4. Schimmen

9 1 0
                                    

Mijn nachtmerries en mijn masker trokken me naar de bodem van de wereld. Ik verdronk alleen, als een klein onbelangrijk ding.

Schimmen vlogen langs mij heen, te snel om duidelijk te zien, te traag om helemaal te verdwijnen. Ze verschenen en waren direct weer verdwenen. En als de bus eventjes stopte kon ik ze zien lachen, genietend van elk moment voordat de bus verder zou gaan. Voordat ze zouden veranderen in schimmen. Op de bus leek niemand mij te zien. Alsof ik een schim was die snel weer zou verdwijnen, het niet waard was om aandacht aan te besteden. Gewoon een irritante vlek die in hun weg zat. Mijn lichaam was enkel een omhulsel voor een verdwijnende schim.
Dat was ik: nutteloos.

Ik vervaagde als een schim die uitgegomd werd.

Wenen Zonder TranenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu