Hoofdstuk 28 ~ De Ziekenzaal

32 6 13
                                    

~POV Vince~
Met veel hoofdpijn zit ik aan de afdelingstafel van Gryffindor. Het is woensdagochtend. Nikki, Bo en Luca hebben nu een blokuur Potions. Ik heb nu twee tussenuren en ik heb maar besloten om wat huiswerk te maken in de Great Hall. Van het huiswerk maken komt niet veel, omdat ik me niet goed kan concentreren door het gebonk in mijn kop. Zuchtend leg ik mijn hoofd op mijn armen en ik schrik op, als ik een hand op mijn schouder voel. 'Voel je je wel oké, Vi?' Mama zit met een bezorgde blik naast me en kijkt me aan. 'Ik heb gewoon veel hoofdpijn, meer niet,' antwoord ik en ik geef haar een zwakke glimlach. 'Heb je weer te veel gedronken?' vraagt mama en een lichte grijns is op haar gezicht te zien. 'Nee, ik heb geen ene druppel op,' mompel ik terug. 'Dan adviseer ik je om naar de ziekenzaal te gaan en madame Pomfrey je iets te laten geven voor tegen de hoofdpijn.' Ma gaat even met haar hand door mijn haar. 'Ja, misschien is dat wel slim,' zeg ik en ik begin mijn spullen in mijn tas te proppen. 'Bedankt, ma! Ik houd van je.' Ik geef mijn moeder een knuffel en ze drukt een kus op mijn voorhoofd. 'Ik ook van jou, jongen,' zegt ze terug en dan laat ik haar achter in de Great Hall om naar de ziekenzaal te gaan.

Op weg naar de ziekenzaal voelen mijn benen als pap en het verbaast me dan ook niet dat mijn benen het op een geven moment begeven. Ik weet mezelf een soort van te saven door de muur vast te grijpen, maar dat is niet genoeg. Gelukkig voel ik een paar armen me opvangen en ik kijk recht in het gezicht van een jongen die ik vaag van gezicht herken. Aan zijn gele gewaad is te zien dat hij een Hufflepuff is. 'Zo, dat ging maar net goed,' zegt hij en een lieve glimlach staat op zijn best wel knappe gezicht. 'Ja, bedankt,' zeg ik. Ik maak mezelf los van zijn grip en leun tegen de muur aan. 'Voel je je wel oké?' vraagt hij. 'Niet echt. Ik was op weg naar de ziekenzaal,' antwoord ik. 'Moet ik meelopen of...' Verder komt hij niet. Dennis onderbreekt hem: 'Vi, gaat het wel?' Dennis' arm gaat om me heen als steun en ik leun vermoeid tegen zijn schouder aan. 'Ik heb me beter gevoeld,' zeg ik met mijn ogen gesloten. 'Heb jij geen les?' 'Jawel, maar ik moest plassen en toen zag ik jou met deze gast en wilde ik weten of het wel met je ging,' vertelt Dennis en hij drukt zacht een kus op mijn slaap. 'Ik wilde net naar de ziekenzaal gaan, maar mijn benen begaven het en toen heeft deze jongen ervoor gezorgd dat ik niet viel,' zeg ik en ik kijk hem even aan. 'Bedankt,' zegt Dennis met een oprechte glimlach en de jongen wuift het weg. 'Geen probleem. Ik ga maar weer eens, want ik denk dat je geen hulp meer nodig hebt,' antwoordt de jongen en hij ziet er een beetje teleurgesteld uit als hij wegloopt.

'Die dacht dat er meer te halen viel,' zegt Dennis lachend, terwijl we hand in hand naar de ziekenzaal lopen. 'Ja, jammer voor hem ben ik al bijna drie jaar bezet,' zeg ik en ik druk een kus op Dennis' wang. 'Mine for almost three years,' fluistert Dennis in mijn oor en dan glimlachen we naar elkaar. Bij de ziekenzaal aangekomen, duw ik de deur open en meteen komt madame Pomfrey onze kant opgelopen. 'Wat kan ik doen voor jullie, heren?' vraagt ze. 'Ik heb nogal hoofdpijn en mijn benen voelen als pap,' leg ik uit. 'Zijn benen begaven het ook net,' voegt Dennis eraan toe. 'Ga maar op een bed liggen, meneer Lupin, dan zal ik u wat drankjes geven, zodat u snel weer de oude bent,' zegt madame Pomfrey en ze loopt weer weg naar haar kantoortje om wat drankjes te pakken. Ik trek mijn gewaad uit en mijn trui over mijn hoofd en schop mijn schoenen uit, waarna ik in één van de bedden ga liggen. Dennis schuift een stoel naast mijn bed, gaat erop zitten en pakt mijn hand vast. 'Drink dit maar op. Over een paar uur moet je het nog een keertje drinken en als het goed is, voel je je dan weer helemaal oké,' zegt madame Pomfrey en ze geeft me een beker aan. Zonder erbij na te denken, ruik ik er eerst even aan, maar dat had ik beter niet kunnen doen. 'Godver, dat stinkt,' mompel ik en ik knijp mijn neus dicht tegen de stank. Dennis lacht me uit. Als straf laat ik hem ook aan de beker ruiken en hij moet nog net niet kotsen. 'Nou, proost dan maar,' zeg ik en ik giet in één keer het drankje naar binnen. Een rilling gaat door mijn lichaam als ik het heb doorgeslikt en dan geef ik de beker weer aan madame Pomfrey.

Our Story ~ After the Battle Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu