18.

2 0 0
                                    

originele versie: https://www.wattpad.com/story/200711885-bedlam


Het was het beste om op de anderen te wachten in de lobby tot ze ons vonden dan rond te dwalen in de doolhof gangen zoekend naar hun. Willa was haar dreadlocks aan het drogen met een handdoek terwijl ik het natte deel van mijn broek probeerde te drogen, proberend om geen aandacht te trekken aan het resultaat van mijn paniek. Ze bespaarde me de ongemakkelijkheid door te kijken in een spiegel in de lobby en haar knotten opnieuw te doen.

Ik was betoverd door haar stille kracht. Haar energie leek thuis te zijn in deze manier van leven. Misschien wat het door dat we niemand anders gezien hadden die zo vriendelijk was sinds Otto en zijn vrienden, of omdat ze juist mijn leven redde, maar er was een vertrouwelijkheid die me troostte.

Ze draaide plots om en ik deed alsof ik niet aan het staren was.

"Ik ben nog steeds verbaasd dat je me vond op dat moment...Waar kwam je vandaan?" vroeg ik.

Ze ging neerzitten op de vloer naast me. "Ik zag de flakker toen het vliegtuig voorbij vloog. Ik liet een geweerschot af zodat jullie wisten dat er nog iemand was. Ik heb niemand gezien in weken, dus ik ging op zoek naar jullie. Dit hotel was het enige met de gordijnen dicht. Toen ik de deur probeerde open te duwen, bewoog het een beetje, maar ik kon voelen dat het versperd was aan de andere kant. Dat is wanneer ik doorhad dat er mensen hier verbleven. Ik ontgrendelde het slot in de kelder en vond mijn weg naar de trappenhal. Dat is toen ik de Jumbee hoorde die jou aanviel."

Ze merkte onmiddellijk mijn reactie op voor het vreemde woord.

"De Jum-?"

"-Jumbee, sorry. Het betekend demon. Het is een bijnaam die mijn vriendin en ik ze gaven..." Haar gezichtsuitdrukking werd verdrietig. "Ik ontmoette een meisje toen ik het huis verliet. Zij en ik bleven tezamen er achter, maar...ze heeft het niet overleefd..."

"Het spijt me...We hebben ook vrienden verloren," zei ik meelevend. "Je kan bij ons blijven als je wilt."

De trappen deur opende en de anderen kwamen in de lobby. Ava liep naar me en de anderen zuchten opgelucht.

"Tye! We zochten naar-"

Ze stopten hun voetstappen, bijna onmiddellijk hielden ze hun wapens op, maar ze zagen dat Willa rustig was en dicht bij me zat, ze lieten hun verdediging zakken.

"Dit is Willa," stelde ik voor.

Ze zwaaide vanop de grond terwijl ze rond haar stonden, kijkend van mij naar haar en terug.

Riley verbrak de spanning. "Ik ben Riley. Dit zijn Ava en Otto...Sorry, kunnen jullie me even op de hoogte brengen?"

"Ze heeft me juist gered van 556...De Mort was ontsnapt," zei ik. Ik draaide naar Willa om onze bijnaam ervoor de verklaren. "We noemen ze Morts."

Ze knikte begrijpend. De anderen waren bleek.

"Ben je oké?" vroeg Ava, ze scande me voor wonden.

"Ik ben oké. Ze vertelde me juist dat ze onze flakker zag en ons kwam zoeken. Ze geraakte binnen via de kelder," zei ik.

De groep had zoveel gemist in deze korte tijd dachten ze allemaal dat we gewoon een spelletje speelden. Ze kwamen naast ons zitten, perplex en nu volledig nuchter.

"Sorry om zomaar binnen te vallen. Ik ben alleen voor een tijdje nu," zei ze.

"Je hoeft je niet te verontschuldigen, we zijn gewoon verbaast. We hebben niemand gezien in weken," zei Riley.

"Wil je wat water, of eten?"vroeg Otto.

"Het is goed. Ik heb wat spullen in hier," zei ze kloppend op de rugzak naast haar.

BEDLAM (Nederlandse vertaling)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu