hoofdstuk 8

89 4 0
                                    

sneeuwpanter ↑





Er komt een bediende Liams vertrekken in lopen terwijl ik eten aan het maken ben. De bediende heeft een brief vast die hij aan Liam geeft. Liam gaat op de bank zitten en gebaard dat de bediende kan gaan. Ik ga verder met koken. Ik dek de tafel terwijl Liam de brief leest. 'Het eten is klaar uwe koninklijke hoogheid' zeg ik. Liam antwoord niks staat alleen op en gaat aan tafel zitten. 'Meester, mag ik iets vragen?' zijn prachtige groene ogen kijken mij geïrriteerd aan. 'Ga je gang'. 'Van wie is die brief die net bezorgd werd en waar gaat die over?' ik krijg al snel door dat ik niet het antwoord ga krijgen. 'Dat jij überhaupt het lef hebt omdat te vragen'. De blik in zijn ogen is zo eng dat ik snel buig en mijn excuses aanbiedt. Langzaam staat Liam op en grijpt mijn keel vast en smijt me in een keer op de grond. Meteen schiet er een steek door mijn zij. Ik sta snel weer op en buig mijn hoofd. Liam loopt zijn keuken uit. Ik begin met opruimen en ga daarna op zoek naar Liam. Hij zit in zijn kamer. Als ik zijn kamer binnen kom verstopt hij zijn brief. 'ga slapen Vanessa'.

Er ligt een panter op MIJN bed. De panter staat op en loopt naar mij toe. Ik voel mijn hart een slag over slaan en ik begin te trillen. Ik denk dat de panter mijn angst ruikt want hij begint sneller naar mij toe te lopen. Van angst doe ik een paar stappen achteruit maar de panter staat voor de deur. Ik kan de kamer niet uit en mijn handen beginnen nog erger te trillen. Van angst sluit ik mijn ogen. Ik hoor niks meer geen voetstappen, geen gehijg, geen gekraak, alleen maar stilte. Na een paar minuten durf ik mijn ogen weer open te doen. De panter zit stil voor mijn voeten en kijkt mij raar aan. Ineens zie ik een briefje hangen aan de nek van de sneeuwpanter. Ik buk om het te pakken.

als je wilt weten van wie die brief was moet je kijken in de vierde la van Liams bureau. A

Meer staat er niet. Er is vast iemand die het leuk vindt om Pretty Little Liars na te doen. De panter kijkt me nog steeds aan. Als ik de deur opendoe loopt de sneeuwpanter meteen mijn kamer uit.

Vlak voor ik naar bed ga besluit ik om toch te gaan kijken. Die paar meters die ik moet lopen voelen als kilometers. Als ik bij de deur van Liams slaapkamer aankom ben ik blij dat Liam en Levi -die ernaast slaapt- weg zijn naar school. Met klamme handen pak ik de deurklink vast. Zachtjes duw ik de deur open. Er is niemand. Zonder het licht aan te doen loop ik naar binnen. ik sluit de deur achter me en loop naar het onbeslapen bed toe. Voorzichten om geen geluid te maken loop ik naar zijn bureau toe. ik voel het zweet door mijn nek rollen en mijn hart in mijn keel kloppen. Ik open de vierde la. Er ligt inderdaad een brief. Ik pak de brief en begin te lezen

Hoi broertje,

ik weet dat jij vindt dat ik ook een telefoon moet gebruiken met dat sms en zo. Maar ik hou het bij brieven schrijven. De nobele families uit het zuiden willen wat zaken met je bespreken. Iets over hun dochter en jou. Als je daar heen gaat kan je dan ook meteen voor mij vragen hoe het gaat met de transformeerders op hun land? Ik regel wel met je school dat je een week weg bent. Mijn hart mist een paar slagen als ik ineens een doekje over mijn mond voel. Ik probeer mijn adem in te houden totdat mijn longen beginnen te schreeuwen om lucht. Vlak nadat ik inadem wordt alles zwart.

Door verschillende geluiden word ik wakker. Ik merk aan alles dat ik in de kelder zit, de koude lucht, de krakende trap en het gegil en geschreeuw van andere mensen in deze koude cellen. De cel waar ik in zit is klein. De grond waar ik opzit is koud en er is geen bed of stoel alleen maar een deur, muren en grond. Ik voel de kou door mijn benen trekken. Ik kan niet ontdekken of ik nog in het koninklijk paleis ben. Voetstappen weerklinken door de gang. Eerst gaan de voetstappen de krakkende trap af daarna gaan ze verder door de gang. Ik hoor dat er sleutels gepakt woorden. De voetstappen komen steeds dichterbij totdat ze stoppen. Het geluid van een sleutel die in een slot wordt gestopt klinkt. Een deur in de buurt gaat open en er begint iemand te huilen maar diegene wordt waarschijnlijk gewoon meegesleurd. Het wordt steeds donkerder in de cel en er is nog steeds niemand geweest. Als het volledig donker is begin ik honger te krijgen. Met een lege maag val ik in slaap.

Weer kijk ik naar die tekening van Mia als vampier maar ik kan me bijna niet voorstellen dat Mia een vampier is. Ik heb gehoord dat heel weinig van de "verdwenen" mensen in een vampier veranderen de meeste gaan dood of overleven en blijven mens. Pas als ik iets nats op mijn handen voel vallen merk ik dat ik aan het huilen ben. Er glijden steeds meer geluidloze tranen over mijn wangen. Snel leg ik de tekening aan de kant zodat die niet nat wordt.

Zodra ik uit gehuild ben loop ik naar buiten met mijn schets boek ik schets de nacht in het bos. Ik hoor gekraak van voetstappen achter me maar ik blijf zitten. De eigenaar van de voeten die geluid maakten grijpt met zijn koude hand mijn arm vast. In een ruk word ik omhooggetrokken en ontmoeten mijn ogen die van de prins die al geïnteresseerd mijn kant opkeek tijdens de proef waar Mia bij af viel. Zijn intens groene ogen kijken in mijn blauwe ogen. Hij pakt mijn schetsboek vast en kijkt er verbaast naar. Hij kijkt omhoog naar de lucht en weer terug naar mijn schetsboek. Weer kijkt hij omhoog. 'jij kan goed tekenen' zegt hij. Ik kijk hem verbaast aan want dit is de eerste keer dat iemand dat zegt. Zijn ogen worden steeds donkerder totdat ze bijna zwart zijn. Met zijn koude vingers duwt hij mijn hoofd opzij. Hij ruikt aan mijn nek. Ik voel hem met zijn lippen mijn hele nek afzoeken naar een bepaalde plek. Op een plek krijg ik rillingen en precies daar bijt hij in mijn nek. Ik voel mezelf wegzakken in de duisternis. Als ik mijn ogen weer open, lig ik in mijn bed en zit de prins op mijn enigste stoel iets te tekenen. 'hoe voelde het dat ik je beet?' vraagt hij zonder van zijn tekening op te kijken. 'raar maar ook vertrouwd ofzo'. Er verschijnt een grijns op zijn gezicht. Hij staat op en loopt naar me toe. opnieuw duwt hij mijn nek opzij maar deze keer voelt hij alleen aan de plek waar hij beet. 'morgen heb je geen last meer van je nek' is het laatste wat hij zegt voordat hij verdwijnt.

En inderdaad had ik de dag daar na geen last meer van mijn nek. Maar nu na een nacht in deze stoffig cel wel. Ineens wordt de deur van mijn cel opgetrokken en kijk ik in de bruine ogen van iemand die ik niet ken. 'kom mee' nadat hij dat heeft gezegd sta ik op en loop ik met hem mee. We komen in een lange gang aan met ruime cellen. De nog steeds onbekende doet een deur open en duwt me naar binnen. ik kom in een grote zaal terecht. Ik zie een heleboel chemische stoffen en scheikunde dingen. Er is geen enkel raam maar wel een aantal deuren. Alle apparatuur en tafels staan in het midden. Aan de wanden hangen kettingen en touwen met handboeien ook staan er aan de zijkant een aantal kooien. Er wordt in mijn rug geduwd als teken dat ik door moet lopen. Als ik blijkbaar niet snel genoeg loop word ik aan mijn arm meegesleurd door een van de deuren. Achter deze deur zitten een aantal grote en een aantal kleine cellen. Iedereen waar we langs lopen buigt voor degene die me vastheeft. Aan het einde van de gang word ook ik in een cel gestopt. Als hij weg loopt heb ik de kans om hem is goed te bekijken. Zijn haar is blond en zijn lijf ziet er gespierd uit dus hij moet wel een vampier zijn. Geen enkel mens dat hier leeft is zo knap en ziet er zo goed uit. 'je bent hier voor het eerst' ik draai geschrokken om. Naast me in de cel zit Olivia. 'Olivia roep ik verbaast waar heb jij al die tijd gezeten?' 'het grootste deel van de tijd zat ik hier of bij prins Levi'. Ik begin te trillen van angst. Diezelfde man loopt de gang in en stopt bij Olivia's cel. Meteen komt er een angstige uitdrukking op haar gezicht en kruipt ze naar de verste hoek in haar kleine cel. De man zucht en loopt de cel in. Hij grijpt Olivia bij haar arm en trekt haar mee. Olivia probeert tegen te stribbelen maar is te zwak. Wanhopig kijkt ze me aan maar ik kan ook niks doen.

slave from a vampireWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu