hoofdstuk 3

60 6 14
                                    

Malaika pov.

Ik word wakker hand in hand met Makena en ze heeft een been over mijn benen heen gelegd. Ik strijk wat haren uit mijn gezicht. 'Kena? Kena?' 'Nee, ik slaap nog.' Ik begin te lachen wat haar ook doet lachen.  Ik leg mijn hoofd op haar buik. 'Laika.' 'Ja.' Ik kijk op maar dat ik beter niet kunnen doen want ik krijg een kussen op mijn hoofd. 'Kena!' 'Ja?' Ze haalt het kussen van mijn gezicht en kijkt me met een lach aan. Dan wordt er op de deur geklopt. 'Meiden?' 'Kom binnen.' 'Goedemorgen lieverds.' 'Goedemorgen mama.' Ze komt bij ons op bed zitten. 'Lekker geslapen?' 'Ja en jij?' 'Ook goed. Willen jullie Jasmijn wakker maken zo en jullie aankleden. Want het ontbijt is klaar' 'Is goed. Is er wat mama je bent zo niet enthousiast.' 'Niks belangrijks jullie zijn bijna jarig.' 'Ja maar opa is een dag eerder overleden.' 'Ja lieverds dat is nou zo dat jullie op tien januari zijn geboren en hij op negen januari is overleden kunnen wij ook niks aan doen. Het geeft niet, heeft zo'n dag toch nog iets moois want mijn meiden zijn dan weer een jaar ouder.' Er is nog iets want normaal doet ze niet zo. Ik kijk Kena aan en ze knikt. 'Mama?' 'Ja lieverd?' Ze kijkt me aan. 'Is er wat?' 'Nee, er is niks.' 'Waarom lijkt het dan zo?' 'Is niet zo maak je geen zorgen oké. Soms heb je je mindere dagen, dat geeft niet. Dat is ook goed zodat je de betere dagen nog meer kan waarderen.' 'Mama je ontwijkt de vraag.' 'Ik heb geantwoord dat er niks is.' Ze drukt een kus op onze hoofden en verlaat de kamer.

'Kena ik weet het zeker.' 'Ik ook, maar laten we Jasmijn wakker maken. Mama zal het wel vertellen als het tijd is.' 'Klopt.' Kena staat op en maakt Jasmijn wakker. 'Jas? Jas? Jas?!' 'Neeee.' We beginnen te lachen en ik plof op Jas. 'Oef.' Wat ons nog harder doet lachen. 'Oké, oké ik ben wakker.' 'Eindelijk.' Ze gaat zitten en kijkt ons slaperig aan. 'Goedemorgen nog.' 'Goedemorgen.' 'We moesten ons gaan aankleden want het ontbijt staat klaar.' 'Laten we dat maar snel doen.' We kleden ons om en lopen naar beneden, nou Jas en ik want Makena zit op mijn rug. 'Jullie zijn raar.' 'Nee, dit doen wij altijd.' 'Dus raar.' 'Maak jij er van.' Ik begin te lachen. 'Laika niet doen.' 'Oké rustig.' 'Meiden doen jullie voorzichtig?' horen we uit de keuken 'Ja mama.' 'Nee dan is het goed.' Ik draag haar naar de keuken en laat haar los zodat ze kan staan en we gaan zitten. 'Goedemorgen engeltjes en Jasmijn.' 'Goedemorgen papa.' 'Goedemorgen Bart.' 'Iemand eitje?' 'Ja lekker papa.' Ik knik. 'Laika wil ook.' 'Ik ook graag.' 'Komt goed meiden, schat?' 'Wat vroeg je Bart?' 'Ei?' 'Nee hoeft niet ik neem yoghurt.' 'Ei met yoghurt?' 'Bart nee ieuw.' 'Weet je niet, heb je het ooit gegeten.' 'Nee tuurlijk niet.' 'Hierbij yoghurt met ei.' 'Neem jij maar.' 'Ik ga het proeven.' We beginnen met z'n alle te lachen en komen niet meer bij. Papa legt een beetje ei op een lepel en doet er yoghurt erover heen en neemt een hap. 'En?' Mama kan het niet aanzien en draait zich om en wij lachen alleen maar.

Ilse pov.

Ik kijk Bart raar aan van serieus, maar ja dus. Hij neemt ei met yoghurt wel een beetje maar toch. Hij neemt een hap en ik draai me weg ik vind het zo vies. 'En?' Ik hoef het niet te vragen hij spuugt het al uit in de prullenbak. 'Lekker?' 'Nee mag ik mijn koffie.' Ik geef hem zijn koffie en moet toch wel lachen. 'Let maar op je eieren.'  'Morgen oudjaarsdag.' 'Ja, wat gaan jullie doen?' Jasmijn kijkt ons vragend aan. 'Oliebollen bakken en vervolgens komt de familie hierheen en dan vuurwerk afsteken.' 'Gezellig.' 'En jij Jasmijn?' 'Weet ik niet.' 'Oh ja sorry Jasmijn ik had het niet moeten vragen.' Ondertussen denk ik bij mezelf slim Ils heel slim. 'Nee geeft niet Ilse.' 'Ja tuurlijk wel. Ik moest het niet vragen. Ik dacht even niet na.' 'Maar ondertussen zijn wel de eieren klaar.' 'Lekker papa.' Ik sta op en pak een bakje en maak mijn ontbijt. 'Eet smakelijk.' 'Eet smakelijk. Wil je er ei bij?' 'Bart je laat het.' We beginnen te lachen. 'We brengen je zo wel thuis Jasmijn.' 'Dankjewel Bart.' 'Geen probleem.' 'Lieverds, gaan jullie mee dan doen we meteen boodschappen voor morgen.' 'Is goed.'

We zitten in de auto en rijden naar Jasmijns huis. 'En Jasmijn je bent altijd welkom.' 'Dankjewel Ilse.' 'Tuurlijk geen probleem.' We parkeren voor het huis en stappen allemaal uit. Inge komt in de deuropening staan. 'Jasmijn. Meis, we waren ongerust.' 'Tuurlijk mam en die ruzie dan.' 'Niet nu.' 'Wel nu mam jullie zeiden dat ik een fout was.' 'Naar binnen.' 'Dankjewel Ilse en Bart voor alles.' 'Tuurlijk Jasmijn geen probleem.' 'Doei meiden, dankjewel voor de gezellige avond.' Malaika en Makena geven Jasmijn een knuffel. 'Doei schat.' 'Dankjewel nog Ilse.' 'Tuurlijk Inge.' We zwaaien nog even en stappen in en rijden door naar de supermarkt.

MiracleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu