Chapter 4

316 14 14
                                    

Flame

Ongelovelijk, het kan niet, het kan gewoon niet. Ik dacht dat ik de enige was.Wat Edward me netheeft laten zien, het kan niet. En toch kan het weer wel, ik heb het zelf gezien. Als het niet zou kunnen dan zou ik ook niet kunnen bestaan. Hij zei dat het nog ingewikkelder wordt, dit is dus nog niet alles. Zijn er meer van ons? Mijn hoofd is één grote warboel. En dan ook nog het gevoel dat ik bij hem krijg, het vertrouwen, die aantrekkingskracht en het gevoel dat wij elkaar ons hele leven al kennen, ook al is dat voor een deel waar. We waren beste vrienden tot de dag van de braderie, de dag dat ik zijn ouders vermoordde. Ik wil hem niet, nee, ik kán hem niet vertrouwen. Hij kan niet zo tegen mij zijn, niet zo lief en aardig. Hij zou me moeten haten, wraak willen nemen.

Misschien wil hij wel je vertrouwen winnen en dan wraak nemen. Zegt een irritant stemmetje in mijn hoofd. Een deel -mijn verstand- wil er naar luisteren, maar een ander deel -het vuurdeel- zegt juist:

Je moet hem vertrouwen, jullie zijn voor elkaar gemaakt. Jullie horen bij elkaar.

Het vuurdeel wint, heeft de meeste overhand. Ik kan het niet zelf bepalen, mijn lichaam en geest doen dat voor mij, onbewust. Het rare is dat ik dat door heb, dat ze voor mij beslissen. Hoe meer ik erover nadenk hoe erger het wordt, hoe meer hoofdpijn ik krijg. En toch voel ik me super vrolijk. Dit is raar. Vanavond krijg ik mijn antwoorden.

'Hi Mike, ik ben er.'

'Hey Flame, ik ben achter in het magazijn.'

Mike komt met een berg dozen het magazijn uitgelopen.

'Moet ik helpen?'

'Graag.'

Ik pak de bovenste twee dozen, en zak meteen half naar beneden. Ik had niet verwacht dat ze zo zwaar zouden zijn.

'Waar moeten ze?'

'Daar op het aanrecht. Shane zou er ook zo moeten zijn. Hij pakt ze wel uit.' Hij knikt ondertussen met zijn hoofd naar het aanrecht naast het fornuis. Ik zet de dozen neer.

'Wat zie jij er vrolijk uit.' zegt Mike.

'Ik ben ook vrolijk.' Ik heb een brede grijns op mijn gezicht, maar ik wil helemaal nietzo blij zijn. Het gaat vanzelf. Ik ben er, tot grote schrik, achter gekomen dat ik hem leuk vind. Ik denk 24/7 aan hem en ik wil hem niet eens leuk vinden, maar dat gaat ook vanzelf. Ik wil hem haten en hem niet vertrouwen, maar ik vertrouw hem, ik heb mezelf zelfs blootgesteld.

'En hoe komt dan? Een leuk iemand ontmoet?'

Hij beweegt zijn wenkbrauwen op en neer. Ik begin te lachen, het ziet er hilarisch uit.

'Misschien.'

'Ja, dus.'

Hij kijkt mij opeens bedenkelijk aan.

'Zijn je ogen nou roder?'

Ik kijk in de spiegeling vande ijzeren deur naarinloop-koelkast.Ik zie een meisje met bruin dat langzaam in rood overloopt haar met knalrode ogen en een licht bruine huid. Het besef dat ik dat ben dringt nog niet tot me door, het heeft nooit tot me door gedrongen. Ik zie mezelf altijd als een monster waar mensen bang voor zouden moeten zijn. Maar ik trek ze juist aan, meestal doordat ze verbaast zijn dat ik rode ogen. Vuurrode ogen en geen albinohuid en haar.

'Je hebt gelijk, misschien komt het doordat ik eindelijk eens echt vrolijk ben.'

'Zou kunnen.'

Shane is ondertussen ook al binnen gelopen.

'Hey Flame.' Hij blijft abrupt stilstaan en kijkt me aan. Ik begin me ongemakkelijk te voelen en draai me hoofd weg.

'Wat zie jij er vrolijk uit. Het past wel bij je, moet je vaker doen.' Hij grijnst.

IncendiumWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu