Idee 5: ijskoud

5 1 0
                                    

Ik heb mij in kleermakerszit op het bed genesteld. Mijn blik op de deuropening gericht en mijn vingers om het deken geklemd. Hij komt vast en zeker weer te laat of hij is me nu helemaal vergeten. Hij heeft geen tijd meer voor mij. Wat moet je met een zieke vriendin? Ik ben niet meer eens knap. Mijn huid werd een jaar geleden witter en witter. Ik lijk nu wel een levende dooie. In mijn spierwitte huidskleur is een blauwe gloed zichtbaar. Je kan mijn aderen zien zitten en mijn bloed er zelfs door heen zien stromen.

Ik heb donkere kringen onder mijn ogen en met een standaard wazige blik bekijk ik de wereld om mij heen. Elke dag zie ik er uit als iemand die geen slaap heeft genomen, terwijl ik gemiddeld zo'n 9 uur per dag slaap, omdat er niks beters in het ziekenhuis te doen valt. Mijn dagen bestaan uit boeken lezen, films kijken en kranten door scannen om op de hoogte te blijven van het leven op aard. Ik verveel me mateloos. Gekte in mijn hoofd. Het is dan ook niet zo gek als ik wekelijks probeer te ontsnappen. Ik mis het gevoel van vrijheid en de frisse lucht, maar als ik zelf het raam in mijn kamer open, doen de verpleegkundige het weer dicht.

'Je vat al veel te veel kou. Lieverd.' Zo gaat het elke keer. Mijn lichaam voelt aan als een zwaar onderkoeld iemand, ik blijf ze zeggen dat ik nergens last van heb. Ze luisteren alleen niet naar me. En misschien is dat niet eens zo verkeerd, want mijn lippen zien paarsblauw en mijn lichaam trilt de helft van de dag. Ik heb geen idee waarom. De artsen weten niet wat ik heb. Het kan enkele dagen heel goed met me gaan en op het anderen moment ontstaat er een error in mijn hoofd en lig ik als een bewusteloosijsblokje op de grond. De 20ste arts zei me: 'Het lijkt alsof je hersenen letterlijk bevriezen.'

Deze informatie ontvangen is ten eerste vreemd en ten tweede heb ik er vrij weinig aan. Bevroren hersenen. Leuk! En nu? Toen ik de arts begon te overhoren was al vrij snel duidelijk dat hij geen idee had hoe hij zijn onderzoek moest vervolgen. Zoals elke arts (hij was geen uitzondering) stopte hij om mij te helpen. Gek vind ik dit niet, want ik zit hier al een half jaar. Mijn blik is na een kwartier wachten nog altijd op de deuropening gericht. Vele artsen en verpleegkundigen lopen in hun witte werkkostuums langs. Vanwege het bezoekers uur zijn er duizenden familieleden en vrienden van patiënten die langs mijn kamer lopen. Maar Stef komt niet binnen stappen en ook mijn moeder had zich toch bedacht om haar dochter niet te bezoeken. Het gaat al een maand lang zo. Ik moet de hoop een keer opgeven. Het is volslagen kansloos.

Zuchtend laat ik mijn hoofd in het kussen vallen. Ik bijt met mijn tanden door de dunne stof van het hoeslaken en begin te krijsen. Met mijn handen sla ik wild tegen het matras. Waarom vergeten mensen dat ik ook gevoelens hebben. Ik mag er dan wel uitzien als een horrorverschijnsel. Ik leef ook en heb wel degelijk gevoel. En zojuist ben ik voor de zoveelste keer gekwetst.

'Vai?' hoor ik Lotte haar zachte stem. Zij bevestigt dat er inderdaad niemand bij mij op bezoek komt. Kan ze niet een keertje met goed nieuws aankomen? Wat mankeer ik? Sterker nog, wat ben ik?

Diverse verhalenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu