Hoofdstuk 11 - De rivier

78 8 2
                                    

Bram pakt mijn hand vast terwijl we langs de rivier wandelen. Het wordt kouder dus trek ik mijn jeans jasje aan. De zon schijnt nog, maar begint al onder te gaan. Een eindje voor ons loopt een oude man die zijn golden retriever uitlaat en een licht briesje laat de bladeren van de bomen ritselen. Ik voel hoe een koude rilling langs mijn rug omhoog kruipt.

'Zouden we niet beter teruggaan?' vraag ik aan Bram, 'Het wordt steeds kouder en het is al bijna donker.' Ik kijk naar het water en de herinneringen aan die ene avond afgelopen winter flitsen door mijn hoofd. Een wolk schuift voor de ondergaande zon, waardoor het op slag een heel stuk donkerder wordt. Er gaat weer een rilling door mij heen, maar deze keer niet alleen van de kou. Ik heb hier geen goed gevoel bij...

'Ja, je hebt gelijk. Het is beter om nu terug te gaan.' antwoordt Bram tot mijn opluchting. Ik draai me om en loop snel door met Bram achter me aan. Wanneer hij me inhaalt vraagt hij hijgend wat er met mij aan de hand is. Het is waarschijnlijk duidelijk op mijn gezicht te lezen dat het niet goed met mij gaat.

'Ik voel me gewoon een beetje ziek, oké?' zeg ik wat scherper dan mijn bedoeling is, 'En ik heb het koud. Ik wil gewoon graag naar huis gaan.' Het is niet gelogen, want het angstige gevoel in mijn maag maakt me echt misselijk. Ik begin nog wat sneller te wandelen en laat Bram, zonder dat dat echt de bedoeling is, weer wat achter me. Dan hoor ik een luide gil. En een plons.

Ik draai me vlug om en zie nog net een hand boven het water van de rivier uitsteken, die snel weer verdwijnt in de diepte. Even is het muisstil, op het geblaf van de golden retriever na, en sta ik als aan de grond genageld. Na een paar seconden die veel te lang duren komt er iemand hevig spartelend boven. Meteen herken ik hem en ik ren sneller dan mijn benen me kunnen dragen naar de oever.

'Bram!' Ik laat me net naast de rivier op mijn knieën zakken en leun over het water. Ik steek mijn hand uit in de hoop hem op de kant te kunnen trekken. Maar het lijkt al verloren te zijn. Bram gaat wéér kopje onder. Zonder na te denken spring ik achter hem aan in het water. Ik zwem zo snel ik kan naar de plaats waar hij ondergegaan is. Wanneer ik net naar beneden wil duiken grijpt iets mijn voet vast. Uit alle macht probeer ik me los te rukken, maar hoe meer ik dat probeer, hoe sterker de greep om mijn enkel wordt. Ik voel iets wat lijkt op nagels in mijn been drukken, waardoor ik nauwelijks mijn hoofd nog boven water kan houden. Zou het toen ook zo gevoeld hebben?  Terwijl ik mijn laatste beetje kracht probeer te gebruiken om mij los te maken, word ik naar de diepte getrokken.

Ik schrik wakker. Het was maar een droom. Een nachtmerrie.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jun 07, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Lost soulWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu