Hoofdstuk 22

10 3 0
                                    

De trein verminderd zijn vaart en we springen één voor één uit de trein. Ik beland hard en door mijn benen trekt een pijnscheut. maar ik trek me er niks van aan. Ik heb dit zo vaak gedaan. Als iedereen eruit is en op dezelfde plek is. kunnen we ons plan gaan bedenken. Heath legt één arm over mijn schouder. 'Oké, het is als volgt. We gaan River binnen ophalen. dat pakt ze snel haar benodigdheden in en dan vertrekken we. We spreken af in de in de boomgaard.' we knikken allemaal. 'Wie is er mee eens dat Faith en Heath vast naar de boomgaard gaan?' Felix breekt een tak doormidden. 'kunnen hun niet beter River Halen? Faith is eigenlijk de gene die het bedacht om te vluchten.' Felix twijfelt geen moment. 'Oké dat is dan geregeld. Hope en ik blijven hier.' In de duisternis zie ik dat Felix een grijns op zijn gezicht heeft. Ik weet niet wat hij van plan is, maar ik maak me er geen zorgen over. Volgens mij heeft hij een ander plannetje om aan te werken. 'Gezellig.' Hope loopt richting Felix en geef hem een knipoog. 'wij gaan dan vast.' Felix richt zijn blik weer op Hope. 'oké, let's do it!' We splitsen ons in tweeën en gaan allemaal een andere kant op.

Wanneer ik zeker weet dat Felix niks meer kan horen richt ik me op Heath. 'Volgens mij speelt er meer tussen Felix en Hope.' Zeg ik zachtjes. 'Ja ik denk het ook.' Hij lacht en pakt mijn hand. We lopen samen hand in hand verder. 'We hebben nog maar weinig tijd alleen gehad, alleen met z'n tweeën. 'Ja klopt. maar hoezo?' Hij heft zijn schouders en schud zijn hoofd. 'nee niks, gewoon verlangens.' Ik krijg het warm bij dat gevoel. Hij heeft gelijk. omdat we de laatste tijd alleen maar druk waren met het bedenken van plannen, is er nauwelijks tijd geweest om even samen te zijn.

Ik zie het hoofdkwartier van Vriendschap nu duidelijker. Wanneer we zijn aangekomen bij het slaapgedeelte en de deur openen moeten we heel stil zijn. Ik open langzaam de deur van het meisjesverblijf. het is Schemerig daarbinnen en ik kijk met geknepen ogen rond. Ik gebaar naar Heath dat hij daar moet blijven staan. Ik loop geruisloos naar binnen en zoek Rivers bed. Als ik haar heb gevonden ligt ze op haar buik te slapen. Ik moet haar wakker maken. Ik tik langzaam op haar rug en ze rolt om. Nog niet wakker. 'River, wordt wakker.' Fluister ik. Ik hoop dat niemand me nu heeft gehoord. Ze word langzaam wakker en kijkt me aan. 'wat is er? Waarom maak je me wakker?' Ze duwt het deken van haar af en gaat zitten in haar bed. ' We moeten gaan.' Ik zie dat ze met haar handen in haar ogen wrijft. 'weggaan? waarheen?' Het is even stil. 'oh ja.' Ze staat snel op. 'Pak spullen waarvan je weet dat ze van pas zullen komen en dat je ze de hele reis makkelijk kan dragen. Zoals een extra setje kleding, maar dat spreekt voor zichzelf. Ik wacht buiten de deur.' Ze knikt. 'oké is goed.'

Ik sluit de deur achter mij en zie dat Heath weg is. Waar die heen is weet ik niet, maar ik mag hopen dat hij snel weer is. Ik sluit mijn ogen en denk aan een prachtige zee. Het water, de golven suizen, de meeuwen gieren en de wind blaast om mijn oren. Er valt dan een doodse stilte waarvan ik bijna bang word. Ik voel achter mij een persoon staan. Ik kijk om en ik schrik. 'Heath! Laat me nou niet zo schrikken.' Ik sla hem speels op zijn arm. 'Oh! Ga je me nu slaan?' Fluistert hij in mijn oren en komt langzaam dichterbij. 'ja, ik dacht dat je een moordenaar was.' Hij legt zijn neus tegen mij neus aan en wrijft ze over elkaar. 'Misschien ben ik dat ook wel.' Ik lach. 'Wie weet.' Hij duwt zijn lippen op de mijne en kust me. 'nou ik vind het heerlijk om je te vermoorden.' Hij glimlacht en zoent me daarna weer. 'moet ik nu bang worden?' Hij kust me nog steeds en het wordt steeds intenser. Maar het voelt goed. Die warmte tussen ons, voelt geweldig. Het lijkt of we één persoon zijn. Hij reageert niet en gaat gewoon door met zoenen. Hij duwt me tegen de muur aan. Volgens mij vliegen de vonken ervan af. 'Ben je nu bang.' Hij haalt zijn lippen van de mijne af. 'nou ja... misschien toch een beetje.' Ik wil niet dat hij er mee ophoudt. Het voelt fijn. Ik druk mijn lippen nu op de zijne. 'Ik hou heel veel van jou.' hij kust me nog steeds. 'ik ook van van jou.'

De deur gaat open en River staat met een grote tas in de deuropening. Heath houdt mijn hand vast en River onderzoekt ons. 'Ik denk dat het weer zover is. Gekke Tortelduifjes.' Ze knipoogt naar ons. 'zullen we dan maar gaan.' we knikken. River loopt achter ons aan naar de boomgaard. 'misschien hebben nog wel tijd als we straks ver weg van de stad zijn.' Hij knikt en geeft me een snelle zachte kus op mijn mond. Als we aangekomen zijn bij de boomgaard zien we Felix en Hope staan. Hope lijkt heel gelukkig want op haar gezicht staat een big smile. 'het wordt tijd dat we gaan.' Felix loopt vooruit en wij volgen hem. 'we moeten naar het westen.' Zegt Hope. Ze gaat naast Felix lopen en die komt steeds dichter haar kant op. Hij kijkt om zich heen en legt dan ongemerkt. - nou ja, ik zag het. maar hij denkt dat het ongemerkt was - zijn hand op hope's billen.

Faith's StoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu