Ik kreeg voor een schrijfcompetitie de opdracht om een romantisch verhaal te schrijven dat zich afspeelt in het vliegtuig en als voorwerp een liniaal.
------------
Daar zit ik dan, in het vliegtuig op weg naar Australië. Ik ga backpacken in mijn eentje. Ik heb er zoveel zin in! Het vliegtuig staat nog stil, er komen namelijk nog steeds mensen binnen. Ik zit aan het raam, ik hoop dat er een aardig iemand naast me komt zitten. Zestien uur naast een onaardig iemand zitten lijkt me geen pretje. Ik wacht geduldig tot iedereen binnen is en tot iedereen zit. Het liefst ga ik slapen, maar ik moet natuurlijk wel even opletten als de stewardess de veiligheidsvoorschriften gaat uitleggen. Ik heb nu al totaal geen zin in de vlucht. Zal er niemand naast me gaan zitten? Het lijkt alsof het hele vliegtuig vol zit, behalve de ene plek naast mij. Opzich lijkt het me toch ook wel fijn om niemand naast me te hebben, want dan kan ik mijn benen op die stoel leggen en lekker languit gaan liggen. Ik pak mijn mobiel en stuur nog even snel een sms'je naar mijn ouders en naar mijn beste vriendin dat we ieder moment kunnen gaan vertrekken en zet mijn mobiel daarna op vliegtuigstand. Ik doe mijn mobiel in het voorzakje van mijn rugzak en schuif hem daarna onder de stoel voor me. Ik kijk even opzij om te kijken of er al iemand zit en schrik me dan rot. Er zit een megaknappe jongen van ongeveer mijn leeftijd naast me. Hij heeft helderblauwe ogen en bruin haar met aan de voorkant een blond plukje. Hij heeft ook een beetje een gebruinde huid van de zon, want het is in Nederland de laatste tijd redelijk zonnig geweest. En zijn lichaam is goddelijk: hij is behoorlijk gespierd, maar dan wel mooi en niet zoals een bodybuilder. 'Hier kan ik wel zestien uur naar kijken hoor,' denk ik in mezelf. 'Mooi uitzicht?' vraagt hij. Ik bloos, dit is pas echt genânt. 'Ja, eigenlijk bevalt het me wel,' zeg ik bijdehand terug. 'Dat is mooi, want jij ziet er ook wel lekker uit,' zegt hij terwijl hij me een knipoog geeft. Ik grinnik een beetje. Ik heb altijd al veel bekijks van jongens gehad en al zeg ik het zelf, ben ik ook echt niet lelijk, maar wat alle jongens nou zo aantrekt, daar ben ik nog steeds niet achter. Ik heb lang stijl blond haar, tot halverwege mijn rug en met mijn bruine ogen erbij is dit schoonheidsideaal één. Ik heb een blanke huid met wat sproetjes op mijn gezicht. Dat is het tweede schoonheidsideaal dat ik bezit. In totaal heb ik er drie, want ik heb ook lange gekrulde wimpers van mezelf. 'Maar eh, hoe heet je eigenlijk?' vraag ik. 'James,' zegt hij, 'en eh, hoe heet jij eigenlijk?' praat hij me na. 'Cindy,' zeg ik. 'Mooie naam, die heel goed past bij deze mooie meid,' zegt hij slijmerig, waarna hij en ik allebei heel hard moeten lachen. De andere mensen in het vliegtuig kijken ons een beetje raar aan, maar dat boeit mij helemaal niets. 'En wat ga je doen in Australië,' vraag ik. 'Backpacken, in mijn eentje,' antwoordt hij, waarna ik heel hysterisch terugzeg: 'O mijn god, ik ook.' We liggen allebei weer helemaal dubbel van het lachen, dit kan nog wel eens heel gezellig gaan worden. Veel gezelliger als dat ik van tevoren van de vliegreis had verwacht.
Na heel lang praten, heel veel lachen en heel gezellige uren, gaan we allebei slapen, omdat we niet doodmoe aan onze trektocht willen beginnen. Als ik na vijf uur weer wakker wordt, zie ik dat James nog slaapt. Hij ziet er echt heel schattig uit als hij slaapt. Ik pak mijn kaart van het gebied waar ik ga backpacken in Australië uit mijn rugtas en een pen. Ik zoek mijn liniaal om rechte lijnen te kunnen trekken, maar waar dat ding nou weer gebleven is, weet ik ook niet. Ik haal het hele voorvakje van mijn tas overhoop, maar hij ligt er echt niet. Zal James hem gejat hebben? De kans is vrij groot. Ik scan hem en zijn omgeving even met mijn ogen en ja hoor, daar zie ik mijn liniaal al. Hij houdt hem stevig vast in zijn hand. Hoe ga ik dat ding pakken zonder James wakker te maken? Ik pak gewoon de bovenkant van de liniaal vast en trek hem in een slakkentempo uit zijn hand. Yes, het heeft gewerkt! Ik teken op de kaart precies de route die ik wil lopen. Ik had thuis de route al uitgestippeld, maar ik teken hem nu nog eens om zeker te weten dat ik straks de goede richting op loop, haha. Ik wil de volgende lijn trekken, maar dan merk ik dat mijn liniaal alweer weg is. Meteen kijk ik naar James, die op het eerste gezicht nog lijkt te slapen, maar al meteen zie ik de liniaal in zijn hand zitten. Hij krijgt de kieteldood! Ik begin hem te kietelen op zijn buik en hij moet heel hard lachen. 'Pestkop,' zeg ik, 'vraag om genade.' Hij schudt nee en blijft lachen. Uiteindelijk zal hij toch wel moeten toegeven, want ik stop echt niet zomaar met kietelen. Pas na een kwartier roept hij: 'Genade,' en ik stop met kietelen. Hij geeft mijn liniaal terug en ik vertel hem waar ik langs wil. 'Klinkt leuk,' zegt hij. 'Eigenlijk was ik van plan gewoon per dag te bekijken waar ik heen wil, gewoon zonder route.' Ik kijk hem raar aan, dan verdwaal je toch? Tenminste, ik zou dan echt verdwalen en helemaal gestresst raken. Maar ja, mannen zijn raar. 'Zijn er nog wel plaatsen waar je per se heen wil?' vraag ik hem. 'Nee, niet echt, ik zie het allemaal daar wel,' zegt hij onverschillig, en ik kijk hem ongelovig aan. Hij lacht me uit om mijn gezicht. Nou zeg, dat is niet aardig. Ik steek mijn tong uit, waardoor hij nog harder moet lachen. En dan ineens, buigt hij zijn hoofd naar de mijne en zoent hij mij. Het voelt geweldig! Ik zoen hem terug. Het voelt zo vertrouwd. Ik heb al wel eerder wat vriendjes gehad, maar daarbij heb ik me nog nooit zo op mijn gemak gevoelt. Als we gestopt zijn, vraag ik aan hem: 'Zullen we samen gaan backpacken?' Hij antwoordt snel en vastbesloten: 'Ja!' Ik glunder, wie had dat nou gedacht. Cindy die een vriendje vindt, in het vliegtuig? Niemand, en dat maakt het zo bijzonder.