Hoofdstuk 18

12 3 0
                                    

Ik sta voor de deur van het jongensverblijf en haal diep adem. Ik moet het nu gaan vertellen aan hem. Ik hoop dat hij niet al te verward is.. Ik tik op de deur en wacht af. Na een aantal secondes gaat de deur open. Een blonde jongen waarvan ik de naam niet weet staat tegenover mij. 'Is Heath hier?' De jongen schenkt mij een vriendelijke glimlach. 'ja die is hier, ik zal hem even halen. Kom binnen.' Ik ga op een stoel zitten en wacht af. De zaal is middelgroot en er staan een aantal stapelbedden. Verder is er links van mij een kleine bibliotheek, met een aantal boekenkasten. 'Hoi, wat is er.' Ik draai me om naar Heath en sta op. Hij omhelst mij. 'Ik moet je even spreken, heel dringend!' Blijkbaar heb ik het te boos of te hard gezegd en hij kijkt nu geschrokt. 'Oké?' We lopen de zaal uit en ik sluit de deur zodat niemand het kan horen. 'Ik heb even een vraagje, maar je moet compleet eerlijk zijn!' Hij leunt tegen de muur en ik ga verder. 'Wat was jou uitslag voor de persoonlijkheidstest?' Ik hoor mijn stem lichtelijk galmen door de gang. 'Mijn uitslag? dat was Vriendschap. Hoezo?'

'Nou, je weet toch dat Eruditie op Afwijkende jaagt.' Hij knikt. 'Ik ben Afwijkend.' Zeg ik op een fluistertoon. Heath kijkt mij nog steeds recht in mijn ogen aan. 'Maar wat wil je nu doen dan?' Hij komt dichterbij mij staan. 'Ik zat te denken aan..... Dat we moeten vluchten! Vluchten naar de wereld voorbij Vriendschap.' Het is een lange tijd stil. Heath's ogen springen van hot naar her. Ik zou wel willen weten wat er nu allemaal in zijn hoofd rond dwaalt, angst, verdriet, verraad, adrenaline? wie zal het zeggen. 'Wanneer wil je je plan gaan uitvoeren?' Hij staart naar mijn schoenen. 'We willen dit het aankomende weekend proberen. maar eerst moeten we wapens en andere overlevingsmiddelen te pakken zien te krijgen.' Ik kijk naar zijn ogen en probeer ook maar één gevoel of gedachte te ontdekken, maar dat is moeilijker dan gezegd. Ik zou willen dat ik het kon, dan was alles makkelijker te voorspellen en komen sommige beslissingen minder hard aan. 'En hoe wou je dat dan voor elkaar krijgen?' Zijn blik is nog steeds strak gericht op mijn schoenen. 'We hadden bedacht, we kunnen zelf naar het hoofdkwartier van Onverschrokkenheid gaan, en daar wapens en andere overlevingsmiddelen meenemen.' Ik zie een flauwe glimlach op zijn gezicht. 'Maar doe je nu mee?' Hij richt zijn blik nu op mij en doet nog een stap dichterbij waardoor we nog maar een paar centimeter van elkaar af staan. Dan drukt hij zijn lippen op mijn voorhoofd. Die warmte tussen ons in, het voelt vertrouwt. Na een lange tijd zegt hij 'Ja.'

Wanneer ik terugkomt in de slaapzaal zit Hope op het bed zenuwachtig te tikken tegen het hout. 'En?' Ze staat op en omhelst me dan. 'Heath wilt meedoen. En bij jou? doen de andere ook mee?' Ik weet niet wie Hope allemaal heeft gesproken, maar ze lijkt blij. 'Tot nu toe wilt iedereen meedoen met ons plan. River, Meadow, Felix, Baylee en Skyler, en bij jou dan Heath.' Ze trekt me mee naar haar bed. 'Ga zitten, ik ga iets halen.' Voordat ik kan tegensputteren loopt ze al weg, naar de boekenkasten. Ze stopt bij de middelste, reikt naar de één na bovenste plank en haalt er een aantal boeken uit. Ze pakt een stuk papier er achter vandaan en zet de boeken weer terug. 'Ik heb vast een plan zitten maken.' Ze gooit het stuk papier naast me neer op het bed. Ik vouw hem langzaam open. Een kaart van de stad of wat het ook is, een bouwplan? 'Het is een kaart van de stad. En ik heb uitgestippeld hoe we bij het hoofdkwartier van Vriendschap komen. Kijk maar eens naar de rode lijn.' Ze wijst naar een lijn die kronkelend door de stad heen loopt. Ik volg hem met mijn vingers. Onderin staat aangegeven: "Vriendschap hoofdkwartier" met daarbij "Start."

Ook de andere facties hun hoofdkwartieren staan aangegeven. 'Hoeveel kilometer is het ongeveer?' We moeten voorbij de muren, en door de stad heen. Net pech dat het hoofdkwartier precies in het midden van de stad ligt. 'ik heb het uitgerekend dat het 31 kilometer is van Vriendschap naar Onverschrokkenheid. Maar we kunnen met de trein.' Ik knik. De trein stopt volgens mij net 1 kilometer buiten Vriendschap, maar ik weet het niet zeker. Hope heeft de route uitgetekend en ik leid ons in het Hoofdkwartier van Onverschrokkenheid, dat ook wel logisch is omdat dat mijn oude factie was. Ik weet de weg daar, de voorraadkamer ligt op de begane grond naast de kolk. Vroeger ging ik met Lyric er altijd op uit, we kwamen zo steeds meer te weten over de indeling van Onverschrokkenheid. De trainingsruimte waar alle overstappers moesten oefenen, de vergaderzaal van de leiders enzovoort. 'Wie gaan er eigenlijk allemaal mee?' Ik staar vooruit. 'Eh.. sowieso ik, jij, Felix en Heath. Ik denk dat we zo het sterkst zijn, twee jongens en twee meisjes.' Zegt ze. Ik ben het met haar eens, wij zijn voor het navigeren en de jongens voor het tillen en eventuele bescherming of dekking. 'Zullen we maandag de wapens gaan halen, en dinsdags in de ochtend gaan we vluchten...' Ik slik. Dat we naar Onverschrokkenheid moeten en wapens gaan jatten is voor mijn nog af en toe nog best moeilijk. Het voelt of ik mijn oude factie echt verraad. Maar dat is niet zo. Ik moet blijven leven. En als ik vlucht, dan ben ik pas echt dapper! 'Oké! we doen het! Overmorgen gaan we.' ze glimlacht maar ik zie toch een blik van angst in haar ogen, en dat is niet raar want je maakt wel een hele grote stap.

Faith's StoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu