Vogel, waterkoker en sjaal

154 19 10
                                    

Opdracht voor een schrijfcompetitie die vervolgens afgelast is :-(. De woorden vogel, waterkoker en sjaal moesten erin voorkomen! Dit was best lastig....

---------------------

Ik zit in het parkje tien minuten fietsen van ons huis. Het is winter en ijskoud, maar toch zit ik buiten. Af en toe heb ik even tijd voor mezelf nodig om bij te komen en dat lukt het best als ik buiten zit, precies op dit bankje. Ik weet niet wat het is, maar het voelt voor mij gewoon goed om op dit bankje te zitten. Nu een half jaar geleden heeft mijn allerbeste vriendin zelfmoord gepleegd. Ik ben er nog steeds heel erg rauwig om. Voor iedereen is het een raadsel waarom ze het heeft gedaan. Ze heeft niets achtergelaten: geen brief, geen dagboek, helemaal niets. Ze leek altijd een vrolijk meisje, zonder zorgen en problemen. Niemand heeft ooit een spoortje van onzekerheid bij haar ontdekt. Maar ja, schijn bedriegt. Zo zie je maar weer, spreekwoorden kloppen altijd. Om mijn hoofd leeg te maken ga ik hier naartoe.

Ik leun achterover en kijk om me heen. Het is een prachtig parkje, vol met bomen. Dat zie je tegenwoordig ook niet meer zo vaak, alle bomen worden gekapt. Er vliegt een vogel langs, een mooi klein vogeltje. Ik heb geen idee wat voor soort het is, daar heb ik geen verstand van. Het is een heel mooi beestje, hij heeft glimmend blauwe veren. Hij gaat even snel op mijn hoofd zitten. Ik heb eens gehoord dat dat geluk brengt! O nee, dat was bij een vlinder. Helaas vliegt het vogeltje al snel weer weg.

Ook ik besluit weg te gaan uit het parkje, terug naar huis. Ik pak mijn fiets, die ik naast het bankje had geparkeerd. Ik steek het sleuteltje in het slot en fiets weg. Ik heb het koud, dus zorg ik dat mijn sjaal wat strakker om mijn hals heen zit, zodat ik het hopelijk iets warmer krijg. De sjaal past totaal niet bij mijn jas. Ik heb namelijk een legergroene jas en mijn sjaal is felroze. Mijn zilveren sjaal, die er wel goed bij past, is jammer genoeg kwijt, dus er zit niets anders op dan deze te dragen. Ik fiets door allerlei gezellige straatjes in ons dorp. Veel mensen hebben lichtjes opgehangen voor de kerst, dat is hetgene wat het gezellig maakt. Ik fiets sneller dan normaal, in de hoop dat ik nog wat warmer word. Doordat ik zo snel fiets, ben ik ook binnen de kortste keren thuis. Ik zet mijn fiets in de garage en loop naar binnen.

Ik doe mijn jas uit en hang hem op, ik doe mijn sjaal in de mand waar al mijn sjaals in liggen en trap mijn schoenen uit. Ik ren naar de bank en plof neer. Gelukkig ligt er op de leuning een deken. Ik pak hem op en sla hem om me heen. Ik zet de televisie aan en zet kijk het eerste programma dat op het beeldscherm verschijnt. Het is een dodelijk saai programma, maar ik ben te lui om hem op een andere zender te zetten.

Na tien minuten komt mijn moeder binnen. 'Hey Fleur!' roept ze veel te hard. 'Hoi mam,' zeg ik. 'Ik heb het zo koud,' zegt ze. 'Jij zo te zien ook,' voegt ze eraan toe. 'Inderdaad,' breng ik zuchtend uit. 'Het is tijd voor warme chocolademelk!' roept ze alweer veel te hard. Ze loopt bijna huppelend naar de keuken toe om de waterkoker aan de zetten. Ik ben blij dat er verder niemand in huis is, want ik schaam me kapot. Af en toe gedraagt mijn moeder zich echt nog als een klein kind en dat vind ik zo gênant.

Ondertussen heeft mijn moeder de waterkoker aangezet en ze komt de woonkamer weer inlopen. 'Ik heb de waterkoker al aangezet en de poeder in de glazen gedaan. Giet jij dan, als het water gekookt is, het even in de glazen?' vraagt ze. Eigenlijk heb ik totaal geen zin om op te staan, maar ik ga toch maar, want ik heb wel trek in warme chocolademelk. Als ik op weg ben naar de keuken, roept mijn moeder: 'Er staat ook nog slagroom in de koelkast, als je daar zin in hebt.' Ik heb geen zin om te antwoorden, dus ik loop zonder iets te zeggen door naar de keuken. Ik giet het kokende water in de glazen. Ik pak de bus slagroom uit de koelkast en spuit een grote hoeveelheid in de gloeiend hete chocolademelk. Ik pak de glazen op en loop ermee naar de bank. Ik ga zitten naast mijn moeder en samen genieten we van onze dampende beker chocolademelk.

Kleine verhaaltjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu