Warrior Cats Beauty's Reis

Hoofdstuk 17

'Schemerval! Patrouille!' Hoorde Schemerval Mistpels roepen. 'Ik kom er aan!' Riep Schemerval opgewekt. 'Wat ben jij vrolijk.' Merkte Rivierdauw op. 'Het word bijna Nieuwblad.' Snorde Schemerval. 'Is het erg als ik even bij Droomwolk ga kijken?' Riep Schemerval naar Mistpels. De oudere poes schudde haar kop. Snel dook Schemerval de kraamkamer in. 'Schemerval!' Jubelde Dauwkit. Bloesemkit krabbelde overeind en Hemelkit spitste haar oortjes. 'Hallo, kleintjes.' Snorde Schemerval. 'Ik kom voor jullie moeder.'
Droomwolk hief haar kop slaperig op. 'Schemerval? Sterrenclanzijdank we moeten praten.' Murmelde mijn zusje. Bloesemkit fronstte haar oogjes: 'Worden we aangevallen?' Droomwolk liet een schor lachje horen. 'Jullie mogen misschien nu vijf maanden oud zijn, en jullie zijn schatjes maar al worden we aangevallen, jullie kunnen nog niet mee vechten.' Vertelde Droomwolk. 'Oh.. nou ik ga buiten trainen!' Riep Bloesemkit. Dauwkit sprong ook meteen overeind. 'Ik en Hemelkit gaan ook mee!' Riep ze. Hemelkit knikte en spurde weg. Snel volgden Bloesemkit en Dauwkit haar.

'Dus.. waar wou je over praten?' Vroeg Schemerval nieuwsgierig. 'Toen ik ging bevallen belandde ik in een visioen ofzo..' begon de grijs witte moederkat. 'Wacht, Heidemaan moet dit ook horen.' Mauwde Schemerval.
'Wat moet ik horen?' Klonk het buiten de kraamkamer. 'Kom binnen.' Nodigde Schemerval Heidemaan uit. Al snel stond Heidemaan binnen en ging Droomwolk verder. 'Ik was in een andere clan. Een clan die hier ooit verjaagt was..' mauwde Droomwolk. 'De Hemelclan, hun leider is Loofster. Ik hielp daar de bevalling van ene Bloesemhart en Loofster vroeg me of er nog hier territorium over was. Ik zei ja..' Droomwolk stopte even. 'Heidemaan, Schemerval. Ik ben er van overtuigt dat de Hemelclan hierheen komt. Net als vroeger weer bij ons hoort. Daarom mag Zonnester dat lege territorium NIET op eisen.' Ratelde Droomwolk bezorgt. 'Ik zal het hem zeggen.' Stelde Heidemaan mijn zusje gerust. 'De andere leiders moeten het ook weten.' Kwam Schemerval er tussen. 'Ik zal het Havikster en Vogelster wel gaan zeggen.' Besloot ze. 'En jij, Heidemaan kan naar de Windclan.' Voegde Droomwolk opgewonden toe.
'ik ga meteen.' Schemerval sprong overeind.

'Laat Alle Katten die oud genoeg zijn om hun eigen prooi te doden zich hier onderaan de hogesteen verzamelen voor een clanvergadering!' Schalde Zonnesters oproep buiten de kraamkamer. Schemerval uitte een kreun en Droomwolk barstte in lachen uit. 'Zo te zien moet je nog even wachten, Schemerval.' Snorde Heidemaan. 'Nee.' Schemerval schudde haar kop vast besloten. 'Die Hemelclan kan al onderweg zijn. Iedere minuut telt!' Siste ze. Daarna sprong ze op racete de kraamkamer uit en het kamp uit. 'Ik ga eerst wel naar de Rivierclan.' Besloot ze.
Bij de rivier sprong Schemerval voorzichtig steen voor steen over. 'Hey! Jij! Staan blijven!' Galmde
Leeuwstaps stem over het geruis van de rivier. Verder waren Raafveder, Kwikpoel, Bessebloem en Donderklauw bij haar. 'Eigenlijk..' Begon Schemerval. 'Kwam ik voor Vogelster, Appelstap en Briesvoet. De Donderclan heeft iets ontdekt dat iedere clan moet weten.' Vertelde Schemerval. 'Kom mee dan.' Donderklauw keek nog een beetje achterdochtig maar de andere katten leken ontspannen. Ze hebben die droom toch ook niet gehad? Vroeg Schemerval zich af. 'Hier ergens-' Begon Leeuwstap. 'Is het Rivierclankamp, ik weet het.' Maakte Schemerval haar zin af. Raafveder keek haar bewonderend aan voor hij weer voor zich uit keek. 'Hoe wist je dat? Je bent hier nog nooit geweest.' Ratelde Bessebloem. Nee niet in jou wereld nee.
Al snel liepen ze het kamp in. Vogelster was een vis met Briesvoet aan het delen en keek verrast, ernstig en verrukt op. 'Schemerval!' Snorde ze. 'Het is fijn je te zien.' Vervolgde ze. 'Je komt voor me? Kom maar mee naar mijn hol.' Nodigde ze Schemerval. 'Dit is iets wat Briesvoet en Appelstap ook moeten horen.' Murmelde Schemerval. 'Prima, Briesvoet loop jij maar mee. Kwikpoel, wil jij Appelstap voor me halen?' Vroeg Vogelster. De jonge krijger knikte en snelde weg. Achter Vogelster aan liep Schemerval het Rivierclanleidershol in. 'En nu waar je voor je echt kwam.' Mauwde Briesvoet. 'Er is een vijfde clan.' Gooide Schemerval er uit.
Er volgde een lange stilte.
'Ga verder.' Mauwde Appelstap die net binnen kwam.
'In de tijd van Berkenster leefde er vijf clans in het woud. De vijfde was de Hemelclan. Ik zal het kort houden. Ze werden verjaagt omdat hun stuk territorium nu de tweebeenplaats is. Maar ze komen terug. En ze zullen zich achter het Donderterritorium vestigen. Hun leider is Loofster en hun commandant Scherpklauw.' Eindigde Schemerval. 'De Sterrenclan heeft al die tijd tegen ons gelogen?' Hapte Briesvoet geschrokken.
'Nee, ik denk dat ze zich schaamde voor hun keuze.' Miauwde Appelstap. 'Hoe dan ook, Vogelster je moet het de clan vertellen. En iedereen zal moeten uit kijken naar een grote groep katten.' Vervolgde de Rivierclanmedicijnkat. 'Zal ik doen.' Reageerde Vogelster. 'Ik ga weer, ik moet nog langs de Schaduwclan.' Mauwde Schemerval waarna ze op stond. 'Nee wacht. Ik wil je nog alleen spreken.' Hield Vogelster Schemerval tegen.

'Hoe gaat het in het Duistere Woud?' Vroeg Vogelster toen ze alleen waren. 'We proberen iedereen over te halen. Brompoot van de Windclan haalt ook anderen over. En Nevelwit is voorgoed uitgeschakeld.' Mauwde Schemerval.

'Goed, ga maar gauw naar de schaduwclan toe." Murmelde Vogelster.

Wat later liep Schemerval het Schaduwterritorium in. Ze zette haar vacht op tegen de kou. De struiken ritselde. 'Hallo?' Riep Schemerval.
Enkel een grauw klonk uit de schaduwen. Een oude bekende grauw. 'Wat doe jij hier?' Vroeg Schemerval bruusk. 'Waarom ben je niet terug gekomen? We zijn partners.' Siste de kat. 'Waren.' Kuchte Schemerval. 'Je hoeft niet in die schaduwen te blijven. Kom er uit.'
'Geen zin in.'
'Vroeg ik jou mening?'
'Kom mee terug.'
Schemerval schudde haar kop. 'Nee, dankje. Ik heb hier mijn eigen leven op gebouwd -zonder jou- en het is prima hier.'
'Ik kom ook niet alleen om je terug te halen.' Snauwde de zwarte kater.
'Schiet gewoon op. Ik heb niet de hele dag de tijd.' Mopperde Schemerval.
'Jace is terug in de stad.' De kat wastte zijn oor. 'Wat?' Schemerval verstarde. 'Hey! Jij daar!' Klonk een kwade sis. Schemerval hoefde niet om te kijken om te weten dat het Havikster was. De Schaduwclanleider draafde de struiken uit om de andere kater kwaad aan te kijken. 'Ga terug naar je vuilplaats, schruk.' Grauwde hij vol minachting. Schruk sperde zijn ogen open. 'Wat?' Siste hij. Schemerval voelde een brok in haar keel. 'Je hoorde hem. Verdwijn van dit territorium af.' Gromde ze. 'En dit is ineens jou territorium geworden?' Riep Schruk uit. 'Ik wil je ook een ritje dood in sturen.' Snauwde Havikster. Schemerval spitste haar oren geschrokken: was dit haar Havikster?
De rood bruin gestreepte kater keek Schruk brandend aan. Schruk hield de blik vast, maar het puntje van zijn staart zwiepte. 'Ga, of ik rijt je pels voorgoed open.' Meende Havikster met half dicht geknepen ogen. 'Denk je dat ik bang voor je bent jij-' Begon Schruk met fonkelende ogen. 'Asjeblieft, ga.' Smeekte Schemerval hem. De zwarte kater keek beide katten woedend aan voor hij de struiken in verdween.
'Jou had ik niet verwacht.' Mauwde Havikster uiteindelijk. 'Ik kwam voor jou-- en de Schaduwclan, ik heb een nieuwtje.' Schemerval haalde haar schouders op. Havikster gaf haar een lik over haar kop. 'Het nieuwtje is dat je in verwachting bent?' Snorde hij. Schemerval schudde lachend haar kop en keek daarna weer serieuzer. Ze schraapte met een klauw over de vochtige aarde die nog glinsterde van het rijp. 'Haasstorm en Liefbloem, en haar leerling Distelpoot, moeten dit ook weten.' Hield ze vol. Havikster fronstte zijn wenkbrauwen maar begeleidde Schemerval zorgvuldig mee naar zijn kamp. Schemerval was de kampingangtunnel nog niet uit of ze werd al door de meeste katten begroet. Enkel Schaduwklauw hield zich afzijdig. Hij is een Duistere Woud krijger, besefte Schemerval. We moeten hem overhalen maar hoe? Wat als hij ons verraad? Havikster keek ook bezorgd, alsof hij Schaduwklauw's gedrag ook opgemerkt had. 'Je hebt vast nieuws!' Riep Distelpoot al snorrend uit, haar grijs gestippelde vacht glanstte in het zonlicht. Distelpoot is echt een fijne medicijnkat leerling, kon ze maar bij ons komen. Dacht Schemerval. 'Ja ik heb nieuws,' mauwde Schemerval. 'Is Liefbloem daar?' Vervolgde ze. De leerling knikte. 'Haasstorm is er ook, hij moest wat tijm hebben.' Haar blauwe ogen twinkelden geamuseerd. 'Mooi,' miauwde Havikster. Snel renden we het hol in, en nadat ze begroet werd begon Schemerval wéér aan het zelfde verhaal. 'En ze komen te wonen achter het donderterritorium, wat een beetje aan jullie grens ligt.' Eindigde ze. Haasstorm sloeg zijn klauwen in de aarde. 'Ze zijn vast met een reden verjaagt! We zouden ze niet welkom moeten heten!' Siste hij. 'De tweebenen namen hun territorium in. Ze hebben er een kloof in gemaakt, Misja zei me dat de bomen daar ziek waren maar dat er nieuwe geplant waren -- die er nu dus staan,' Schemerval nam even een pauze. 'De Hemelclan moet warm verwelkomt worden.' Kaatste ze terug. Liefbloem streek met haar staart over Schemerval's rug. 'Ik ben het met de jonge poes eens.' Vertelde ze. Distelpoot en Havikster murmelden instemmend. Haasstorm liet zijn vacht met duidelijke tegenzin weer liggen. 'Wanneer vertellen we het Schaduwclan?' Krastte hij. 'Straks, als Schemerval weg is.' Mauwde Havikster voor hij me een lik gaf. 'Ga maar gauw, anders heeft je clan door dat je weg bent.'