Proloog

14 1 0
                                    

AUTHOR'S NOTE: Hey iedereen, bedankt voor het lezen van mijn verhaal! Het leek me leuk om een versie van de mythe van Orpheus te schrijven waarin hij heel onzeker is, en iets meer te focussen op zijn gevoelens en gedachtes dan op de gebeurtenissen.

Alsjeblieft geen reacties met "eigenlijk, in de mythe gaat het anders". Van de Griekse mythes bestaan heel veel verschillende versies, en ik vind het leuk om er mijn eigen draai aan te geven :)

Veel leesplezier! 

~~~

'Orpheus, kun jij eens een stukje zingen?' Het was Apollonius, mijn leraar. We zaten buiten, in de schaduw van de zuilengalerij, samen met nog vier van zijn andere leerlingen.

Aarzelend knikte ik. Ik hield niet van zingen in het openbaar; dan werd ik gedwongen me heel kwetsbaar op te stellen, de klanken van mijn stem over te leveren aan de beoordeling van de luisteraars. Wat als mijn stem zou trillen of overslaan? Als ik een noot zou missen? Of erger nog, misschien zong ik wel heel vals, en deed iedereen alleen maar alsof ze het mooi vonden om me niet te kwetsen, en lachten ze me achter mijn rug om stiekem uit. Orpheus, de jongen die dacht dat hij zo mooi kon zingen, maar er in werkelijkheid niets van kon. Misschien vroeg Apollonius het alleen maar omdat hij medelijden met me had, of zodat hij me kon beoordelen, zijn vermoedens kon bevestigen dat ik hier niet hoorde, om me weg te sturen. Misschien zou hij me terug laten gaan naar mijn ouders met een briefje 'Orpheus kan er niks van. Sorry, ik heb het geprobeerd, maar hij heeft gewoon nergens talent voor. Het is een hopeloos geval. Misschien hebben ze in de steengroeve nog wat aan hem.'

Met trillende vingers sloeg ik een snaar van mijn lier aan, toen een tweede. Ik dacht aan het standbeeld van Apollo dat op het marktplein stond, probeerde me voor te stellen dat hij glimlachend op me neerkeek, me de kracht en het talent gaf die ik nodig had.

Ik opende mijn mond, sloeg nog een akkoord aan, maar twijfelde toen weer. Wat als Apollo het helemaal niet mooi zou vinden? Wat nou als hij eigenlijk beledigd zou zijn, dat ik het waagde zijn kunst te ontheiligen met mijn vreselijke stemgeluid? Ik wist zeker dat ik er niks van kon, waarom zou ik het dan nog proberen?

Apollonius knikte me bemoedigend toe. Ik ving zijn blik, zichtbare paniek in mijn ogen, en schudde mijn hoofd. Hij zuchtte en ik zag hoe zijn schouders een stukje naar beneden zakten van teleurstelling, maar hij dwong me niet om toch te zingen. Hij wees de volgende aan en ik bleef doodstil zitten in mijn hoekje, het lied dat ik had willen zingen nog naklinkend in mijn hoofd.

Stemmen (Orpheus en Eurydice)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu