Hoofdstuk 8

18 3 0
                                    

Een vrouw met bruin haar komt de zaal in lopen en klimt via de wortels van de boom middenin de aula naar het platform. Ze pakt een microfoon en tikt erop. 'Hallo allemaal.' de zaal wordt stil en iedereen kijkt naar de vrouw. 'Hallo ik zal mezelf is voorstellen, ik ben Johanna en ik spreek voor de factie Vriendschap. De meeste mensen noemen mij de leider, maar zo kan ik het niet noemen, in Vriendschap zijn er geen leiders, iedereen die bij onze factie hoort heeft recht om zijn eigen mening naar buiten te gooien, kortom we komen samen op één beslissing uit.' Haar gezicht staat vriendelijk.

'Wij zijn heel blij met onze aspiranten dat zij voor ons hebben gekozen. Wij vatten het op als een teken van Vriendschap.' ze glimlacht en kijkt de zaal rond. 'Nu iets over de inwijding. Er zijn drie fases, en bij elke kijken we naar je vooruitgangen. Deze zullen bepalen welke uitslag je uiteindelijk zal hebben voor de inwijding, en wat je baan zult worden. Maar meer hierover hoor je tijdens de inwijding zelf. Ik verwacht de aspiranten morgen om acht uur 's morgens hier in de aula, voor verdere informatie over de fases. Als er nog vragen zijn kun je terecht bij Fiona,Way en bij mij. Nogmaals bedankt!' Ze buigt en zet de microfoon terug in de standaard. Mensen beginnen te klappen. Ze loopt via de wortels naar beneden en blijft dan even staan. Johanna kijkt mijn kant op en onderzoekt me, van top tot teen. Haar blik blijft hangen op mijn pols, waar de tatoeage van het Onverschrokkenheid's logo op staat. Daarna glimlacht ze en loopt weg.

Ik gooi de deur achter mij dicht, plof neer op mijn bed en laat mijn hoofd in het hoofdkussen zakken. Ik geniet van de stilte, de rust, geen constante inspanning zoals in mijn oude factie. Ik voel me vrijer en actiever dan in Onverschrokkenheid, dit is de eerste keer dat ik echt mezelf kan zijn, of gewoon een hoe een echt mens zich zou voelen. Ik hoor niet meer in Onverschrokkenheid, ik hoor er niet meer, ook al kom ik er vandaan en is mijn familie daar nog, ik hoor daar niet meer. Ik hoor in Vriendschap, of nou ja, ik voel me er meer thuis dan waar dan ook. Misschien ben ik wel niet zo afwijkend als Georgia zei, misschien ben ik wel zoals een normaal iemand, die maar in één factie hoort. Er is gewoon wat misgegaan in de test. Ik lach. Ja dat is het! Ik ben gewoon een normaal persoon, net zo als iedereen, niks bijzonders aan.

'Hé! Faith!' Ik schrik wakker en wrijf in mijn ogen. 'Weet je hoelang je hebt liggen slapen?' Meadow gaat zitten op het bed naast me, en slaat met haar kussen op mijn hoofd. 'Nee, ik zou niet weten.' Ik ga languit liggen en kijk naar het plafond.

'Een uur na het gesprek van Johanna vond ik je hier, slapend. Ik dacht "oh, ik laat haar maar even liggen" toen ben ik weggegaan, en nu twee uur later lig je hier nog.' Ze schopt haar schoenen uit en zet ze naast het bed. Ik kijk op de klok. Het is tien over half tien. De tijd die ik na de speech van Johanna had, heb ik gebruikt om te slapen.
Het is nu te laat om nog iets te gaan doen. Dus besluit ik maar om weer in slaap te komen als dat gaat lukken. 'Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ga slapen. Ben kapot!' Meadow trekt haar pyjama aan en kruipt onder de deken.

'Heb jij zin in morgen?' Ik kijk haar aan. 'Ja hoor, ik wil weten hoe alles werkt.' Ze praat nu gedimd en probeert weg te dompellen. 'En jij?' Ik weet het niet, net zo als dat ik veel dingen niet weet. Ik kan er niks over zeggen, ook al wil ik dat wel. Ik wacht af wat er zal komen, ook al weet ik niet wat. Ik haal mijn schouders op in hoop dat dit genoeg is om het Meadow duidelijk te maken. Maar ze reageert niet en heeft het waarschijnlijk niet gemerkt. 'Ik weet het niet.' Zeg ik. Ze zucht en zegt 'je zult het morgen te weten komen.' Haar stem is nu nog nauwelijks te verstaan.

Het is een tijdje stil. 'Ik ben blij met jou als vriendin.' Zeg ik en draai me op mijn zij. Er komt geen antwoord, ik kijk op en zie dat haar ogen dicht zij, en ik hoor haar ademhaling. Ik druk het nachtlampje uit en kruip ook onder de dekens. De warmte overvalt me, die heerlijke warmte, die ik normaal nooit voelde onder de dekens in Onverschrokkenheid. Ik hoop dat ik een goede tijd gemoed zal gaan. Geen geweld, geen wapens zoals in mijn oude factie, alleen een aura van vrede.

Faith's StoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu