18. Prachtig

52 8 0
                                    

De volgende dag was zaterdag en naast de standaard controles, stond er niets op de planning. Waar Sam blij mee was aangezien hij zich een prachtige plek herinnerde. Gister toen hij met Katy door de bossen reed, had hij de vergeten plek herinnerd. Aan de westkant, achter de bossen lag een prachtige plek en hij wist bijna zeker dat Katy er nog nooit was geweest. Net aan de andere kant van de rivier. Hij had na het avondeten de vorige dag, nog de tijd genomen om een oud bootje naar de oever te brengen. En hij hoopte met heel zijn hart dat het ding nog waterdicht was. De boot lag namelijk al jaren in de schuur en het hout was niet meer wat het ooit geweest was. Hij had aan Tilly gevraagd of ze een kleine mand met eten voor hen wilde klaarmaken. Ze had het een geweldig idee gevonden, hem voor romanticus uitgemaakt en de mand in een mum van tijd klaar. De mand stond achterin zijn laadbak en hij wachtte op de veranda op Katy. Ze wist niet dat ze weggingen. Het was nog vroeg en Sam wist dat Katy elke zaterdagochtend de tuin in ging. Dus ze zal zo wel naar buiten komen. En hij had gelijk, ze kwam naar buiten in een lichtgeel speels zomerjurkje. De vorm, haar vorm werd perfect omsloten door de lichte stof. Prachtig, dacht Sam en hij slikte.

'Katy, ga je mee?' vroeg Sam. Hij stak zijn hand uitnodigend uit en grijnsde geheimzinnig. Katy lachte en fronste.

'Wat heb je nou weer gedaan? Ik wilde in de tuin bezig.' Hij haalde speels zijn wenkbrauwen op en haalde zijn schouders op, 'maar wat is het?'

'Kom maar mee als je het echt wilt weten.'

Katy pakte zijn hand vast en samen liepen ze naar zijn auto toe. Hij fluisterde in haar oor hoe hij genoot van haar parfum. Ze reden langs de rivier. In de verte liep de kudde Herefords die ze de vorige week had gekocht en gebrand. De onverharde weg liep strak langs de oever van de rivier. Sam remde af en zette zijn auto stil.

'Hier,' zei hij en wees in de verte, 'is een prachtige plek die ik je wil laten zien.'

'Ik ken alle plekken hier al.' Zei ze en keek hem aan. Hij schudde zijn hoofd, keek haar geheimzinnig aan en glimlachte.

'Deze plek niet.'

'Hoe wil je daar komen?'

'Daar weet ik wel iets voor.' Zei hij en pakte haar hand vast. Ze begon te gloeien van zijn aanraking en liep met hem mee. Ze begon hard te lachen toen ze zag wat er op de oever lag.

'En daar moet ik in?' Vroeg ze en trok haar wenkbrauwen op. De sloep op de oever was oud en ze wist dat het ding al jaren in de schuur had gelegen. Hoe had hij dat ding in vrede hier gekregen, vroeg ze zicht af terwijl ze vol afschuw naar het verrotte hout keek.

'We passen niet samen in mijn kano.' Zei Sam. Katy schudde haar hoofd en keek argwanend naar de sloep.

'Stap maar vast in, ik duw hem er wel in.'

'Maar Sam, dit ding is zo oud en ik weet niet...'

'Het komt goed, vertrouw me.' Hij hoopte dat het goed ging.

Ze stapte in en ging op de plank zitten die als bank moest dienen. Sam klemde zijn handen om de rand van de boot en begon te duwen. Hij zette zijn lichaamsgewicht in de strijd om het logge ding het water in te krijgen. Het ging langzaam, ze voelde hoe ze langzaam achteruit geschoven werd over de keien op de oever. Het water verzamelde onder de boot en begon heen en weer te deinzen. Ze glimlachte en was opgelucht, er liep in ieder geval geen water in de boot. Sam sprong in de boot en pakte de roeispanen. Er stond een sterke stroming in de rivier en het zweet stond na een paar meter al op zijn voorhoofd.

Ze kwamen bij de overkant. Sam zei dat ze uit moest stappen. Hij sleepte het bootje op het droge en keek even om zich heen. Hij bukte en begon de sloep verder te trekken. Na een paar meter kwamen ze weer bij water. Dit water was rustig en glinsterde in het zonlicht. Ze stapte weer in en Sam duwde de boot weer het water in.

'Wat is er zo bijzonder aan de plek?' vroeg ze. Sam schudde zijn hoofd.

'Het is een geheim. Wacht maar af.'

Het duurde een paar minuten voor ze een klif ingleden, de rotsen staken over de waterkant en sloten hen in. Hangende planten reikten tot aan het water, zonlicht brak door de bladeren. Ze moest bukken voor een laaghangende tak en Sam deed hetzelfde.

'Wat is dit nou?'

'Even wachten.'

Katy zuchtte en keek omhoog, de klif was enorm.

Ze gleden door een gordijn van planten en de zon verblinde voor even het zicht. Een glimlach werd op haar gezicht getoverd door het uitzicht. Ze werden omsloten door rotsen en ze begaven zich op een meer, er was geen geluid enkel dat van water en bladeren. Boven hen vloog een vogel naar de vrijheid van de lucht. Het water was spiegelglad en schitterde als een ruwe diamant. De planten op de rotsen weerspiegelden hun schoonheid in het water. De planten die bij de klif omhoog klommen als sierlijke slingers vergroeiden in het heldere water. De lucht was fris en zoet, zo zoet. Het was alsof ze rijpe perziken kon proeven in de stralen van de zon. Honing in de zonnestralen die schitterden op het water.

'Sam... dit is...' ze zocht naar de goede woorden en keek hem aan.

'Prachtig.' Zei hij en maakte haar zin af. Ze knikte. Prachtig.

Oude Hoop [WINNAAR WE WRITE 2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu