2. Realiteit

13 1 1
                                    

Ik dacht dat ik leefde in een droom. Totdat ik wakker werd in mijn grootste nachtmerrie.

De realiteit werd steeds erger. Nachtmerries kwelden me niet meer alleen ‘s nachts. Mijn hele leven was gewoon een nachtmerrie. Ik voelde me verloren. Waarom was er geen trein terug naar mijn droomwereld? Mijn slaap wilde me niet meenemen naar het station ‘droom’. Waarom was het een eenrichtingsweg? Waarom bestaan er geen antwoorden op al mijn vragen? Ik had geen dromen in de realiteit. Ik gaf ze ook geen kans. ‘s Avonds huilde ik tot ik geen tranen meer had en bleef wakker tot de zon opkwam. Te bang voor wat de nachtmerries zouden doen als ik ook maar een seconde mijn vlucht zou staken.
Hoe moe ik ook was, ik kon en wilde niet slapen.

Langzaam aan verminderde mijn weerstand en toch kon ik ze niet laten winnen.

Wenen Zonder TranenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu