9) Sarah

1.2K 72 11
                                    

Het is nu alweer twee weken geleden sinds ik met Remus op de steiger heb gezeten.
Twee weken sinds ik voor het laatst met Jane heb gepraat.

Remus is de afgelopen 14 dagen heel lief voor me geweest. We hebben bijna al onze tijd samen doorgebracht.

Vandaag ga ik samen met hem naar Hogsmeade.
Ik doe mijn sjaal om loop naar buiten.
Remus is al op me aan het wachten.
'Hey Saar!' Hij omhelst me.
'Heey!' Zeg ik blij.
Samen lopen we naar het dorp.

Als we bij The Three Broomsticks zijn komen we James, Sirius en Peter tegen.
'Moony!' Sirius rent blij op hem af.
'Jemig Padfoot, ik heb je vanochtend nog gezien!'
We nemen met z'n vijven plaats aan een tafeltje bij het raam.
Remus staat op om boterbier te halen.

'Dus jij en Moons hè?' Sirius kijkt me grijnzend aan.
Ik glimlach. 'Ja.'
'Hebben jullie al gezoend?' James kijkt me vol verwachting aan.
'Nee.' zeg ik zuchtend. 'Hij duwt me volgens mij steeds weg.'
Peter trekt zijn wenkbrauwen op. 'Echt?'
Ik knik. 'Ik weet niet wat er met Remus aan de hand is.'
James kucht. 'Er is vast niets aan de hand.'

Peter kijkt uit het raam. 'Hé, is het vannacht niet vo- Au Prongs!'
Verbaasd kijk ik Peter aan. 'Wat is er aan de hand.'
Sirius geeft hem een waarschuwende blik.
'Niets.' Zegt Peter.

Rond half zes loop ik samen met Remus terug naar Hogwarts. Het begint al te schemeren.
Hij kijkt zenuwachtig om zich heen en loopt heel snel.
'Wat is er Reem?' vraag ik ongerust.
'Niets, niets.' Mompelt hij. 'Kom, laten we snel terug gaan.'
Hij pakt me bij zijn hand en begint nog sneller te lopen.
'Wacht even! Ik hou je niet bij!' Ik begin te rennen. 'Doe eens rustig!'
Remus negeert me en loopt stug door.
'Remus!' Roep ik terwijl ik stop met rennen.
Hij is al een aantal meter verder en ik kan hem moeilijk zien in het donker.

Dan staat hij ook stil. Hij zegt niets. Het is intussen pikdonker geworden.
Remus ziet er groter uit dan normaal. Voorzichtig loop ik naar hem toe.
'Remus?'
Hij reageert niet.
'Remus, gaat het?'
Ik hoor een licht gegrom vanuit zijn kant komen.
'Remus, laten we naar het kasteel gaan.'
Ik sta nu een meter van hem vandaan.

Hij ziet er anders uit dan normaal. Ik bekijk hem ongerust en dan spring ik achteruit.
Remus is een weerwolf.
Hij loopt grommend naar me toe.
'Remus, ik ben het.' Fluister ik. 'Alsjeblieft. Doe me geen pijn.'
Hij is nog maar een paar decimeter van me verwijderd.
Ik struikel en val op de grond. 'Alsjeblieft.' zeg ik huilend.
Nog een paar centimeter en dan kan hij me pakken. Nog maar een klein stukje.
Ik knijp mijn ogen dicht en bereid me voor.
Ik hoor zijn adem en voel de warmte van zijn lijf.

Toen was hij het opeens weg.
Een  zwarte hond staat  voor me en blafte naar Remus en een groot hert drijft Remus van me weg.

Dan wordt het me allemaal teveel en val ik flauw.

Sweaters and chocolate: a Remus Lupin FanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu