De wind liet haar haren dansen. Het was magisch om te zien hoe donkerbruine, haast zwarte, lokken haar gezicht af en toe streelde, af en toe los lieten. Haar kleren waren doorweekt door de regen die met bakken uit de donkere lucht viel. Ze had het vast koud, omdat haar magere lichaam niet gehuld was in een warme, misschien wel winter-, jas. De leegte om haar geen, moeilijk te zien wegens de weersomstandigheden, toonde maar al te goed hoe verschrikkelijk eenzaam ze moest zijn. Want de leegte werd enkel maar gevuld door de koude, natte, kille regen.
Hij kende het regenmeisje. Niemand wist haar echte naam, maar iedereen vond het meisje, dat bij regenbuien buiten te vinden was, maar raar. Hij was nieuwsgierig geworden, wilde weten waarom, en had ervoor gekozen zijn schoolwerk te laten liggen om haar te leren kennen. Hij wist haar echte naam ook niet, maar noemde haar Rain, naar de kille regen. Rain, naar de donkere wolken die ervoor zorgde dat je jezelf ellendig voelde. Rain omdat al deze beschrijvingen op een merkwaardige wijze perfect bij haar paste.
Toch, ondanks de weinige woorden en de boze blikken die ze hem gunde, bleef hij bij haar. In de pauzes kwam hij bij haar zitten en tijdens tussenuren zocht hij haar op. Langzaam bouwden de twee een band op en voerde ze gesprekken. Rain was anders. Haar gesprekken gingen niet over mode of jongens. Nee, als ze haar mond opende kwamen er wijze woorden uit die klonken als poëzie. Woorden die voor de meeste mensen volkomen oninteressant waren, puur omdat ze dicht bij de waarheid kwamen. En wie wilde nu nog de waarheid horen?
Hun band werd sterker en sterker en op het moment dat hij dacht dat ze vrienden waren, verdween ze.
De regen zocht zijn weg naar beneden en zorgde ervoor dat zijn zicht slecht was. Toch was het een perfecte dag om Rain te zoeken. Donkere wolken lieten het lijken alsof het al tegen achten was. Hij zag haar, hij zag haar smalle lichaam bovenop een brug. Het donkerblauwe water onder haar was wild en ze zou de val nooit overleven. Hij herkende haar van meters afstand en begon te rennen om haar sneller te bereiken. 'Rot op!' haar stem was helder en mooi, zoals altijd, maar ergens hoorde hij paniek. 'Niet doen!' schreeuwde hij terug terwijl hij langzaam dichterbij kwam. Ze herhaalde haar eerste woorden, feller, harder, maar hij luisterde niet. De band die ze hadden opgebouwd was te sterk om haar nu nog te laten gaan. Hij keek naar haar gezicht en zag tranen, of was het de regen? Langzaam zette hij nog een paar passen dichterbij. Hij wilde haar niet kwijtraken. 'Ik kan niet meer,' zei ze snikkend terwijl haar stem wegstiërf door de harde regen. 'Kom op Rain, kom naam me toe,' zijn stem was zacht maar hij wist dat zij het hoorde. 'Rot op,' herhaalde ze opnieuw. Haar haren waren doorweekt en hingen levenloos op haar schouders. Het mysterieuze van een paar maanden terug had plaats gemaakt voor een gewoon meisje. Een hoopje ellende en niets meer dan dat. En toen gebeurde het. Eén voet over het randje, haar lichaam klaar om te volgen. Ze balanceerde nog op haar andere been maar haar evenwicht was ze kwijt geraakt. Geen seconde dacht hij na. Hij trok een sprint en nog vlak voordat haar lichaam viel sloot hij zijn handen om haar middel. 'Blijf bij me,' fluisterde hij. 'Blijf bij me.' Hij hield het meisje vast. Het slappe lichaam van het huilende meisje dat hij zojuist van een grote fout had behoed.
De wind liet haar haren dansen. Hij had zijn hand in de hare geklemd en samen voelden ze hoe de regen hun lichamen kalmeerde. Hij dacht aan de regenachtige dag waarop hij Rain in leven had gehouden. Zij dacht aan de regenachtige dag waarop haar zusje een eind aan haar leven had gemaakt. En hoewel ze samen waren werden ze omringd door een leegte die ervoor zorgde dat de herinnering nooit zou vervagen. De regen spoelde hun zorgen en tranen weg, maar niet de eeuwige herinnering aan de regenachtige dagen waarop ze echte liefde leerde kennen.