Ik rende als de wind die zachtjes in mijn oren fluisterde. Ren Diana, ren. Uiteindelijk liep ik zo hard dat ik dacht dat ik zweefde. Ik werd meegedragen door de stroming van de zachte wind tot ik in een bloemenveld belandde. Ik hief mijn rode lange jurk op en rende tussen de madeliefjes door op weg naar een donker bos aan de rand van het bloemenveld. Mijn gedachten wilden niet dat ik ernaar toe rende want het zag er vrij gevaarlijk uit maar mijn voeten hielden niet op met gaan. Als ik arriveerde aan de rand van het bos woelde ik mijn blote voeten voor de laatste keer door de aarde en ik begon door het bos te rennen. Dennennaalden prikten in mijn voeten maar toch voelde ik ze niet. Vreemd genoeg bleek ook mijn jurk niet te haken in de griezelige takken. Deze wereld was bizar en een moment lang wist ik niet zeker of ik droomde of dit realiteit was.
Uiteindelijk kwam ik terecht in een open veld met alleen een eik in het midden. De stam was zeker vijf meter dik en het had iets sprookjesachtig. Dit was het enige lichtpunt in het het bos waarbij een beetje licht van de zon toch de grond kon bereiken. De rest was beangstigend donker. Ik wilde plaats nemen en genieten van de straaltjes zonneschijn, tot er een figuur achter de boom verscheen. Hij droeg een mantel met een kap waardoor ik niet kon herkennen wie hij was. Ik keek eerst goed of hij niet bewapend was en wandelde daarna pas naar hem toe. Hij stak zijn hand naar me uit die ik aannam. Hij drukte me tegen zich aan en legde zijn hand op mijn heup. Met zijn andere hand hief hij zijn kap op en ik herkende Ward zijn gezicht. Hij drukte zijn lippen tegen de mijne, die smaakten naar chocola. Ik genoot van onze kus en warmde helemaal op. Hij duwde me het gras in en kwam bovenop me liggen. Hij drukte nog snel een vluchtige kus op mijn voorhoofd. Maar wanneer ik mijn ogen terug opende, zag ik dat het niet Ward maar Tony was. Ik wilde onder hem uit kruipen, maar hij hield me tegen. De boom die eens zo mooi was verschrompelde en het begin te onweren. De lucht werd beangstigend donker. Ik moest hier weg, maar ik zat muurvast. Tony kuste me plots op de lippen en daarna opnieuw in mijn nek. Mijn gedachten wilden dat ik me terugtrok, maar toch hield ik hem niet tegen.Ik schrok wakker en ging recht zitten. Mijn vingers raakten mijn lippen aan. De eerste gedachte die mijn hoofd te binnen schoot was dat ik Ward verraden had. Ik probeerde mezelf te kalmeren door te beweren dat het allemaal maar een droom geweest was. Dromen zijn bedrog Diana. Dat moet je altijd onthouden.
Wanneer ik weer opgelucht kon ademhalen besefte ik wat er gebeurd was, ik was geopereerd. Ik probeerde met mijn tenen te wiebelen en tot mijn geluk had ik weer gevoel in mijn benen. De geneeskunde was erop voorruit gegaan had de rolstoelman mij nog verteld voor de de operatiezaal hadden ingereden. Vroeger konden ze kanker helemaal niet bestrijden en mensen die verlamd waren konden nooit meer lopen. Gelukkig dat ik niet meer in de tijd van mijn grootmoeder leefde.
Het geklop op de deur verried dat de dokter zou binnen wandelen, maar het was de rolstoelman. Hij had de zuster bij zich die had geholpen bij de operatie.'Ik zie dat je al terug wakker bent. Volgens de zuster zou je morgen alweer de oude zijn. Alleen moet je nu even bewijzen dat je terug kan lopen', zei de rolstoelman. Ik moest dringend zijn naam weten. Hij had me al heel het gebouw doorgeloodst zonder enig probleem. Ik zou deze 'gids' dankbaar moeten zijn.
De zuster begeleidde me uit bed en ik probeerde mijn eerste stappen te zetten. Het ging zonder moeite en eventjes daarna kon ik al zonder problemen de gang heen en weer bewandelen. Uiteindelijk moest ik wel terug naar het ziekenbed in plaats van naar mijn familie, maar morgen was al vrij dichtbij dus ik had niets te klagen. Behalve over het eten dan. Ik kreeg een soort van milkshake met alle vitaminen erin gemixt. Blijkbaar was dit goedkoop en hiel toch bij het versterken van je lichaam en het binnenkrijgen van de nodige vitaminen. Iedereen dronk het in Felidi, behalve ik. Hoe vaak ik het ook probeerde, keer na keer spuwde ik het telkens terug uit. Uiteindelijk had de zuster me aardappelpuree en wat vlees gegeven.
Net voor ik wilde gaan slapen, waar ik vrij bang voor was want ik wilde niet opnieuw dromen over Tony, kwam mijn familie toch nog opdagen. Roos had enkele bloemetjes geplukt uit een bloempot die ze gevonden had in de fabrieksloods en mijn vader omhelsde me en huilde van geluk. Ik wilde meehuilen maar ik was te moe om nog een traan te laten. We bespraken uiteindelijk nog over wat er de komende weken was gebeurd en wat er nog met ons moest gebeuren. Hoe het ging met Ward en zijn vader, want blijkbaar hadden ze het bijgelegd en waren ze in tranen uitgebarsten. Deze plek was het beste wat ons was overkomen. Ik zou waarschijnlijk nu kunnen trouwen met Ward zonder problemen en we hadden geld genoeg voor een enorme bruiloft als ik koningin werd. Bovendien had Ward het eindelijk bijgelegd met zijn vader. Meer kon ik niet wensen dan mijn familie en vrienden gelukkig te zien. Ik omhelsde hen voor de laatste keer en daarna viel ik in slaap. Ik had het gevoel dat ik deed keer wél goed zou dromen.
JE LEEST
Felidi: de toekomst
De TodoWe zijn het jaar 2114, honderd jaar later sinds Lieze, koningin van Felidi, ontdekte dat ze een halftijger was. Sinds haar dood, loopt alles uit de hand. Haar drie zonen en dochter waren verdwenen van de aardbodem en geen enkele andere troonopvolger...