "I have to go now" zegt hij zacht. Ik knik en kijk weer naar Nell. "Can I have your number" Hij kijkt me aan en ik knik weer. Ik geef hem mijn mobiel terwijl ik Nell's hand pak en zachtjes over haar koude vingers wrijf. Ik hoor een zachte "Bye" en dan sluit de deur. "Nell" Fluister ik weer. "Waarom jij?" snik ik. "Jij verdient het niet om hier te liggen!" ga ik verder. "Ik heb zoveel vragen Nell, maar die vragen kunnen niet beantwoord woorden, Jij ligt hier en Tim is weg. Mama is dood en papa is van de aardbol verdwenen. Wat moet ik nu?" fluister ik zacht. "Wat moet ik nu?"
Ik word langzaam wakker en het licht schijnt vel in mijn ogen. Ik rek me langzaam uit. Ik zie Nell nogsteeds bewegenloos liggen. Ik zucht diep en sta op. "Goedemorgen Nell" zeg ik met mijn schorre ochtendstem. Ik geef haar een kus op haar koude wang en loop dan richting de deur. "Ik ga Fran en Bo maar even bellen denk ik" zeg ik. En ik loop de deur uit. Ik loop het ziekenhuis uit en ga zitten op een bankje. Ik toets het nummer van Bo in en hij word meteen opgenomen. "LOUISE!, WAAR BEN JE? WAT IS ER GEBEURT?" roept de bezorgde stem van Bo door mijn mobiel. "Bo? Ik ben in Londen, en er is zoveel gebeurt. Ik stap morgen meteen de eerste en beste vlucht weer terug naar Nederland en dan kunnen we praten" zeg ik rustig terug. "Oke, is goed" zegt Bo terug. "Ik geef het door aan Fran!" "Bedankt Bo " zeg ik dan. En dan sluit ik het gesprek af. Ik sta van het bankje op en begin wat te lopen. Mijn maag begint te knorren en ik glimlach. Tijd voor mijn ontbijt. Ik loop richting een klein cafetje en loop naar binnen. Het ziet er gezellig uit en ik ga aan een tafel zitten naast het raam. Er komt een meisje naar me toe van ongeveer mijn leefdtijd en vraagt wat ik wil hebben. A toast and tea vertel ik haar. Ze knikt en schrijft iets op haar blaadje. Ik kijk uit het raam en zie verschillende dingen. Een man die probeert zijn stropdas goed te doen, een klein meisje die naas school loopt met haar schooltas, een jongen die een te sterke hond uitlaat en een vrouw die valt van de fiets. Plots komt er iemand tegenover me zitten van het tafeltje. Ik kijk ernaar toe en zie Liam zitten, de jongen die me geholpen had om naar Nell te gaan. Ik glimlach naar hem. "Hey" zeg hij. "Hai" zeg ik terug. Het meisje zet mijn tostie en mijn thee neer en gaat verder met haar werk. Langzaam eet ik mijn tostie terwijl ik een goed gesprek heb met Liam.