14. From a friend to an enemy

200 8 0
                                    

Maggie's POV.

De volgende dag ben ik hartstikke vrolijk. Ik heb geen idee waarom. Ik sta op en ik kleed me snel om. "Goedenmorgen," zeg ik als ik aan de ontbijttafel ga zitten. Ik ontbijt lekker mijn vruchtensalade. Het is vandaag een zonnige dag. "Wie heeft er vandaag zin om een eindje te gaan rijden?" vraag ik. Iedereen kijkt me raar aan. Ze vinden het zoiezo al raar dat ik vrolijk ben. "Zou je dat nou wel doen?" vraagt Ed."Hoezo?" vraag ik. "Vanochtend heb ik een heks gezien. Samen met Hades. Aan de rand van het bos," zegt hij. "Ik heb haar getekend." Ik kijk naar de tekening. Ik herken dit meisje. Lang zwart haar. Een zwarte jurk met een zwarte kap op. "Ik ken haar. Ze is een- ik bedoel ik dacht dat ze een vriendin van mij was," zeg ik. "Ze heet Morgause." "Ik ga wel mee," zegt Caspian. "Gezellig," zeg ik. We gaan gelijk na het eten naar de paardenstal. Ik pak Lady. Nadat ik weer ontvoerd was door Hades. Is Lady terug naar huis gereden. Ik klim op het paard. We moeten wel heel veel ridders meenemen. Zodat we goed beschermt zijn. We mogen niet zo heel ver rijden. We moeten aan de rand van het bos blijven. Opeens beginnen de paarden te stijgeren. We zijn op een slangennest gereden. "Majesteit ga terug naar de stad," zegt Caspian professioneel.

Ik rij meteen weg. Ik haat slangen. Ze zijn zo creepy! Ik zie opeens Morgause voor me staan. Ed had gelijk. Ik geef mijn paard de sporen om, om te draaien en weg te gaan. Ik vlieg opeens van mijn paard af en ik stoot mijn hoofd tegen iets aan. "Slaap maar zacht mijn koningin. Dit is misschien de laatste keer in tijden," hoor ik nog zacht. Dan hoor ik helemaal niks meer. 

Caspian's POV.

Ik zit bij de arts van het kasteel. Susan staat naast mij. Ed en ik zijn gebeten door die slangen van het slangennest. Peter komt binnengelopen. "Wat is er gebeurd?" vraagt hij. "We zijn op een slangen nest gereden. Twee van de mannen zijn gebeten," zeg ik. "En Maggie?" vraagt hij. "Ik zei dat ze terug naar de stad moest," zeg ik. "Maak de mannen klaar. Bij de eerste zonnestralen gaan we opzoek," zegt hij. Het is al donker. Dus dat wordt hem nu niet. We gaan maar gewoon slapen. Maar niemand kan slapen.

Maggie's POV.


Ik voel iemand aan mijn wang. Het kietelt. Ik doe mijn ogen open. Ik lig midden in een bos. Morgause! Ik schrik overeind. "Goedemorgen, majesteit," hoor ik achter me. Ik draai me om. Morgause zit op haar hurken achter me. Mijn polsen zitten vast en ik probeer het los te trekken. "Wat wil je van me?" vraag ik. "Ik dacht dat we een spelletje konden spelen," zegt ze. "Een spel?" zeg ik vragend. "We gaan kijken hoeveel Peter van je houdt," zegt ze. "Het zal niet werken," zeg ik. "Je onderschat zijn gevoellens," zegt ze. "Hij is niet stom," zeg ik. "Dat zien we wel," zegt ze. "Hij weet dat het een val is," zeg ik. "Dat weet hij. Maar hij zal nog steeds komen," zegt ze. Ze staat op en loopt weg.

Caspian's POV.

We zijn niet zo heel lang bezig met zoeken. We gaan maar gewoon het bos een beetje uitkammen. We zien een paard staan grazen. Een wit paard met zwarte haren. Maggie's paard. We stoppen en kijken naar het zadel. De stijgbeugels zijn doorgescheurd. Ze zijn van een soort leer. Niet zo heel sterk. We zien hoefafdrukken . “Ze gaan naar het oosten,” zegt Glenstorm. Peter geeft zijn paard de sporen. “Kom op we gaan,” zegt Peter.

The chronicles of Narnia: The dark princeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu