Wolken, eenhoorns en verdwenen brieven

48 2 0
                                    

Ik zet de picknickmand zachtjes neer en hoor de borden en het bestek rinkelen. Ward gooit het geruite deken over het gras in de schaduw. Het begon stilletjes aan warmer te worden dus hadden we besloten naar ons plekje te gaan waar ik ooit in Ward zijn koffer was gekropen. Zo was ons avontuur begonnen. Als het alleszins ooit gebeurd was. Ik laad de spullen uit de picknickmand en besluit een hapje te nemen van één van Ward zijn chocoladekoekjes. Stiekem stak ik eentje in zilverpapier in mijn jas voor Roos. Die had ze nog te goed van mij. Wanneer we ons eindelijk wat genesteld hadden op ons dekentje, keken we naar de wolken terwijl we genoten van het eten dat we meehadden. Ik voelde hoe de vragen prikkelden op mijn mond maar ik durfde ze niet uit te spreken. Ward zou gek worden en weglopen terwijl ik dit moment echt niet wilde verpesten. Enerzijds vond ik het moeilijk bij hem te zijn. De gedachte dat we verloofd waren geweest deed me pijn en naar hem kijken maakte dit gevoel nog ondraaglijker. Anderzijds wilde ik bij hem zijn en het gevoel hebben dat we voor altijd samen zouden zijn.
Ik nam nog een koekje en wees naar een wolk die leek op een eenhoorn. Wanneer ik mijn hand terug op het dekentje legde voelde ik Ward zijn hand onder de mijne, maar hij trok zich weg. Iets in mij brak, maat ik probeerde het te verbergen.

'Hoe heb je die koekjes kunnen meesmokkelen zonder dat je vader het wist?', vroeg ik terwijl ik mijn trillende stem onder controle probeerde te houden.

'Gewoon meegenomen uit de koekjestrommel in de kast', zei hij droogjes.

Hij had overduidelijk geen zin in een gesprek en ik wilde niet de moeite doen hem aan het praten te krijgen. Zo bleven we hier een tijdje liggen naar de wolken starend maar geen van ons beiden wees naar eentje. Terwijl ik duizend figuren zag kon ik ze niet met één woord beschrijven. Ik voelde me haast leeg. Als een tank die moet bijgevuld worden met liefde in plaats van benzine.
Ik kruip terug recht en steun op mijn handen. Ik grabbel een laatste koekje uit de picknickmand en begin alles op te ruimen. Ward keek zelfs niet eens naar mij of stond niet op om me te helpen. Dit moment werd te gênant en ik besloot te vertrekken. Tot ik een hand rond mijn been voel. Ward had zich aan me vast geklampt maar liet me meteen weer los.

'Wat is er met je aan de hand?', vroeg hij verward. Dit keer keek hij me aan, alsof hij door mijn ziel heenkeek.

'Dat kan ik beter aan jou vragen'.

Ik neem de mand op en laat Ward achter met zijn dekentje. Ik keek geen enkele keer om laag ik wist dat hij toch niet naar me staarde. Hij had zich gewoon terug neergelegd. Filosoferend over de vraag die ik hem gesteld had. Hij wist het antwoord maar delen was een ander verhaal.
Ik had besloten maar wat rond te wandelen en te genieten van de lentebriesjes. Wanneer ik een paar straten verder was, dacht ik dat ik Roos herkende. Het kleine roodharige meisje stond aan de hoek van een oud gebouw dat vroeger de bibliotheek was. Ik zet het op een rennen en roep mijn zusje haar naam maar hoe dichter ik kom, hoe verder zij van me weg loopt. Uiteindelijk kom ik uitgeput aan in een steegje waar ze was ingelopen. Ik weet niet waarom, maar iets zei me dat het Roos was. Wanneer ik de eerste stappen in het donkere steegje zet, hoor ik een kat sissen en wegrennen. Mijn hart ging als een gek tekeer. Was Ward hier maar. Uiteindelijk besloot ik het op te geven en het meisje niet meer te achtervolgen. Dit steegje zag er gewoonweg te louche uit. Maar voor ik me kon omdraaien zag ik dat er een blad tegen mijn been was aangewaaid. Het blaadje bibberde hevig van de wind maar voor het weer wegvloog kon ik het opvangen. Het was compleet verfrommeld. Na een tijdje prutsen kreeg ik het open en ik grote drukletters stond er mijn naam geschreven. Het was de brief die Roos in mijn koffer had gestopt toen ik naar de academie vertrok. Ik mocht hem niet lezen voor ik gearriveerd was. Maar toen ik mijn koffer terug vond was de brief erin verdwenen.

Lieve Diana,

Ik en papa gaan je heel erg missen. Papa heeft me al een triljoen keer verteld dat dit voor je eigen goed is. Maar toch kan ik het niet begrijpen. Ik zal de dagen aftellen met een aftelkalender die ik zelf gemaakt heb. Als je terug komt geef ik je de dikste knuffel ooit en wie weet maak ik wel een verassing.

Ps: Vergeet die chocola niet!

Je allerliefste en beste zusje ooit,

Roos (en papa heeft deze brief echt niet verbeterd!)

Het enige wat er op dat moment door mijn hoofd spookte was dat ik bewijs had. Bewijs van ons bizarre avontuur. Hoe dachten ze dit geheim te kunnen houden? Ik transformeerde toch? Ik probeer de halsketting te zoeken die ik gevonden had maar deze was spoorloos verdwenen. Hij hing niet rond mijn nek wat betekende dat ik ieder moment mijn gedaante kon aannemen. Ik prop de brief in mijn jaszak en zet het op een rennen naar huis. Als iemand te weten kwam wie ik was, dan was ik er geweest. Ik was een voortvluchtige voor de leden van Felidi. Wat maakte dat ik achtervolgd kon worden. Of wie weet speelde mijn familie onder één hoedje met hen. Ik begin duizelig te worden van al dat denken. Door mijn tranen heen zag ik amper de weg nog en de wereld begon stilletjes te draaien. Voor ik het wist voelde ik de koude grond door mijn kleren heen.

Felidi: de toekomstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu