4. De rivier

68 9 0
                                    

Hij liet de auto op contact staan en verwisselde het geluid van de lokale radio in voor een cd met rustige westernmuziek en stapte uit. Ze volgde hem naar de achterkant van zijn oude Ford pick-up. Hij klom in de bak, en ze zag hoe hij een kleed omhoog trok. Er lag van alles onder en ze kon door de vormen zien dat er opklapstoelen lagen en een kist.

'Kom.' Zei hij en stak zijn hand uit. Ze pakte zijn warme hand vast en stapte de laadbak in.

'Samuel, wat is dit?' vroeg ze. Hij trok zijn wenkbrauwen op en grinnikte, wreef in zijn nek en keek haar aan.

'Nu je toch met mij mee gekomen bent, kan ik net zo goed doen alsof het een echt afspraakje is.'

'En dit was wat je in gedachten had?'

'In eerste instantie wou ik uit eten gaan, maar het is inmiddels al te laat daarvoor. Dus gaan we hier zitten.' Zei hij. Hij realiseerde hoe vreemd het eigenlijk was en hij perste zijn lippen samen. Katy nam plaats op een van de stoelen die hij opgeklapt had. Hij gaf haar een kleedje die hij ook mee had gebracht. Ze glimlachte en trok het kleed over haar heen, het was niet koud. Toch deed de koele wind haar rillen en ze was dankbaar dat Samuel zich had voorbereid op deze avond. Stiekem kon ze niets beters bedenken dan de plek waar ze zich nu bevond. Omringd door de natuur, het geluid van de oude westernmuziek klonk op de achtergrond en de heldere lucht had zich uitgestrekt boven hen. Ze was de ruzie met haar ouders al bijna vergeten. De sterren schenen in hun prachtige bestaan en deden haar denken aan alles wat haar nog te wachten stond. De toekomst die zo ver weg leek, het was zo dicht bij.

'Ik heb een vriend in Vancouver.' Zei ze, ze keek hem even aan, 'Olivier, hij zit in mijn jaar.' Samuel nam plaats naast haar op een soortgelijke campingstoel en keek haar even aan. Ze zag telleurstelling in zijn ogen en tegelijk dankbaarheid dat ze de waarheid sprak.

'Oké,' zei hij, hij schoof de kist naar zich toe, het hout schuurde over de bodem van de laadbak, 'Olivier.' herhaalde hij zacht en probeerde zich voor te stellen hoe Olivier en Katy door de straten van Vancouver liepen. Hoe ze dezelfde interesse toonden voor de psychologie en samen konden filosoferen over het leven. Hij zuchtte, hij zal nooit zo worden.

'Vind je hem leuk?' vroeg hij en opende de kist, haalde er een thermosfles met warme chocolademelk uit, twee bekers en een pak met koekjes. Hij gaf haar een beker, zette de koekjes en zijn eigen beker op de grond. Draaide de dop van de fles en schonk haar de warme chocolademelk in. Ze keek hoe hij zorgvuldig haar beker vulde, ze voelde hoe ze de avond deels had verpest met haar aankondiging. Olivier was niet eens haar vriend, hij was meer eens soort van scharrel. Ze had geen diepgaande liefde voor hem gevoeld wanneer ze samen waren, wanneer ze wakker werd in zijn bed terwijl ze zijn adem voelde in haar nek. Ja ze vond hem leuk maar ze hield niet van hem. Het was meer een soort ontspanning en misschien, hoopte ze, wist Samuel dat ook wel.

'Ja...' zei ze, nipte aan de warme chocolademelk, 'Ja hij is leuk.' Haar woorden klonken niet houdbaar. Ze wilde zelfverzekerd klinken, vol hartstocht over de jongen. In tegendeel klonk het alsof ze twijfelde en Olivier amper kende. Wat in feite ook zo was, dat hoefde Sam niet te weten.

'Houd je van hem?' vroeg hij. Ze schoot omhoog en haar ogen spuwden vuur, hoe durfde hij dat te vragen. Ze klemde haar handen om de beker en wende haar blik naar de grond.

'Ja.' Piepte ze. Ze hoorde Samuel glimlachen en wist hoe hij zijn hoofd schudde uit ongeloof.

'Nee.' Zei hij, kort en leek erg zeker van zijn zaak. Katy was stil, nam een slok van haar chocolademelk en keek naar de sterren. Hij keek haar aan, de zijkant van haar gezicht werd verlicht door het prille maanlicht. Haar gave huid had de kleur van zijde in het blauwe licht, hij glimlachte. Hij had gelijk.

'Hoe is het met je studie?' vroeg hij en wist dat hij moest stoppen met haar plagen. Ze haalde haar schouders op, het zal hem niet interesseren hoe ze zich verdiepte in het menselijk brein, hoe ze stoffige boeken doorspitte om antwoorden te vinden die haar gevraagd werden, hoe ze streed om haar cijfers op te halen en doorging tot in de nacht om de volgende dag een magere voldoende te halen.

'Wel goed.' Zei ze.

'Wanneer moet je weer beginnen?' vroeg hij, weer haalde ze haar schouders op.

'Het is eerst zomer.' Zei ze met een oprechte glimlach en wou niet denken aan de tijd dat het semester weer zal beginnen.

'Ga je meehelpen met de oogst?' vroeg hij. Haar ogen begonnen te glinsteren en ze knikte.

'Zeker! Wat moet ik hier anders.'

'Geen idee, zonnebaden?' zei hij en gaf haar een knipoog. Ze schudde lachend haar hoofd en zette haar mok op de bodem van de laadbak.

'Sam, wou jij niet studeren?'

'Ben je gek! Ik heb er over nagedacht maar kwam al snel tot de conclusie dat dat voor mij niet zal werken.'

'Hoe bedoel je?'

'Dat weet je wel.' Zei hij en pakte de koekjes die hij mee had genomen. Het ritselen van het plastic galmde door de stilte van de nacht. Hij gaf haar er een en nam er zelf ook een.

'Ja oké, maar vind je niet dat je iets hebt gemist?' Hij fronste en keek haar aan.

'Meid, ik ben tevreden hoe het leven is, en of ik iets mis? Geen idee, ik hoef ook niet alles mee te maken, toch?'

Ze bezat zelf de angst dat ze elementen van het leven zal missen. Dat ze de vreugde van anderen miste, dat ze niet alles mee kreeg. Het gaf haar een beklemmend gevoel dat ze alles wou mee maken, ze moest overal zijn en beleefde alles op een gehaaste manier. Ze genoot van alles wat er gebeurde, daar niet van, het was de druk van de maatschappij die haar najaagde. En soms had ze het idee dat het leven haar probeerde op te slokken. Haar ogen volgden een vallende ster en ze wenste in de stilte dat ze de kracht bezat van Samuel om tevreden te zijn met alles wat hij had en niet had.

'Sam...' zei ze en keek hem aan. De klank in haar stem riep een weemoedig gevoel bij hem op, 'ik heb je wel gemist hoor.'

Oude Hoop [WINNAAR WE WRITE 2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu