Blinde Bella Volturi. (Dutch) ✔️

Deel 2: H 7

Liv pov.

Het is al twee weken geleden dat ik hoorde van Alice dat er een groep vampier komen.

We hebben hard geoefend. Ik oefen steeds op een boom en steek die in brand en blust die met water. Ik oefen ook hoe hard ik de wind laat gaan. Zoals Emmet staat vijf meter achter mij en ik stuur een harde win en hij waait weg.

We oefen ook dat als ze op mij af rennen dat ik een van mij gavens gebruik. De eerste keer lukte het niet maar de tweede keer wel. Ik was zo blij.

De een of ander gevoel is dat er iemand mist in de familie.

Toen ik geboren werd zag ik nog iemand een jongen. Ik kan mij het niet verder herinneren maar ik denk dat ik een broertje heb. We zijn dan een soort van tweeling.

Ik heb het nog niet gevraagd. Ik weet niet wanneer ik het ga vragen.

Ik loop naar mijn en ga op bed liggen. Ik verveel mij dood vandaag.

Eigenlijk ben ik best moe. Ik doe mijn ogen dicht en val in slaap.

Twee weken later..

Vandaag is de dag. Vandaag is het gevecht.

Ik ben nu nog even buiten tegen een boom aan het oefenen.

"Je doet het goed", zegt Jasper. Ik glimlach.

"Denk je dat we gaan winnen", zeg ik. "Het is een grote kans van wel, maar ik weet het niet zeker", zegt Jasper. Ik knik.

Ik oefen nog tien min en loop naar mijn huis.

Ik ga op de bank zitten. Iedereen komt ook zitten.

We bespreken nog even wat we gaan doen.

Als we klaar zijn lopen we naar buiten. Mam en pap veranderen in een wolf. Ik spring op paps rug en we rennen naar het veld.

Als we bij het veld aan komen spring ik van papa's rug af.

"Ze komen over 30 seconden", zegt Alice.

Ik zie al stipjes rennen naar ons. Ze worden steeds groter en groter.

"Ga al klaar staan!", zegt Jasper. Ik ga al klaar staan in mijn vecht stand.

"Nu!", zegt Jasper.

We rennen naar de vampiers. Ik stuur vuur naar twee vampiers. Ze staan meteen in brand en gillen van de pijn. Ik hoor achter mij hard gekraak. Ik kijk achterom en zie stukken lijf liggen.

Ik kijk hoe veel er al dood zijn. Nog vier te gaan.

Ik zie iemand het bos in rennen. Ik ren er achteraan. Ik stuur een wind vlaag naar die persoon en hij valt om. Ik stuur vuur en hij staat in brand. Alice staat naast mij en trekt zijn hoofd eraf.

Ik en Alice lopen terug naar het veld. Ik zie dat papa naar en van de vampiers springt.

Wacht is even. Dat is geen vampier.

Papa doet zijn bek al open en springt naar de jongen.

Opeens zie ik beelden voor mij. En hoor ik een naam Roy. Ik hoor mijn moeder zeggen dat ze twee prachtige kinderen heeft. "Roy en Liv", zegt ze.

O nee!, die jongen is mij broertje. Neeee papaaaa!!", gil ik.