Bezoek van de duisteren

47 2 0
                                    

De nacht had ik de hele tijd liggen woelen in mijn bed. Een bezoekje aan de engelen zag ik eigenlijk echt niet zitten. Mijn vader had de drakenhelpers voorgesteld om op draken te vertrekken, maar velen onder ons konden niet met een draak rijden. Ik daarentegen wel en misschien klinkt het vreemd maar zo trots was ik er eigenlijk niet op. Ik zag Joy natuurlijk nog wel vaak, maar hij was nu eenmaal een vrije draak en hoorde niet opgesloten te zijn. Het toeval was dat ik hem nu aan het op wachten was. Ik had nog maar een tijdje geleden ontdekt dat hij een 'vriendinnetje' had en ze hier samen soms vertoefden. Om hem te pesten vond ik het eens leuk om hun onderonsje te verpesten. Ik weet het, dat zou ik niet mogen doen, maar als prinses van een koninkrijk der draken was verveling wel één van de onderwerpen in mijn agenda. Je zou net denken als prinses dat je vaak conferenties moet bezoeken maar zolang ik niet in het paleis woon, ben ik niet officieel een troonopvolgster. Jonas had me vaak aangeraden terug te keren en mijn verantwoordelijkheid op te nemen. Maar ik was er niet klaar voor, zeker niet met de ontdekking van mijn oudere zus. Meteen hoor ik geritsel en spits mijn oren. In de lucht was niets te bespeuren. Ik kruip meteen op mijn hoede van het open grasveld weg. Ik had genoeg meegemaakt om te weten dat er iets niet goed zat. Telkens als ik het geritsel weer hoorde, keek ik angstig rond. Ik had geen idee waar het vandaan kwam. Maar mijn onwetendheid werd meteen beantwoord want achter de struiken kwam een zwartgeklede jongen tevoorschijn. Waarschijnlijk één of andere struikrover die uit was op geld. Maar als ik het net op een rennen wilde zetten, zag ik dat hij zwarte vleugels had.

'Zozo, het is waar? Je bestaat echt?' Hij sloop steeds dichter bij me maar mijn nieuwsgierigheid dwong me te blijven staan.

'Waarover heb je het? Wie ben je?' Meteen trek ik een mes uit de zijkant van mijn broekriem. Jonas had het me verboden om tegenwoordig zonder wapens naar buiten te gaan en ik was opgelucht dat ik niet had tegengestribbeld.

'Dat jij onze leidster hebt vermoord, jij, de machtige drakenengel. Niemand had het tot nu toe gelooft maar je bestaat werkelijk. Ik wist niet dat iemand die kracht in zich had!'

'Mijn moeder? Dat was een eitje wat betekent dat jij maar beter kan oppassen'. Ik zie een flits van angst in zijn ogen maar hij hersteld zich, 'zeg op, wie ben je of je zal geen lang leven beschoren zijn.'

'Een duistere engel, net als jij. Wij zijn jou vergeten thuis.'

'Ik zou nooit van mijn leven naar jullie zogenaamde 'thuis' gaan.'

'Je weet toch niet waar het gelegen is, alleen een zuivere duistere engel kan dat weten. Op gevoel' Ik voelde enerzijds een opluchting maar anderzijds was ik nieuwsgierig over welke plek de duistere engel het had. Ik wist dat er een plek voor duistere engelen bestond omdat Nuvole er was voor goede engelen. Ik was ook niet echt naïef want ik wist dat duistere engels over de dood beslisten, wat een goede reden was om me uit de voeten te maken, 'je denkt zeker dat dit je geluksdag is, maar vergis je niet. Wij hebben wat jij wilt.'

'Je kunt me niets aanbieden.'

'Zegt La Madre je iets?' Mijn ogen schoten open als kleine vonkjes. La Madre woonde bij hun, wat betekende dat zij de oplossing hadden voor ons probleem, 'maar ik kan je naar onze plek brengen als je wil.' Hij stak gretig zijn hand naar me uit, maar ik wist wel beter.

'En er zit zeker niets aan vast?'

'Je kan nooit meer terugkeren als je met ons meegaat.'

'Vergeet het. Dan red ik mijn zus maar kan ik haar nooit meer zien. Ze is nu waarschijnlijk toch onwetend en gelukkig op de aarde.'

'Dat denk je misschien.'

'Kun je dan het tegengestelde bewijzen!'

Ik begon stilletjes aan mijn geduld te verliezen. Mijn hoofd zei rennen, maar mijn hart weigerde. Deze jongen wist dingen over Angelique. Een ketting spande zich om mijn hart. Er mocht niets met haar zijn smeekte ik tegen de (verwende) engelen. Maar voor ik een keuze kon maken toch de benen te nemen vormde de jongen een zwarte vlek voor mijn ogen. De wereld rond mij vervaagde en het voelde alsof ik in een zwart gat viel. Plots, enkele seconden na dat Draghi voor me was verdwenen, stond ik terug op de aarde. Maar ik wist niet precies waar deze plek was en blijkbaar was ik ook niet zichtbaar voor anderen want niemand keek naar mij. Ook al stond ik in het midden van een auto weg. Tot mijn verbazing reed er ook een auto dwars door me heen. Een lichte tinteling deed me lachen maar ik focuste meteen terug op waar ik was. Ik was blijkbaar door die gekke engel naar een bibliotheek en een klein stadspark gestuurd. Ik zie hoe een meisje en een jongen de bibliotheek uitwandelen. Ik wist niet waarom, maar mijn oog viel meteen op hen. Het meisje, blond met blauwe ogen, sprong op haar brommer terwijl ze de jongen uitzwaaide. Ik wilde haar achterna rennen in de hoop de brommer te kunnen volgen. In deze vorm rende ik zo snel als de wind en haalde het meisje met gemak in. Ze woonde blijkbaar om de hoek want wanneer ze arriveerde, schrok ze zich dood. Ik draai me in de richting van haar blik en ik begrijp haar angst. Dezelfde gewapende mannen die mij aanvielen in het metrostation stonden haar op te wachten. Zo snel mogelijk draaide ze zich om en reed weg. Maar ik had de moed niet haar achterna te rennen. Zo snel als het gekomen was viel het beeld weg en de duistere engel kwam weer voor mijn ogen tevoorschijn.

'Angelique is in gevaar. Je kan haar wat narigheid besparen door haar te helpen'.

'Je beseft toch dat ik gewoon naar de aarde kan en die plek op Google maps kan opzoeken hé?'

'Wat is Google? En hoe graag je ook zou willen, maar sinds de dood van je moeder rust er een vloek op jou'.

'Weet je, hoe langer hier ik ben, hoe minder ik je begin te geloven'

'Vraag maar aan die geneesheer van je vriendje: de
Doornroosjesvloek'. Zonder dat ik nog iets kon vragen, verdween de jongen als zwart stof. Het uitje met Joy kon ik nu wel vergeten...

AngeliWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu