De zomervakantie vloog voorbij. Ik heb me voorbereid, leuke dingen gedaan met Niall en nog veel meer. Het was weer tijd om naar school te gaan. De tijd was daar en ik had er eigenlijk best wel zin in. Ik was benieuwd hoe Niall eruit zou zien in school.
Maar eenmaal op school was hij zoek, hij was weg. Ik miste hem als eerst, want we hadden afgesproken voor de deur van de school, maar hij is nergens. Misschien spijbelt hij, verslaapt hij zich of is hij gewoon te laat?
Maar hij was echt nergens te vinden. Zelfs nadat ik al mijn lessen had gevolgd. Ik vroeg het aan zijn vrienden, en ben zelfs naar Kristy gelopen. Ik snap het niet. Spijbelt hij? Is hij ziek? Hij zou komen, ik heb hem gisteravond nog gesproken. Hij zei dat hij me morgen weer op school zou zien. Kristy deed wel vreemd, maar dat deed ze altijd al, dus daar ga ik maar niet te serieus over nadenken.
Als ik thuis aankom bedenk ik mij wat ik kan doen. Huiswerk maken en leren of Niall zoeken. Ik kies voor Niall zoeken, want ik geef meer om hem dan mijn huiswerk. Ik pak mijn telefoon en fiets en begin door het dorp te fietsen. Ik kom wat mensen tegen waar ik naar Niall vraag, maar ze hebben allemaal geen idee.
Dan maar naar Niall zijn eigen huis. Ik bel aan en wacht even. Iets in mij zegt dat dit toch geen zin heeft. Hij is niet thuis, dat is duidelijk. Maar voor de zekerheid ga ik toch even kijken. Niall had mij een sleutel gegeven voor noodgevallen. In mijn ogen is dit een noodgeval. Als ik binnen sta, ga ik alle feiten even door.
Niall zijn ouders zouden pas een week na school begon thuiskomen.Niall zou mij op school zien, zei hij tegen me.
Hij beloofde niet te spijbelen.
Ik snap het niet, hij zou hier moeten zijn. Er moet iets ergs met hem gebeurd zijn als hij weg is, want dit is onmogelijk. Ik zou wensen dat er niks gebeurd is, maar ik ben bang van wel. Hij is misschien wel ontvoerd. En er is maar één iemand die dat wil oplossen, omdat ik weet dat zijn vrienden geen echte vrienden zijn. Totdat ik ineens de deurbel hoor gaan, van Niall zijn huis. Ik loop naar de voordeur, terwijl ik een plukje haar achter mijn oor doe. Als ik door het raampje kijk zie ik een onbekend gezicht. Ik open de voordeur en kijk hem verbaasd aan. “Ik ben– Wacht, wie ben jij en wat doe je in Niall z’n huis?” Vraagt hij en ik vraag me af hoe een jongen zo charmant als hem bevriend met Niall kan zijn. En ook vraag ik me af waarom ik hem nog nooit gezien heb.
“Ik ben Julia, een vriendin van Niall. Ik wilde kijken of hij hier was.” Antwoord ik zijn vraag en als het tot hem doordringt, loopt hij langs mij het huis in. Hij kijkt wat rond en klemt zijn handen in z’n bruine krullen die aan de voorkant als een soort kuif omhoog zijn gestyled. “En eh.. Wie ben jij?” Vraag ik en de lange jongen draait zich gelijk naar mij om. “Ik ben Harry, sorry.” Reageert hij en opent wat kastjes in de keuken. “Wat zoek je?” Vraag ik hem, terwijl ik naar hem toeloop. “Eten, als zijn favoriete eten hier nog ligt, dan is hij echt weg.” Legt hij uit en ik knik kort. “Ja, hier ligt het.” Zegt hij kort en ik kijk neer. “Wat nu?” Vraag ik Harry en hij schijnt na te denken.
“We gaan het bos in. Vroeger toen we klein waren, gingen we altijd naar een geheime plek en dat doen we nog steeds. Kom, pak je fiets.” Ik knik en jog het huis uit. We springen op onze fietsen en Harry leid mij de weg. Onderweg begin ik Harry vragen te stellen. “Hoe ken je Niall?” Vraag ik hem en kan het niet ontkennen hoe geweldig zijn accent is, hoewel ze hier allemaal een accent hebben, ik vind die van Harry enorm sexy. “School. Ik zie hem niet zo vaak, omdat ik aan de grens van dit stadje woon, een stukje wat niemand kent. Niall was met zijn fiets voor ons huis gevallen toen hij verdwaald was en toen heb ik hem leren kennen. Hij was toen 8 jaar oud.” Legt hij uit en ondertussen fietsen we een bos in. Het is lekker weer, dus ik heb geen probleem ermee dat ik geen jas aan heb.
“Zijn we er al bijna?” Vraag ik nadat we een tijdje hebben gefietst en het bos steeds donkerder begint te worden – wat niet aan de zon ligt. “Ja, sterker nog, het is hier rechts.” Harry remt af en ik kijk naar rechts. Ik zie allerlei takken tegen een grote boom aan staan met bladeren eroverheen. Het moet denk ik een tipi voorstellen. Daar links naast liggen wat dikke boomstammen om een vuurloos kampvuur. Ik hoor Harry teleurgesteld zuchten. “Hier is hij ook al niet.” Zegt hij en laat zijn fiets op de grond vallen. Hij loopt boos richting het kampvuur met de kring van boomstammen eromheen en laat zichzelf zakken op één van de boomstammen. Ik doe hetzelfde en loop naar Harry toe. Hij zit met zijn schoen te spelen met een klein steentje en leunt met één hand op zijn gezicht. “Zijn jullie erg goed bevriend?” Vraag ik en Harry kijkt met rode ogen omhoog. “Ja, beste.” Ik slik even, omdat ik zie dat Harry bijna aan het huilen is. Ik hoor hem even slikken voordat hij weer begint te praten. “Als Niall weg is zoals hij nu is..” Hij stopt even, omdat zijn stem kraakt. “Dan is er iets ergs aan de hand. Dat kan niet anders. Hij is altijd thuis, bij dat meer waar we net langs fietsten of hier. Of school, maar dat was allang geen optie meer.” Ik denk na. “Misschien zijn we hem wel misgelopen.” Zeg ik. “Dat kan niet, iedereen weet wanneer Niall weg is, maar iedereen weet ook gelijk wanneer hij weer gezien is.” Legt hij uit en ik maak met mijn lippen een geluidloze “oh”.
Het blijft even stil. We denken waarschijnlijk allebei na. Dat wordt verstoord door het gering van niet alleen mijn mobiel, maar ook die van Harry. Ik schrik op en graai het uit mijn broekzak, Harry doet hetzelfde. Ik zie een bericht staan van een anoniem nummer. Ik unlock mijn telefoon en lees het bericht.
Ik heb Niall, maak je geen zorgen.
JE LEEST
Paper Hearts.
Tienerfictie. “Hij had mij niet zien aankomen en daardoor draaide het hele plan om.” Niall denkt dat alle meisjes hetzelfde zijn. Hij heeft gelijk. Tenminste, alle meisjes in zijn dorpje dat afgelegen van de rest van were...