Van een droom naar een schemerzone (deel 2)

163 3 2
                                    

Lucien ging mee naar de neonatale afdeling, waar hun dochter in een couveuse zou liggen. Over een uur mocht hij terug bij Loek zijn, maar nu werd ze nog verzorgd door de artsen. "Als je wil, mag je haar handje aanraken hoor." Glimlachte een verpleegkundige. Voorzichtig deed de kersverse papa dit. Hij kreeg tranen in zijn ogen bij de zachte aanrakingen. "Momenteel is ze stabiel, maar ze ademt nog niet volledig zelfstandig." Kreeg hij als uitleg. "Het zal een vechtertje zijn, net als d'r moeder." Probeerde Lucien zichzelf gerust te stellen. "Zeker en vast. We zullen er alles aan proberen te doen dat ze goed ontwikkeld." Zei de verpleegkundige meelevend.

Nienke lag op een kamer op de materniteit van het ziekenhuis. Ze was net even weggedommeld, maar toen ze de deur hoorde opengaan, was ze meteen klaarwakker. Ze wilde naar d'r dochter toe. "Hé, lieverd." Het was Lucien. Hij snelde naar haar toe en nam haar in zijn armen, waarna Loek huilde in zijn schouder. "Hoe stelt ze het?" vroeg ze met groot gesnik.  "Rustig maar." begon hij en wreef met zijn hand haar haren uit haar gezicht. "Ze ligt op de afdeling neonatologie en daar wordt ze door de beste artsen en verpleegkundigen verzorgd. Ze doet het goed maar moet nog aansterken en  leren zelfstandig ademen, maar daar is ze nog veel te jong voor." legde hij haar uit. Loek liet haar hoofd in het kussen zakken. "Ik moet mijn moeder bellen." zuchtte ze. "Ze weet nog niet eens dat ze grootmoeder is geworden." Lucien lachte. "Denk eerst maar eens aan jezelf! Straks kunnen we nog steeds bellen. Jij moet nu rusten." Hij ging naast het ziekenhuisbed zitten en nam haar hand stevig vast, waarna Loek zachtjes in slaap viel. 

"Goeieavond, mevrouw Beernink. Hoe gaat het met u?" De gyneacoloog kwam met een glimlach binnen. Aan haar zijde liep een andere man, die ze nog niet hadden gezien. Loek knikte met een zwakke glimlach. "Dat gaat. Hoe gaat het met Sofia?" De gynaecoloog keek naar zijn collega. "Ik ben dokter Peeters, ik ben de kinderarts van jullie dochter. Momenteel is ze stabiel. Door haar vroeggeboorte moet ze nog longrijpers krijgen. Dit is medicatie die de longen helpt verder te ontwikkelen. Verder ademt ze nog niet zelfstandig, maar over het algemeen is ze stabiel." legde dokter Peeters uit. Loek knikte en keek naar Lucien. Beiden met ogen die ongerustheid uitstraalden. "Wat is haar overlevingskans?" vroeg Lucien met een bang hartje. Loek durfde bij het antwoord op die vraag zelfs de arts niet aan te kijken. "Ik moet daarin eerlijk zijn met u. Ongeveer 30% van de kindjes die op die leeftijd geboren worden, overleven het niet. Het risico is wel groter dat ze een bepaalde beperking kan ontwikkelen, maar dat kunnen we nu nog niet zien. Fysieke beperking is er nog niet, maar er kunnen nog mentale tekorten zichtbaar worden, naarmate ze ouder wordt." Loek wist niet of ze opgelucht moest zijn of niet. Ze was blij dat hun dochter toch nog 70% kans had om te overleven, maar hoe? Hoe zou het in de toekomst zijn? "Bedankt dokter. Wij wonen echter wel in Nederland, is er een mogelijkheid dat ze naar een ziekenhuis dichter in de buurt komt?" vroeg Lucien, waarop de arts meteen knikte. "Wanneer Sofia sterk genoeg is om het transport aan te kunnen, gaan we dat zeker regelen. De eerstkomende maand is dit nog niet aan de orde." begon dokter Peeters, maar als snel vulde de gynaecoloog aan. "Mevrouw moet sowieso nog 5 dagen in het ziekenhuis verblijven, daarna kunnen we alles bekijken hoe we het verder gaan regelen." Het koppel bedankte beide artsen. 

Nadat Loek met haar ouders en schoonouders had gebeld, was het tijd om de rest van hun collega's in te lichten. Lucien starte een videogesprek met Iris. "Hé Luc! Hoe is het met Loek?" riep Iris meteen ongerust door de telefoon. Loek lachte, maar greep meteen naar haar buik, lachen deed namelijk nog pijn. Lucien zuchtte. "Ja, dat gaat." Lucien ging naast Loek zitten zodat beide te zien waren door de camera. "Hé Ir." zei Loek zacht, want ze voelde de emoties alweer naar boven komen. "Hé meid, hoe gaat het?" Loek knikte. "Het gaat wel, maar we moeten iets vertellen." Loek keek naar Lucien, waarna ze het eindelijk mocht vertellen. "Wil jij meter zijn..." Iris schrok en deed haar hand voor haar mond terwijl Loek de naam zei "....van kleine Sofia Vangeffen?" Ondertussen toonde Lucien een knuffeltje voor de camera met de vraag of zij meter wilde worden. "O mijn god! Natuurlijk!!" krijste Iris het uit, waarna alle castleden voor de camera verschenen. Ze zaten namelijk in de lobby van het hotel iets te drinken. Verschillende felicitaties weerklonken door de gsm. Loek vertelde kort wat er gebeurd was, iedereen schrok er natuurlijk van. "Maar kom jongens, Loek moet rusten!" begon Vreneli toen ze zag dat Loek er steeds vermoeider uit begon te zien. Ze namen afscheid. 

"Kom je bij me liggen?" vroeg Loek aan Lucien. Lucien aarzelde en dit ontging Loek niet. "Kom maar, ik roep wel als ik pijn heb, maar het kan me even niks schelen." Alsof Loek zijn gedachten kon lezen. Lucien kroop voorzichtig in het te krappe ziekenhuisbed en trok zijn vriendin in een omhelzing. Zij legde haar hoofd op zijn schouder en hij fluisterde: "Ze komt er wel door, Sofia is een vechter, net als jij."


Het Huis Anubis~One shotsWhere stories live. Discover now