16) Remus

1K 70 24
                                    

Later die avond zit ik samen met Padfoot, Prongs en Wormtail in onze slaapkamer.
'Nou Moons, je hebt wel weer geluk!'
Ik lach schamper. 'Weer? Ik ben op mijn vierde gebeten door een weerwolf, ik heb nooit gelukt gehad!'
De jongens lachen.
'Trouwens,' zeg ik met een grijns. 'Volgens mij waren Wormtail en Padfoot aan de beurt om de keuken te plunderen.'
Sirius rolt met zijn ogen. 'Ik ga al, ik ga al.' Met een zucht staat hij op. 'Kom Worms.'
Peter pakt de onzichtbaarheidsmantel en loopt de slaapkamer uit.

James gaat naast me op bed zitten. 'Dus.' Zegt hij met een knipoog. 'Jij en Sarah.'
Ik begin te blozen maar verman me. 'Wat is daar mee?' Vraag ik zo nonchalant mogelijk.
'Jullie zijn helemaal hoteldebotel.'
Ik grinnik. Prongs heeft wel een punt, ik kan nergens anders meer aan denken.
Ik wil elke minuut van elke dag bij haar zijn. Met mijn arm om haar schouder en mijn lippen op de hare.
Morgenochtend kan ik pas weer naar haar toe. Nog negen lange, onverdraaglijke uren tot ik haar hand weer kan pakken, en haar glanzende, goudblonde haar weer kan ruiken.

Na een halfuurtje staan Padfoot en Wormtail triomfantelijk in de deur opening. 
'Tadaa!' Sirius houd een zak vol chocola voor mijn neus. 'Pak maar.'
Ik schud mijn hoofd. 'Nee, ik moet gaan. Mag ik de mantel?'
Met opgetrokken wenkbrauwen geeft Wormtail me de mantel. 'Jij zegt nee tegen chocolá?!'
'Er is iets waarvan ik meer hou dan chocola.' Zeg ik met een glimlach, en ik loop de kamer uit.

Niet zoveel later sta ik voor de deur van de ziekenzaal. Krakend gaat de deur open en ik glip snel naar binnen.
Gelijk zie ik haar liggen.
Met het licht van haar toverstok leest ze het boek dat ik voor haar had achtergelaten.
Een golf van blijdschap stroomt door mijn lichaam en ik loop zachtjes naar haar toe.
'Hé.' Zeg ik als ik binnen gehoorsafstand ben.
Verschikt kijkt ze op. 'Oh, jij bent het.' Zegt ze met een glimlach. 'Hé.'
Ik kus haar liefkozend en ga op de rand van haar bed zitten.
'Wat doe je hier eigenlijk?' Vraagt ze.
'Ik wilde je zien.'
Ze begint te blozen.
'W- eh, wil je naast me komen liggen?' Vraagt ze bijna fluisterend.
Ik grijns. 'Natuurlijk!'
Ik ga naast haar liggen met mijn arm om haar middel.
Haar haar zit in mijn gezicht, maar dat maakt me niet uit.
Ik doe mijn ogen dicht en adem diep in.
Ze ruikt naar zomer regen.
We liggen een tijdje stil en zeggen niets.
Dan doe ik mijn mond open. 'Sarah?'
Ze draait zich naar me toe. 'Ja?'
'Ik hou van je.' Zeg ik.
Ze kijkt me aan. Dan verschijnt er een glimlach op haar gezicht.
'Ik hou ook van jou, Remus Lupin.'

Sweaters and chocolate: a Remus Lupin FanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu