Hoofdstuk 13

12 3 0
                                    

Hoofdstuk 17: Chicago

Na dat het eerste experiment was mislukt, de Rand, vonden de onderzoekers dat de zaak over GB doorgezet moest worden. De regering stemde voor om een nieuw experiment te doen, en het project kon beginnen. Ze noemde het Chicago. De stad is onderverdeelt in vijf facties, en elk heeft zijn eigen eigenschap waarvan hun factie denkt dat er doordat die eigenschap de wereld uit is, er geen oorlogen meer zijn of komen. Na vele generaties zullen er veel GZ komen door de verschillende facties, omdat ze meer wijsheid krijgen. De vijf facties zijn: Vriendschap, Eruditie, Zelfverloochening, Oprechtheid en Onverschrokkenheid.

Vriendschap heeft de eigenschap"agressie". Eruditie heeft "onwetendheid". Zelfverloochening heeft "egoïsme". Oprechtheid heeft "oneerlijkheid". En Onverschrokkenheid denkt dat oorlog ontstaat door "lafheid".

De regel is dat elk meisje en jongen op zijn zestiende moet kiezen voor één van deze facties, waar zij de rest van hun leven door moeten brengen. Zij zullen leren hoe ze die eigenschap kwijt kunnen raken. Maar hiervoor moeten ze eerst slagen voor de inwijding, om officieel lid te worden van een factie. In deze inwijding zijn er drie fasés, als de overstappers deze alle drie halen zijn ze officieel lid en zal hun leven pas echt beginnen... Maar zij die niet slagen zullen factieloos worden en die hebben een andere toekomst voor hun...

Factieloos zijn is totaal geen pretje, je hoeft misschien nergens aan te voldoen, maar je leeft als een zwerver. Ik zou het afschuwelijk vinden, ik voel als ik er al aan denk een koude rilling, moet je na gaan hoe het zal zijn om zelf factieloos te zijn, geen pretje sowieso. Zelfverloochening helpen de factielozen en geven eten en drinken, maar anders zouden ze niks hebben alleen maar afval van de andere facties. Ik sla het boek dicht en schuif het onder mijn hoofdkussen. Gelukkig mochten we even rusten na onze tweede stimulatie. Dit keer was Way er niet, het was een Johanna de de simulatie afnam. En ik herinner me nog goed wat hij had gezegd. 'Laat het niet merken aan hun dat je afwijkend ben, want een normaal Vriendschapslid kan geen mannen de lucht in duwen zodat hij vele meters achteruit vliegt en daarna neer valt.'

Vandaag moest ik in een ruzie rustig blijven en vriendelijk, ook al is het zwaar. Er was een ruzie tussen mij en een meisje die ik niet kon. Ze sloeg me, maar ik weet dat ik niks terug moest doen, dus deed dat ook niet. Toen hebben we het uitgepraat en ik was geslaagd voor deze simulatie. Johanna was erg onder de indruk en zei dat ik het goed deed en zo door moest gaan.

'En hoe ging de simulatie bij jou?' River staat naast me in de gang. Ze heeft me verteld dat ze er niet in slaagde om rustig te blijven, ze is er kapot van dat ze gezakt is voor dit stuk van de de eerste fasé. 'Bij mij ging het goed. Johanna was onder de indruk.' Ik lach. 'oh..... gefeliciteerd.' Ze drukt me tegen haar aan en ik word overspoeld door een vloed van warmte. 'Ik ga vast even naar de aula kom jij daar ook zo heen?' Ik knik. 'Ja dan zie je me zo wel.' Ik wring me los uit de stevige greep en loop dan verder de gang in en sla rechts af. Ik weet niet waar ik eigenlijk heen wil, ik loop en zie wel waar ik uitkom.

Wanneer ik bij de deur van de aula ben aan gekomen, zie ik Way staand met een aantal andere jongens. Ze kletsen en lachen. Ik loop er voorbij en hoop dat ze me niet opmerken. Wanneer ik bijna voorbij het groepje ben, steekt Way zijn hand uit en pakt me bij mijn arm en houdt mij tegen. 'Hey, goed gedaan vandaag bij de simulatie.' Hij knipoogt. 'Mag ik iets vragen?' Ik knik. Way draait zich om en zegt iets tegen zijn vriend. 'Loop maar even mee.'

De kassen liggen voor ons, de groene gloed van alle planten is te zien door de ruiten heen. 'Na u.' Hij houdt de deur voor me open. 'Thanks.' Die mooie bloemen, die kleuren, fel geel, groen en rood. Ze zijn zo mooi dat het gewoon eng is. De meeste soorten ken ik niet, maar ze zijn mooi. We lopen naar een open plek en in het midden staat een grote fontein, met bovenop een reuze bloem. Hij gebaart dat ik moet gaan zitten. Ik plof neer op een houten park bankje. 'Mag ik vragen hoe heb je het dit keer gedaan, om je afwijking niet te laten zien?' Hij kijkt me met zijn karamel kleurige ogen aan, bijna starend. 'Ik ..... stelde me voor dat ze me niet echt kon pijn doen, dat het allemaal niet echt was, maar toen kreeg ik het idee om er over te praten en ik hoopte dat het hielp.' Ik kijk naar mijn schoenen en schuif mijn voeten over elkaar. De gympen zijn rood en de veters zijn wit. Ze lopen heerlijk en zijn van goed kwaliteit, dat ook moet als je op het land moet gaan werken. 'Ik ben trots op jou.' Hij geeft me een schouderklopje. En we zwijgen dan een tijdje. Ik geniet van dit prachtige paradijs vol met planten en bloemen. Ik voel me hier thuis! het is kleurlijk, vrolijk waardoor je meer zin krijgt om dingen te doen. Heel anders dan de ondergrondse gangen en het overmatige trainen in Onverschrokkenheid. 'Zijn er nog meer afwijkende in Vriendschap dat je weet?' Ik dwaal met mijn blik naar de schoenen van Way. Deze lijken op de laarzen in Onverschrokkenheid, alleen zijn deze dan bruin. 'Ja ongetwijfeld wel, maar ik mag daar verder niks over zeggen, als je snap wat ik bedoel.' Zegt hij en ik knik. 'Ja ik weet wat je bedoel.' De zon kan ieder moment opkomen, en ik schat het op zes uur in de ochtend. Er staan nog steeds veel sterren in de lucht en dat is mooi om te zien. 'Je zult er dan zelf achter moeten komen.' Ik kijk hem aan en hij heeft een brede glimlach op zijn gezicht. De minuten verstrijken. 'Ik denk dat ik moet gaan, laat het niet ze merken!' Hij staat op staat op. 'Je bent een geweldige leerling, ik wens je succes. De volgende simulatie is vanmiddag om twee uur.' Nog een keer kijkt hij achterom en dan loopt hij de kas uit.

'Waar was je?' River zit lezend op één van de zitstoelen in onze kamer. 'Ik moest even naar buiten, genieten van de natuur. Je weet toch wel die kassen tegenover het hoofdgebouw? daar moet je is gaan kijken.' Zeg ik. Ik merk dat ze een brilletje draagt, zo'n brilletje die elke Erudiet heeft, zwarte omlijsting en dikke glazen. River schuift hem weer goed en kijkt dan met een tevreden blik naar haar boek. 'Ik denk dat ik dan ook maar eens er heen moet.' Ze kijkt op en lacht. Haar mooie felle blauwe ogen schitteren. 'Heb je al in jou boek gelezen?' Ze wijst naar het boek dat nog steeds onder mijn kussen ligt. Hoe ze weet dat het daar ligt is voor mij een raadsel. 'Ja.' Ik trek mijn rode sweater uit. Sinds ik hier ben gekomen heb ik alleen nog maar jurken gedragen en ik zeg, dat ik nu echt moet wennen aan die losse sweaters, ze zitten nu niet meer fijn terwijl ik dat in Onverschrokkenheid wel vond. Ik trek zoals gewoonlijk mijn bruine jurkje weer aan. Ik haal de vlecht uit mijn haren, en wapper met ze heen en weer. 'Ik heb het boek doorgelezen bij de hoofdstukken die mij het meest interessant leken. Echt waar het was zeer leerzaam.' Ik haal het boek onder mijn kussen vandaan en gooi hem op het bed van River. 'Als ik jou was zou ik het lezen, er staan dingen in die je niet hoort te weten als inwoner van Chicago.' Ze kijkt me vragend aan. 'Maar als er dingen in staan die ik niet mag weten, waarom zou ik het dan of moeten gaan lezen?' Ik zucht en rol met mijn ogen. 'Nou omdat je recht hebt om dat te weten! Het is van levensbelang.' Ze pakt het boek en bladert er doorheen. 'Ontstaan van Chicago.' River kijkt mij aan. 'wauw! dit gaat over de stichting van onze stad! ik ga gelijk lezen.' Ik lach en ga liggen op mijn bed.

Faith's StoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu