Warrior Cats Beauty's Reis

Hoofdstuk 7

'Wakker worden Schemer.' Snorde Jace zacht. Schemerval opende haar ogen en keek Jace aan. Jace keek haar even lang aan.  'Beloof je dat je nooit weg zult gaan?' Murmelde hij. Schemerval keek hem liefdevol aan: 'tuurlijk. Zal het proberen' Snorde ze. Jace keek weg: 'en als Zonneval komt?' Schemerval verstarde en vermaande daarna: 'Die vind ons hier toch niet.' Jace bestudeerde haar kort. 'Ik zag dat je bloemen geplukt had.' Schakelde hij over naar een ander onderwerp. Schemerval snorde instemmend. 'Staat leuk toch?' Jace knikte. 'Maar wanneer vertel je me de echte waarheid?' Grijnsde hij. Schemerval reageerde niet en mauwde: 'Ken je een zwerfpoes hier in de buurt waarvan haar Kits pas gestorven zijn?' Jace knikte. 'Ze heet Belle.' Mauwde hij. 'Kun je haar halen?' Informeerde Schemerval. 'Natuurlijk, boskat.' Snorde Jace. Schemerval stond even stil en glimlachte daarna. Ze keek Jace na en trippelde daarna weer naar boven. Ze pakte een muis, liep weer naar beneden en at het op. Het leek manen te duren voor Jace terug kwam maar eindelijk hoorde ze mauwen en kwam Jace met Belle binnen. Belle nam meteen het woord: 'Jace heeft me alles verteld, en ja ik zal het doen.' Schemerval gaf haar vriendin een snorrend kopje ter begroeting. 'Ik moet jullie waarschuwwen namens zwerfkatten uit de tweebeenplaats. Een groep onbekende katten is ons terretorium binnen gedrongen.' Mauwde Belle ernstig. Schemerval keek weg. 'Het is tijd.. ik voel het.' Murmelde ze.
-----------------
'Hazel! Flin! Iris!' Riep Schemerval verontwaardigt uit. Iris leek als een druppel water op Schemerval. Hazel had een mini trekje van Belle -gelukkig- en Flin leek sprekend op zijn vader. Iris keek haar moeder aan: 'zijn de geenvachten eng?' Vroeg ze. Belle en Schemerval schudden hun kop. 'Let wel, Belle is jullie moeder als hier vreemde katten komen, oké?' Mauwde Schemerval steng. 'Ja Schemerval.' Piepte Flin voor hij zich weer op zijn zusjes stortte. Een schaduw viel over de ingang van het hol. Jace sprong blazend overeind en viel de kat aan. 'STOP!!' Gilde Schemerval en Belle tegelijk. Beide katten lieten elkaar los. Twee andere katten trippelden achter de kat aan.
'Z-zonneval?!' Rilde Schemerval. Droomwolk stapte naar voren: 'je moet mee terug.' Flin zette zijn haartjes woedend op. 'Zeg hoor is..' piepte hij kwaad.  'Wie zijn kits zijn dat?' Siste Zonneval. Jace blikte weifelend naar de twee poezen. Belle haalde diep adem en stapte naar voren. 'Van mij.' Mauwde ze. 'Dit zijn Hazel, flin en Iris.' Iris boog sierlijk haar kop. Schemerval zette haar haren op. 'Hoezo moet ik persé mee?!' Schold ze. Zonneval keek Schemerval rustig aan. 'Kijk me niet zo aan, haarbal!' Raasde Schemerval. Jace keek met grote ogen toe. En de kittens doken achter Belle ineen. Lins stak zijn kopje op en siste 'Zwerfkatten' Hazel rolde met haar oogjes. 'Boskatten.'  Wees ze haar broer terrecht. Hommelval bestudeerde de kleintjes en snorde: 'Mooie kits...?' Belle knikte en snorde terug: 'ja, ik had geen andere gewilt.' Droomwolk keek ongemakkelijk, Belle ving haar blik op en trippelde op haar af. 'Het is oké, de sterrenclan weet dat jullie twee voor elkaar bestemd zijn.' Zonneval fronste zijn wenkbrauw maar zei niks. Jace blikte naar Schemerval. 'De bezoekers zullen vast trek hebben, Schemerval en ik zullen wat prooi voor ze pakken.' Mauwde hij behoedzaam. Schemerval sprong overeind: 'ja.. tuurlijk, laten we gaan. En nee Hazel, jullie blijven bij jullie moeder.' Mauwde ze streng toen de kitten aanstalte maakte om ook mee te gaan. Belle riep haar kits bij een en Droomwolk en Hommelval schoven bij hen aan. 'Wij hebben een keer een vos in ons kamp gehad..' begon Hommelval. 'Ja! Vertel ons daar over!' Schreeuwde Lins. Hommelval grijnsde en knikte. De katten gingen liggen en Hommelval begon met een gedempte stem zijn verhaal: 'Het was een duistere koude nacht..' Schemerval hoorde zijn woorden wegsterven terwijl ze naar boven trippelden. 'Kunnen we praten?' Vroeg ze aan Jace.
------------------
Zonneval zwiepte met zijn staart. Hoezo duurt dit zo duivenhart lang?! Hij besloot een kijkje te gaan nemen. Ineens hoorde hij ze onderaan het houten ding dat naar boven leidde. 'Ze komen je halen Schemer, is dat geen teken voor jou dat je terug moet?' Mauwde Jace. 'Zonneval komt me halen?! Na dit alles?! Een teken is het toch dat als ik weg ga ik alleen wil zijn!' Hoorde hij Schemerval bevend snauwen. 'Is het niet een heel ander teken als hij achter je aan gaat?' Opperde Jace. Zonneval stapte iets naar boven zodat hij net hun gezichten kon zien. Schemerval schudde verwacht haar kop. 'Je weet niet eens waarom ik ECHT wegging!' Wierp ze tegen. 'Ik ging weg vanwege Zonneval! Iedere keer als ik iets vroeg liep hij weg, wist hij niet iets te zeggen of negeerde hij me!' Jace snorde medelevend. 'Hij is voor jou gekomen.' Wees hij haar terrecht. Zonneval kromp ineen. Was dit zijn schuld? Schemerval stond op en zette haar haren op. 'Ik wou WEG, en nu.. ik móét mee terug naar de donderclan. Als Belle hier kan blijven kan ik het ook!' Jace gaf het op en keek weg. Snel stapte Zonneval naar achter. 'Ik kan me zelfs hier niet verstoppen!' Jammerde Schemerval. Jace gaf haar een lik over haar kop. 'Dan sturen we ze toch weg?' Zonneval zette zijn haren woedend overeind, bijna had hij geroepen: weg wezen jij! Ík ben haar partner! Jij niet! Ineens viel hem iets op. Hij voelde zich ijskoud worden. Hij draaide zich om en keek naar Iris, en daarna naar Flin. Daarna keek hij weer naar Jace en Schemerval. Nee! Nee! Dit kan niet! Schreeuwde hij in zichzelf. Hij liet zijn kop hangen. Ze heeft me niet meer nodig. Murmelde hij. Hij trippelde naar Droomwolk en Hommelval en wenkte hen ruw met een ruk van zijn kop. 'Kom mee, we gaan.' Gromde hij. 'Wat hoezo?!' Riep Droomwolk uit. 'Ik zei we gaan!' Snauwde Zonneval. Schemerval en Jace kwamen op dat moment naar beneden. Jace blikte begrijpend naar Zonneval. Zonneval wierp hem enkel een blik vol haat toe. Schemerval kromp ineen. 'Asjeblieft, stop.' Smeekte ze Zonneval. Zonneval keek haar koel aan. 'Wij gaan, en je komt NIET mee.' Brede schok golfde over Schemervals gezicht. 'Wat?! Hoezo niet?!' Snauwde ze. Zonneval keek haar rustig aan. 'Je hebt me gehoord, je bent nu onze vijand.' Nu zag hij Schemervals ogen glinsteren van haat. 'Wel, ga je gang.' Gromde ze. 'Hoe bedoel je?' Vroeg Zonneval verrast. 'Ik bedoel dat ik ook niet meer mee terug GA!' Snauwde Schemerval. Ineens werd het duister om Zonneval heen. Een kat trippelde met pretlichtjes in zijn ogen op Zonneval af. 'Havikval..' siste Zonneval. 'Bedankt voor dit cadeautje, ga vooral zo door, mijn beste neefje.' Snorde hij. Daarna werd alles weer helder. 'Ga weg.' Beval Jace hem. Zonneval blikte kort rond. Hij dook ineen 'nooit' siste hij. Droomwolk sprong voor hem. 'Kom mee Zonneval, we moeten gaan.' Ze duwde hem naar buiten. 'Ik heb het verkloot heh?' Fluisterde Zonneval bedroeft. 'Dat heb je zeker.' Gromde Hommelval.
-------------
Schemerval wenkte haar kits bij een. 'Ik ben het zat, kom mee.' Haar kits knikten benieuwt. 'Waar ga je heen?' Vroeg Jace. 'Weet ik niet, we zien wel.' Antwoorde Schemerval kort. Belle stapte naar voren toe. 'Ik ga mee, we kunnen naar de Rivierclan.' Stelde ze voor. Jace twijfelde: 'ik..' Belle liet een schor lachje horen. 'Jij gaat ook mee. Je bent een muizenbrein als je denkt dat je hier veilig bent voor Schruk en Zonneval.' Jace knikte kort. Schemerval wierp een blik op haar kleintjes: 'Ik draag Iris, Belle jij draagt Hazel en Jace, jij draagt Flin.' De andere twee katten knikten. Allemaal aten ze flink wat prooi en iedereen droeg minstens een stuk prooi. Ook de kits namen een in hun bek. 'Zullen we er welkom zijn?' Vroeg Schemerval gesmoort. Belle knikte: 'Vogelster is altijd al een goede vriendin van me geweest.' Schemerval knikte. Samen vertrokken ze aan de (korte) tocht naar de Rivierclan.
'Hey, het is zonhoog.' Merkte Flin al hangent op. Zijn vader knikte. 'Vanavond zul je voor het eerst ook de zilverpels zien.' Snorde hij. Hazel spitste haar oortjes.'Land in zicht!' Riep ze. 'Maak je klaar voor een gevecht!' Gilde Flin. Iris mompelde wat. 'Alles oke?' Vroeg Schemerval haar vriendelijk. Iris friemelde zich rond en keek omhoog. 'Ja hoor, maar zijn daar kittens om mee te spelen?' Vroeg ze. Schemerval haalde haar schouders op. De ingang van het Rivierclankamp werd steeds groter. Schemerval zette Iris neer. 'Het laatste stuk lopen jullie. En gedraag je!' Berispte ze haar kits. De kleintjes knikten plechtig. 'Hier gaan we..' murmelde Belle met een zucht. Samen stapten de katten verder. Belle richtte zich op en schreeuwde met de wind mee: 'Vogelster! Belle hier!'
Algauw verschenen de figuren van Vogelster en Briesvoet. Vogelsters blik verzachtte bij de doorbleekte kits. Zonder uitleg raadde ze: 'Jullie komen je aansluiten heh? Jullie zijn van harte welkom, volg ons.' Schemerval knikte naar haar dochter, Hazel. 'Dit zijn Hazel, Flin en Iris. Hazel wou u wat geven.' Mauwde ze. Vogelsters ogen schitterden benieuwt en ze keek de kitten aan. Hazel hief haar kop moedig op. 'We hebben prooi voor de Rivierclan mee genomen.' Mauwde ze. 'Wat lief.' Snorde Vogelster. Briesvoet knikte goedkeurend naar de kits. 'Jullie moeder heeft al een clan naam, maar hoe willen jullie heten?' Vroeg ze. 'Stekelkit.' Mauwde Flin abrupt. 'Hazelkit.' Mauwde Hazel simpelweg. Iris keek voor haar uit. 'Ehh.' Vogelster bekeek de kit. 'Zilverkit?' Stelde ze voor. Iris keek met blije opgewonden ogen naar Vogelster. Vogelster sprong op een hoop keien. 'Vanaf nu staan deze kits bekent als Stekelkit, Hazelkit en Zilverkit!' Riep ze. Briesvoet knikte naar Belle en Jace: 'en zij?' Vogelster knikte kort en wenkte de katten naar voren. 'Deze katten zullen bekent staan als Strovlam en Donkerbloem!' De clan riep hun namen in koor. Sacha stond op en knikte naar Schemerval. 'En wat is háár naam?' Vogelster flitste met haar ogen. 'Schemerval..' mauwde Schemerval. De katten mompelden geschokt.  Kwikpoel trippelde naar voren. 'Je bent van de Donderclan, waarom ben je dan weggegaan?' Schemervals blik verduisterde. Verdriet glansde in haar ogen. Kwikpoel scheen het te merken en knikte enkel. Ze liet haar staart even op Schemervals schouders rustten en ging weer naar haar plek. Vogelster keek voldaan rond: 'vannavond is de Grote Vergadering. Kwikpoel, Muisnaald, Leeuwstap, Briesvoet, Schemerval, Donkerbloem, Kinkelvacht en Mistschijn gaan mee. Verder gaan alle leerlingen ook mee.' 'Wie zijn dat?' Fluisterde Schemerval tegen Briesvoet. Briesvoet knikte naar de drie leerlingen aan de zijkant van de groep katten. 'Klitpoot, Lijsterpoot en Taanpoot.' Reageerde ze. Vogelster wenkte haar commandant en Schemerval. 'Kom mee naar mijn hol, ik wil jou hele verhaal horen.' Beval ze. Schemerval knikte en volgde de leider- haar nieuwe leider haar hol in. Het water spijbelde vanuit een rotsspleet in een poel in haar hol, achterin was een ontdiepe zandvlakte waar achter een nest lag. Briesvoet ging op de zandvlakte liggen en Vogelster ging in haar nest zitten. Schemerval ging snel naast Briesvoet zitten. 'Ik ben geboren in de tweebeenplaats..' Begon Schemerval.