004

205 16 0
                                    

Pov Newt

Na die nacht in de kelder werd er wat brood die ochtend naar beneden gesmeten en een flesje water.

'Wij gaan weg,' zei mijn vader. 'Dus ik laat je hier zitten. We zijn vanavond pas laat terug.'

'Wacht! riep ik terwijl ik me oprichtte. Het luik was echter al dicht geslagen en ik hoorde hoe er wat zwaars op het luik werd geschoven.

Vloekend ging ik weer op de aardappelen zitten. Ik wist dat schreeuwen geen zin had, want dat had ik al zo vaak geprobeert.

Het was helemaal stil op straat. Geen enkele auto reed voorbij. Ik wist dat vandaag markt was in het centrum.

Verweg hoorde ik opeens iemand gillen en ik zette al mijn zintuigen op scherp, misschien dat er nog een gil kwam, maar dat was niet zo.

Na ik weet niet hoeveel tijd werd het zware iets van het luik af geschoven. Het licht verblindde me en ik maakte mezelf kleiner toen er iemand de trap af kwam.

'Meekomen jij!' zei mijn vader kwaad. Hij pakte me aan mijn haren vast en trok me zonder genade de trap op.

Ik werd naar voren gesmeten en kwam op mijn knieën voor twee grote benen terecht. Ik keek omhoog. Met een schok merkte ik dat dit een van de twee schimmen was geweest die beneden waren geweest bij het pas verkochte huis.

Pov Victoria

Moe en gebroken lag ik vastgebonden op het bed. Mijn polsen waren boven mijn hoofd aan de stangen vast gemaakt. Mijn voeten waren aanelkaar van gebonden.

Door een prop in mijn mond kon ik niet naar mijn moeder roepen dat ik hier was, want zij zat me namelijk al de hele tijd te zoeken.

Ik probeerde me op te richten toen de deur van het slot werd gedraaid. Hij ging langzaam open en een jongen van rond de 20 keek me aan.

Hij werd naar binnen geduwd en kwam kreunend op de grond terecht. Meteen richtte hij zich echter weer op en draaide zich om naar mijn vader en zijn vader denk ik.

'Jullie blijven beiden hier,' zei de vader van de jongeman. 'En wat wij zeggen gebeurt ook. Zonder tegenspraak of tegenstribbeling.'

Mijn vader keek me doordringend aan, bang knikte ik terwijl ik mijn ademhaling normaal probeerde te houden en niet te staren naar de o zo knappe jongeman die ook knikte.

De vaders liepen weer de deur uit, draaiden de deur op slot en pas toen de voetstappen weg waren, zakte de jongeman door zijn benen.

Angstig keek ik hem aan. Ik zag dat hij iets scherps in zijn handen had en probeerde zijn touwen door de zagen.

Hij kreunde soms zacht. Wondjes zaten op zijn polsen, die lichtjes bloeden. Opeens was hij los en hij richtte zich op.

Ik probeerde me van hem weg te draaien, maar het enige wat hij deed was mijn polsen en enkels los maken.

Ik haalde zelf de prop uit mijn mond en smeet hem in de prullenbak. Kreunend bewoog ik mijn pijnlijke spieren.

Het bed zakte in. Zachtjes werd ik bij mijn heupen vast gepakt en tegen hem aan getrokken. 'Rustig maar,' klonk zijn zwoele stem in mijn oor. 'Ik doe je niets.'

Ik ontspande onbewust mijn spieren en leunde tegen hem aan. Hij legde het deken warm over ons heen. Met moeite onderdrukte ik een gaap.

'Ga maar slapen,' fluisterde hij nog steeds zwoel. 'Ik zal bij je blijven, dat beloof ik.'

Met een kleine glimlach viel ik in slaap.

Nieuwe kansenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu