Faith's Story

Hoofdstuk 12

ik schrik wakker en kijk op mijn klokje. Het is één uur in de nacht. Ik kan toch niet meer in slaap komen nu ik wakker ben geworden. Ik wil meer te weten komen over het doel van de stad, waarom. Waarom zou het moeten lukken, is er niet een andere manier. Ik klim uit bed en trek mijn schoenen aan. Ik sluip de slaapzaal uit. Wanneer ik de buitendeur open gooi, loopt er een koude rilling over mijn rug. Het is nog best koud, ook al is het midden in de zomer.

Ik loop naar de boomgaard en zoek een geschikte boom. Een middelgrote boom staat aan de linkerkant, zijn takken zijn verstrengeld met een de bomen er naast. Het ziet eruit als een mysterieuze poort. Ik ga op één van de takken staan en klim omhoog. Ze zijn dik genoeg om mij te kunnen houden. Ik klim naar de top en hou me vast aan één van de dunnen takken. Ik adem de frisse lucht in. Sinds ik over ben gestapt naar Vriendschap ben ik nog nooit echt buiten geweest en heb genoten van de vrijheid, ik voel het wel maar het was niet van "ik voel het letterlijk". Ik doe mijn ogen dicht en denk terug aan wat mijn moeder zei:"het maakt niks uit wat je kiest, als jij denk dat je daar thuishoort moet je dat doen, wij redden ons wel." Een traan glijdt over mijn wang, ik veeg hem snel weg. Ik wil niet huilen, want ik weet goed wat mam hat gezegd, hun redden zich wel. Maar toch is het moeilijk om zomaar je familie achter te laten.

Ik kijk naar de uitgestrekte plantages en weilanden, die vrijheid die ik nooit zag, die vrijheid die ik nooit voelde, en nu.... zit ik in een boom naar de buitenwereld te kijken, de natuur en de vrijheid. Het voelt nog steeds onwerkelijk. Ik vroeg me altijd al af wat er buiten de muren was, maar ik zou het nooit weten, en nu zit ik er, kijkend ernaar. Uitgestrekte plantages en weilanden, en dat is het enige wat ik nu zie. Zal er meer zijn? wie zijn de mensen die in het boek spreken, waar komen die vandaan, en wat is de regering, ze bedoelen vast niet die van onze stad want het moet iets groters zijn. De sterren staan aan de hemel, het zijn er veel. Normaal zie je ze niet maar nu wel, heel duidelijk. De maan verlicht de hemel en het land waardoor de natuur onwerkelijk lijkt. Ik geniet van de rust en de stilte, van buiten maar ook vanbinnen, innerlijke rust. Ik haal het boek te voorschijn uit mijn tasje, die ik altijd meeneem, overal naar toe.

Hoofdstuk 5: GB en GZ

In de wereld van de wetenschap hebben we verschillende namen voor dingen. Deze twee namen zijn ontstaan door testen die op het menselijk ras zijn gedaan. Wij deden dit omdat er veel oorlogen waren en er een manier moest zijn waarom die plaatsvonden.

De onderzoekers vonden eigenschappen die er voor zorgen dat oorlog mogelijk is. Agressie en egoïsme zijn er daar een paar van. Mensen zouden hierdoor veel ruzie hebben. Hier moest iets op gevonden worden. De onderzoekers probeerde op verschillende manieren om deze de wereld uit te krijgen. Zij die de eigenschappen bezitten noemen we Genetisch Beschadigd (GB). Ze zijn niet zuiver, zij moeten deze nog kwijtraken.

We vonden een manier om GB uit te roeien, door een project te beginnen, de Rand. Dit lukte echter niet en in plaats van de Rand kwam het experiment Chicago, hier zal later nog meer over worden verteld. Onderzoekers wiste geheugens van mensen en daarna werden ze geïmporteerd naar de stad. Zo wisten de mensen niet wie of waar ze vandaan kwamen. Na vele generaties zullen de eigenschappen worden uitgeroeid, maar daar is veel tijd voor nodig. Na acht generaties is het dan toch zo ver, het eerste zuivere mens. Zij zullen vanaf dan Genetisch Zuiver (GZ) genoemd worden, of ook wel Afwijkend. Zij die GZ zijn zullen anders denken dan de GB, omdat hun gene zuiver zijn zullen hun ook wijzer zijn. GZ zullen door andere GB raar worden gevonden. Deze mensen zullen Afwijkend worden genoemd, omdat ze afwijken van het normale doorsnee GB, doordat ze zuiver zijn.

Ik kijk naar de uitgestrekte plantages die voor me liggen. "Zij die genetisch zuiver zijn zullen Afwijkend worden genoemd". Ik ben dus eigenlijk niet gevaarlijk zoals iedereen denkt over Afwijkende. Ik heb zuivere gene en ben niet zoals de meeste, ik .:hoor niet in één factie thuis omdat ik zuiver ben, en de andere kunnen dat wel. Maar waarom zou Jeanine dan alle Afwijkende willen vermoorden? ze zijn goed en niet slecht. Ik snap er nu niks meer van, het hele systeem van de stad. Ik vraag me af of ik de enige zal zijn die dit weet, ik snap überhaupt niet hoe River aan het boek komt want dit is geen normaal boek, dit is een boek voor mensen van het hoofd van de stad, en niet voor tiener meisjes die net hun eerste stap hebben gezet naar volwassenheid.