Dat ik je mis - Maaike Ouboter. De opdracht was om een verhaal te schrijven dat over een van je favoriete liedjes gaat.
---------------
Lieve mama,
Je bent nu echt weg. Ik zag het aankomen. Ik mis je zo verschrikkelijk. Kom alsjeblieft terug.
Je kuste me als ik naar school ging, als ik ging logeren. Je suste me als ik verdrietig was. De enige die me kon troosten was jij. Je omhelste me. Gewoon omdat ik zo van knuffels hield. Ook weer als ik verdrietig was. Je geruste me. Lieve woordjes zeggen was je gave.
Je riep me als we gingen eten. Papa, jij en ik. Een drie-eenheid. Nu zijn er nog maar twee over. Je hoorde me als ik iets kwijt wilde. Als ik iets tegen je wilde zeggen. Dagelijkse dingen, privé dingen, geheime dingen, sarcastische gesprekken. We hebben alles wel gehad. Je redde me als ik het niet meer aankon. Uren was je me aan het helpen. Allemaal alleen voor mij. Wat voelde ik me dom als jij zo je best deed om alles uit te leggen, en ik het na duizend keer nog niet begreep. Ook verstoorde je me vaak, als ik aan het denken was. Als ik mijn huiswerk aan het maken was. Als ik tv aan het kijken was. Als ik muziek luisterde.
Je geloofde me altijd. Of ik nu de waarheid vertelde of niet. Zo fijn vond ik dat. Je leefde met me mee als ik zenuwachtig was. Als ik niet wist wat te doen. Je dacht mee als ik een probleem had. Je vertrouwde me altijd. Alles mocht en kon, want je vond mij de perfecte dochter. Dit zei je me ook vaak. Je beschouwde me ook als een mens. Niet meer als kind, zoals veel anderen wel deden. Ik voelde me groot en volwassen bij jou, geen klein en onwetend kindje meer.
Ook weerhoud je me, van bozige dromen, van nachtmerries. Zomaar komen ze opdagen, uit het niets. Net als die vragen, ze blijven maar in mijn hoofd rondspoken. Eeuwig geluk, is dat mogelijk? Ja of nee?
Je mooie blonde krullen kriebelden zo vaak in mijn gezicht, als je me knuffelde of zoende. Je stem en je typische lachje, ik hield ervan. En je stem dichtbij, die verzachtte mijn pijn. Zo prachtig als een engel, het hielp altijd, mijn verdriet ging over.
Maar sinds je weg bent, droom ik niet meer. Ik voel niets anders dan leegte. Ik denk nergens anders meer aan. De enige die in mijn hoofd rondspookt ben jij, verder is het leeg. Mama, ik mis je zo. Ik kan echt niet zonder je. Ik mis je echt heel erg. Kom terug! Ik wil je terug! Ik roer en beveel je om bij mij te blijven. Maar het kan niet meer. Je zal nooit meer terugkomen. Nooit meer. Het beklemt me. Vooral in donkere nachten mis ik je verschrikkelijk.
Het smachten naar jou moet stoppen. Ik kan het niet aan zonder jou. Wat zal het zwaar worden. Laat me los, alsjeblieft. Misschien kan ik jou dan ook loslaten. Ik moet nu alleen verder. Zonder jou. Ik zal ermee moeten leven, voor altijd. Mijn enige vraag aan jou is, wil je me vasthouden? Alleen als het echt nodig is natuurlijk. Verder zoek ik je, in alles om me heen. Soms denk ik wel eens dat het beter is dat je er niet meer bent. Nu kan ik zelfstandig worden, en jij bent verlost van je pijn. Dit laatste is natuurlijk het belangrijkste. Toch kan ik het niet helpen, dat ik je soms mis.
Nu ben je weg naar een andere plek. Zal het de hemel zijn? Jij weet het, voor mij is het een raadsel. Toch hoor ik je, je lieve zachte engelenstem. Wat je precies zegt, weet ik niet, maar dat je er altijd voor me zal zijn, weet ik zeker. Je begreep me altijd, en dat doe je nog steeds, vanaf boven. Je verwart me, wat moet ik doen zonder jouw hulp. Toch weet ik het stiekem wel. Ik kan het gewoon zonder jou, ik ben trots op mezelf. Jij bent ook trots, dat weet ik zeker.
Hoe ouder ik word, hoe meer ik op je ga lijken. Soms schrikt het me af, maar meestal vind ik het juist leuk. Qua innerlijk en uiterlijk zijn we in bepaalde dingen gelijk. Mijn glimlach en ogen zijn gelijk, maar ook mijn tranen. Mijn manier van liefde, en houden van, maar ook mijn beleven.
Mama, het spijt me van alles wat ik heb misdaan, vergeef het me. Blijf me helpen en bevrijd me. Nu kan ik het echt alleen. Je mag me loslaten, doe het alsjeblieft. Maar houd me toch vast als het nodig is, vooral in je gedachten. In alles om me heen vind ik jou. Nog steeds denk ik soms dat het zo beter is. Maar je blijven missen, dat zal ik altijd doen. Dat kan ik niet helpen. Er mist toch een deel van mijn leven.
Nu kus en sus ik jou. Je blijft heel dicht bij me. In mijn hart en vooral in mijn ziel. Maar in mijn hoofd, daar rust je nu.