Dezelfde voetstappen, dezelfde voetsporen

32 4 0
                                    

'We lijken net zussen, alleen ben ik blond en heb ik blauwe ogen. Als je me zou zeggen dat we een tweeling zijn, zou ik het nog geloven'. Ik schuif het boek nog dichter tegen me aan, 'Is het uitleenbaar?'.

'Ja, maar in plaats van het artikel te lezen en het internet te doorzoeken op slecht geschreven krantenartikels heb ik eigenlijk een beter idee'. Eric schuift het boek terug uit mijn handen. Het voelde alsof iets van mezelf weer verdween, een leegte. Er was een verbondenheid tussen mij en dit meisje. Ik wist het zeker, 'laten we naar Londen gaan'.

'Ben je gek? Ik heb niet eens het geld om daar naar toe te gaan. Bovendien ben ik schoolplichtig en jij zit op de universiteit dus kunnen we niet zomaar ineens verdwijnen uit het niets'. Ik ruk het boek uit zijn handen en wandel naar de bibliothecaresse. Meteen rent Eric me achterna.

'Wees eerlijk, je wilt net zo graag als ik weten wat er met dit meisje gebeurd is, of niet misschien?'. Met een slag draai ik me om en kijk hem in zijn ogen. Ze smeekten me zowat om weg te gaan. Eventjes ertussen uit, 'ik ken je Angeli, je zou voor geen geld van de wereld deze kans willen wegsmijten'.

'Ik weet het...maar ik had mijn ouders ook beloofd dat ik mijn punten ging verbeteren. Remember? Je was erbij toen ik op het matje werd geroepen'. Ik draai me terug om en liep op een drafje naar de bureau van de vrouw. Ik geef het boek af en Eric zijn bibliotheekkaart.

'Is dat nu mijn bibliotheekkaart? Oké, maakt niet uit maar luister nu even naar mij. Wat als we nu tijdens de kerstvakantie gaan. Dat is binnen een week en de examens zijn toch voorbij dus wat heb je te verliezen'.

Ik neem het boek in ontvangst en bedank de vrouw, 'Daar zit wel wat in...'.

'Dat is dan geregeld? We gaan dezelfde voetsporen volgen als de meisjes hebben gedaan. Juist als detectives'. Maar ik zeg niets meer en schenk hem een glimlachje op weg naar buiten. Buiten omhelsd hij me en ik zwaai hem uit.

Wanneer ik op mijn brommer spring klap ik het boek open en staar terug naar het meisje en haar vriendin. Wat was er met ze gebeurd? Een ontvoering waarschijnlijk maar moord was ook niet uitgesloten. Ik had het altijd speciaal gevonden hoe mensen van de wereld verdwenen. Dan sprak ik niet alleen van mensen die ontvoerd werden maar ook van mensen die gewoon stierven. Hoe kon het dat je telkens een leegte voelde als iemand stierf? Dat je telkens de neiging had om naar de telefoon te grijpen en die persoon op te bellen? Of gewoon je beste vriendin die op reis was en onbereikbaar was al genoeg voor deze leegte. Maar deze leegte die ik voelde was anders...iemand die je hoorde te kennen en die je waarschijnlijk nooit zal tegenkomen. Maar alsof het lot je wil duidelijk maken dat je deze persoon wel moet tegenkomen. Iets in mezelf knapte gewoon. Ik start de motor op en rij op weg naar huis. Ik probeer me te concentreren op de weg maar het lukte gewoon niet. Ik moest dit meisje vinden kostte wat het kost. Ik sla op het einde van de weg af in de straat waar ik woon zoals gewoonlijk. Als ik op het einde van de straat arriveer, rem ik op volle kracht. Ik hoor hoe mijn wielen slippen en ik kan net op tijd mezelf in evenwicht houden. Een stel gewapende mannen lag op mijn deur te kloppen. Ze leken exact op de mannen uit het krantenartikel. Werd ik nu gek? Ik druk direct op mijn gas en wil met scheurende banden vertrekken tot de mannen door lijken te hebben wie ik ben. In hoopjes vertrekken ze van mijn huis naar hun zwarte auto's die heel de weg hadden versperd in de wijk. Ik moest Eric bereiken. Ik grabbel mijn gsm uit mijn zakken en probeer in evenwicht door te rijden. Ik ga terug richting de bibliotheek en toets snel Eric zijn nummer in. Het geluid op de achtergrond maakte duidelijk dat mijn gsm Eric probeerde te bereiken. Ondertussen verleende ik totaal geen voorrang aan andere auto's en gleed overal tussen door. Ik zie in mijn spiegels hoe de zwarte auto's op het punt staan me in te halen. Ik moest een binnenweg zien te vinden. Ik zet mijn gsm op luidspreker en steek hem terug in mijn zakken. Ik scheur langs de bibliotheek en herken het smalle parkje ernaast. Als ik met de fiets ging, nam ik deze tussenweg want Eric woonde in de straat achter de bibliotheek.

'Angeli? Is alles in orde?', hoor ik aan de andere kant van de lijn.

'Doe alsjeblieft zo snel mogelijk je garagepoort open!', schreeuw ik wanhopig en ik hoor hoe het geluid van mijn gsm wegstierf. Vergeten op te laden. Dat had ik weer.

Ik rij het park binnen en toeter als een gek op de mensen. Ik zie hoe wandelaars en honden voor hun leven wegspringen en hopeloos blijf ik maar roepen dat het me speet maar als enige antwoord kreeg ik gevloek en dingen als 'gek kind!' of 'rij eens op de baan in plaats van het park!'. In de verte zag ik aan het einde van het park Eric zijn huis. Tot mijn opluchting ging de garagepoort stilletjes aan open. Ik open mijn gas en push mijn brommer om het laatste beetje vol te houden. Ik vlucht het park uit en zonder kijken steek ik de straat over en slip de garage binnen.

'DOE HEM DICHT! DOE HEM DICHT!', schreeuw ik als een gek en ik zie Eric in de hoek van de garage als een hypocriet duizend keer op het knopje van zijn afstandsbediening duwen. Voor mijn ogen sluit de poort en als laatste zie ik de mannen teleurgesteld remmen. Dat was op het nippertje...

AngeliWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu