Hoofdstuk 9 - Twijfels

59 6 1
                                    

Het is de volgende dag. Gisterennamiddag hebben Lore en ik nog een beetje bijgepraat over alles wat ik niet meer weet. Ze heeft me nog over Bram verteld en ook over mijn vriendinnen, zodat niemand kan merken dat ik hun eigenlijk niet meer ken. Bij Lore had ik wel het gevoel dat ik haar kon vertrouwen en het haar kon vertellen. Ik heb liever dat zij voorlopig de enige is die het weet. Behalve misschien mijn moeder...Zou ik het haar ook niet eens vertellen? 

De lessen zijn net voorbij en terwijl ik mijn spullen in mijn locker leg, zie ik Bram aan de andere kant van de speelplaats. Niet naar mij toekomen. Maar het is al te laat. Als ik mij hem nog goed herinnerde, was het niet zo erg dat hij naar mij toekwam, maar nu voelt het gewoon raar te doen alsof hij mijn vriendje is. Wanneer hij merkt dat ik hem gezien heb glimlacht hij breed, dus doe ik ook maar mijn best om een dun lachje op mijn gezicht te krijgen.

'Hey Saar! Hoe was je dag?'

'Prima hoor.' is het enige wat ik weet uit te brengen. Ik ben zo bezig met een excuus te bedenken om snel uit dit gesprek te ontsnappen, dat ik niet eens vraag hoe het met hem is.

'Weet je het zeker? Is er niks aan de hand?' vraagt hij, 'Je lijkt zo afwezig.'

'Oh, nee, niks hoor. Ik moet alleen nu naar de dokter.' Dat was niet waar natuurlijk, maar het was het eerste dat in me opkwam. Niet doorvragen alsjeblieft, laat mij gewoon weggaan.

'Oei, wat is er dan?' vraagt hij. Geweldig. Het klinkt bezorgd, maar ook alsof hij niet zeker is of ik hem wel de waarheid vertel.

Laat mij nu toch gewoon vertrekken. Ik weet dat hij waarschijnlijk alleen probeert aardig te zijn, maar ik heb er nu gewoon geen zin in.

'Ik heb pijn in mijn been en ik heb geen idee hoe dat komt, dus ga ik het laten nakijken.' Dat eerste is niet eens helemaal gelogen, want mijn been doet echt pijn, maar dat is gewoon spierpijn omdat ik deze ochtend sport heb gehad.

'Oké, dan...zie ik je morgen?'

'Ja, is goed. Tot morgen!' Nog voor hij kan antwoorden wandel ik al op een snel tempo naar de schoolpoort. Lore staat net buiten de school te praten met Mila en Emma. Blijkbaar waren dat twee heel goede vriendinnen van mij toen het ongeluk nog niet gebeurd was. Mila is heel open en grappig en Emma is meer verlegen, maar wel een heel lief meisje. Wanneer ik langs hen heen door de poort loop, glimlachen en zwaaien ze eventjes.

'Tot morgen!' roept Lore nog, waarna ze weer verder gaat met praten en giechelen.

Wanneer ik thuis kom zet ik mijn schooltas neer aan de trap, neem in de keuken een glas water en plof neer in de zetel. Op dat moment gaat de deur open en komt mijn moeder binnenlopen.

Na wat gepraat over hoe mijn schooldag was - ik heb vooral verteld over de toetsen die ik had en heb niets over Bram gezegd - kijkt ze me plots bezorgd aan.

'Scheelt er echt iets met jou?' vraagt ze met gefronste wenkbrauwen, 'De laatste twee dagen gedraag je je heel... anders.'

Bij Bram kon ik ermee wegkomen als ik zei dat ik naar de dokter moest, maar mijn moeder kan ik dat natuurlijk niet wijsmaken. Zij kent mij door en door, dus moet ik iets anders verzinnen. Of misschien moet ik maar eens de waarheid gaan vertellen... ze is tenslotte mijn moeder.

Ik schraap mijn keel en adem diep uit, voor ik begin te praten: 'Ja, het wordt misschien tijd dat ik het daar ook met jou eens over heb.'

Lost soulWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu