Balkon wisselen

124 7 1
                                    

Toen Tobias en ik de hoek om kwamen stond pap ons al op te wachten. Ik loop op hem af en begin te roepen: "Ik haat je! Ik wil je nooit meer zien! Al heel mijn leven geloof ik dat ik alleen opa en oma heb, al heel mijn leven geloof ik dat ik geen familie heb buiten hun. Dan blijkt het dat ik nog een opa en oma heb, een nonkel en tante en misschien nog neven en nichten. Al heel mijn leven verzwijgen jullie dit voor mij, waar ik recht op heb om te weten! Zeker omdat iedereen weet dat ik droom van een grote familie!" Ik neem even een adempauze en mijn papa probeert daar gebruik van te maken door iets te zeggen, maar ik ben hem voor. "Ooh nee, ik ben nog niet klaar. Ik krijg ook te horen dat mijn moeder beroemd is en vroeger weggelopen is naar België. Daarom ik dat wij ineens zo rijk zijn, Toch? Wet je pap, je hebt mijn leven verpest. Een normale familie zou zoiets nooit verzwijgen. Ik wil je nooit meer zien, echt nooit meer! Ik haat  je!" roep ik woedend naar hem." Trouwens van mijn vrienden blijf je af! Zeker van degene waar ik van hou!" Ik loop woedend naar binnen en gooi de voordeur met een smak achter me dicht. Stampvoetend loop ik de trap op en gooi ook mijn kamerdeur dicht. Ik barricadeer de deur en zoek mijn telefoon.
Ik wil net mijn mobiel ontgrendelen als er iemand op de deur klopt. "Wat ?" roep ik. "Lisa, doe de deur open?" hoor ik Tobias smekend vragen. Ik blijf zitten, hopelijk pakt hij dat op als een nee. "Sorry, we hadden het vroeger moeten zeggen. Het spijt me." "Jij, jij wist het ?" vraag ik verbaasd." "Ja, nee. Ja en nee. Alleen dat mama nog een broer had wist ik. De rest is ook nieuw voor mij." "Je zegt niets? Ook al weet je dat het de vraag is die me al een hele tijd wakker houd!" roep ik bijna hysterisch. Ik ben blij dat ik de deur heb gebarricadeerd, anders had ik hem misschien tegen het lijf gevlogen. En niet zoals een klein vogeltje. "Ik mocht het niet Lisa. Ik wou het je al heel lang zeggen, maar pap dacht dat je het niet zou aan kunnen." "Zeg me dan 1 keer dat je het wou zeggen?" Ik probeer om te klinken alsof het me niets uitmaakt, maar volgens mij mislukt dat volledig. "Toen die ene keer aan de piano, toen je I would stay aan het zingen was. Je weet niet hoeveel pijn het me deed. Ik wil je niet zo verdrietig zien." Terwijl Tobias aan het praten is zoek ik een tas. Ik bel naar Nim.


"Ja ?" hoor ik aan de andere kant van de lijn. "Nim, met mij.Ik ben een zak aan het maken en die zet ik onder mijn bureau. Ik heb alles van mij op slot gedaan, zodat ze niet binnen kunnen." KLOP KLOP Ik draai me om en zie Nim aan mijn raam staan. Ik doe het raam open en geef Nim een knuffel. "Mag ik vannacht bij jou slapen ?" "Tuurlijk." Ik geef Nim nog een knuffel en geef haar mijn sleutels. "Voor als er iets zou zijn." zeg ik met een glimlach. Ik ben gewoon blij dat er iemand is die ik kan vertrouwen. "Ik ga naar mijn nonkel. Mag ik je fiets lenen?" "Natuurlijk. Wat zou ik anders voor een vriendin zijn." "Dankjewel. Je bent een schat!" Ik geef haar nog snel een zoen en stap door het raam.


Ik zit op Nim's fiets en bel Lenn . Na twee seconden gaat hij over en in geen tijd neemt hij op . Net alsof hij al heel de tijd zit te wachten todat ik zou bellen . Wat natuurlijk belachelijk is. Waarom zou hij dat doen .
Door al mijn gepieker heb ik niet door dat ik al een hele tijd niets zeg. Ik schiet op uit mijn gedachten als ik iemand "Hallo met de fancyphone. Wou u een beetje fancyness bestellen?" hoor zeggen. Ik schiet in de lach als ik doorheb wat hij net gezegd heeft." Goed je leeft nog. Ik dacht al dat je ontvoerd was door Aliëns." hoor ik hem ook lachend zeggen." Maar ik werd al ongerust. " "Er is niets, hoor. Wil jij meekomen naar de direc euh Alex." Ik moet nog even wennen aan het feit dat hij mijn oom is. "Natuurlijk. Naar waar moet ik komen?" We spreken af op de hoek van de straat waar mijn nonkel woont. Nog steeds vreemd om te zeggen.


Ik ben aan de straat van mijn oom en ik moet echt mijn hart bij iemand luchten. Ik bel Lenn nog maar eens. "Lisa?" hoor ik hem met moeite zeggen. "Ja, ik ben het." "Alles ok? Is er iets?" vraagt hij bezorgt. "Ik ben er bijna. Blijf nog even sterk." Ik knik, ook al kan hij dat niet zien. "Ok, maar doe alsjeblieft voort." Ik heb nog maar net afgelegd, als ik hem heel snel zie fietsen. Als hij naast me staat moet hij even op adem komen." zo snel moest je nu ook weer niet fietsen, hoor" zeg ik lachend. Stiekem vind ik het wel lief. Maar dat ga ik niet zeggen. Ik geef hem nog een knuffel als dank. En we stappen naar het huis van mijn nonkel.

Ik bel aan. Na een uur dat een minuut blijkt te duren komt een prachtig meisje de deur open doen. Ik schat dat ze van onze leeftijd is. Zou dit mijn nicht zijn? Zou ik echt een nicht hebben. Een nicht, daar droom ik al zo lang van. Shoppen met een nicht. "Euh hallo?" was ik aan het staren. "Sorry, ja. Ik ben Lisa en dit is Lenn. Wij komen voor meneer Hendrix." "Aah oké. Wacht even." ze loopt naar de trap en roept: "Papa er zijn hier twee studente voor u." "Ik kom." hoor je als antwoord. Het meisje komt terug. "Hij komt zo." "Oké, dank je wel." "Daag." zegt ze nog, en dan is ze weg.


Ik kijk naar Lenn. "Zou dat mijn nicht zijn?" "Ik euh denk van wel." zegt hij een beetje stamelend. Ik vind dat wel schattig. Ik pak mijn gsm en stuur  Ik heb zonet mijn nicht ontmoet. aaaaaah lovies.   naar Britt, Maya, Nim,Will en Nash. Ik laat het bericht aan Lenn zien. Hij lacht en drukt op verzenden. "Dank je Lenn. Dat je hier bij mij bent." en ik geef hem een knuffel. "Deze gentlemen staat altijd voor je klaar." zegt hij. Ik vind het zo lief dat ik begin te blozen. "Heheum." "Oh dag meneer Hendrix." "Alex, Lisa het is Alex." "Euh ja oké. Dag Alex." "Dag Lisa. Kom maar binnen." "Dank u. Dit is Lenn trouwens." "Dat wist ik wel. Dag Lenn. Goede student heb ik gezien." "Dag meneer." zegt hij een beetjes beschaamt kijkend naar de grond. Ooh, cutie. "Schat, roep is iedereen. We hebben belangrijk bezoek." roept Alex "Ja." hoor je van ergens. "Moeten jullie iets drinken?" Ik en Lenn kniken. "Komt in orde. Ga hier maar recht door." en hij is weg.


"Hallo, ik ben Lisa." zeg ik tegen de vrouw die drinken voor mij neerzet. "Ik ben Particia en dit is Nathan," ze wijst de jongen tegenover ons aan, "en Mia." Het meisje dat de deur opendeed lacht. "Ik heb jullie naar hier laten komen omdat ik iets belangrijk moet zeggen." Hij wijst mij aan. "Dit is Lisa, ze is de dochter van mijn zus die al 16 jaar vermist is." Ik lach een beetje beschaamt. Volgens mij zie ik zo rood als een tomaat. "Ja, ik ben de dochter van Jullie hendrix." zeg ik maar. Weet er zelfs iemand wat die in zo'n situatie moet zeggen? Je kan toch moeilijk over het weer beginnen. Dat gaat toch niet.

Groetjes,
Just-A-story-of-S

Just A story of Lisa!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu