11. Inferior

213 10 0
                                    

Maggie's POV.

Ik loop snel de kamer uit. Overal lopen wachters. Ik probeer mijn gave te gebruiken om ze te laten slapen. Maar mijn gave werkt niet. Hij werkt de laatste tijd niet meer. Dan maar op de oude manier. Ik neem de geheime uitgang. Die is er gebouwd zodat als we voor een noodgeval ongezien het kasteel uit moeten. Ik sta al snel buiten. Ik moet voor
zonsopkomst bij Hades zijn. Anders is alles voor niets geweest. Dus ik begin maar gewoon te rennen. Het duurt voor mijn gevoel eindeloos.

Maar uiteindelijk zie ik overal sneeuw. Ik begin maar gewoon rustig te lopen. Ik doe mijn capuchon af. "Dus koning Peter vindt zijn zusje belangrijker dan zijn vriendin," hoor ik achter me. "Ik ben zelf gegaan," zeg ik. "Hij weet hier niks vanaf." "Dus je miste me," zegt hij. "Ik doe dit niet voor jou maar voor Lucy," zeg ik. Ik draai me om en ze zit aan een boom vastgebonden. Ik haal de knoop eruit. Ik pak haar gezicht vast zodat ze me aan moet kijken. "Heeft hij je iets aangedaan?" Vraag ik. Ze schudt haar hoofd. Godzijdank! "Ga nu terug naar het kasteel. Stop niet voordat je er bent. Begrepen," zeg ik. Ze knikt. "En jij dan?" Vraagt ze. "Peter moest een keuze maken jij of ik. En dat wou ik hem niet aandoen. Dus heb ik voor hem gekozen," zeg ik. "Zeg tegen Peter dat hij niet naar mij hoeft te zoeken." "Waarom?" vraagt ze. "Ik bezorg jullie alleen maar problemen. En zo zijn jullie tenminste veilig," zeg ik. "Maar ik wil je niet kwijt," zegt ze. Ze laat een traan vallen. "Rennen," commandeer ik haar. Wel aardig maar alsnog als commando. Ze rent weg. Ik draai me om naar hem. "Je hebt gewonnen," geef ik me over. Hij streelt mijn wang en voor mijn gevoel versteen ik. "Wij gaan plezier maken," zegt hij.

Lucy's POV.

Ik ren maar ik kan niet zien waar ik heen ren. Het is helemaal wazig van de tranen. Ze is een zus voor me. En nu ben ik haar kwijt. Hades heeft me niks aangedaan. Gelukkig maar! Ik zie Cair Paravel. Het is bijna ochtend. Ik begin steeds harder te rennen. Ik ren ongezien het kasteel in naar de troonzaal. Ik storm de troonzaal binnen. Iedereen kijkt op. Susan, Ed en Peter rennen naar me toe. Ik heb ze zo gemist. Ze zien dat ik gehuild heb. "Heeft hij je iets aangedaan?" vraagt Peter bezorgd maar ook woedend. Ik schudt mijn hoofd. Caspian komt binnengelopen. "Maggie is weg. Ik kan haar nergens vinden," zegt Caspian. "Ze is naar Hades toegegaan om zich over te geven en mij vrij te krijgen," huil ik. Peter stikt in zijn drinken. Iedereen ziet er spookachtig bleek uit. "Waar is ze Lucy?" vraagt Peter. Ik schudt mijn hoofd. "Ik mocht niks zeggen want ze zei: Dat je niet naar haar hoefde te zoeken. Ze vond dat ze jullie alleen maar problemen bezorgde. En ze wil dat we veilig zijn en ze denkt dat, dat niet gaat met haar erbij," zeg ik. "Maar hoe kan ze dat nou denken?" vraagt Ed. "Ze heeft heel wat doorgemaakt. Doordat soort dingen ga je over jezelf als minderwaardige denken," zegt Suus.

The chronicles of Narnia: The dark princeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu