In een koele stilte arriveren we. Wanneer de auto amper stil staat zie ik Ward er uit springen en woedend wegwandelen. Voor ik uitstapte genoot ik van het uitzicht. Het was een onbekende stad die ik niet kende en mensen wandelden rustig heen en weer in de sneeuw. We werden amper opgemerkt. In de verte hoor ik een bel gaan en zie stroompjes mensen uit een school rennen, blij dat ze naar huis mogen.
'Is dat die school? Het is maar gewoontjes', zeg ik terwijl ik naar de rennende kinderen wijs.
'Nee, het is veel groter dan je denkt, geloof me'. Ik zie hoe Tony in zijn achteruitkijkspiegel naar me kijkt. Hoopvol.
Ik stap uit en bewonder de stad. Het lijkt misschien vreemd, maar het was het mooiste wat ik ooit gezien had. In het midden stond een kerstboom zo groot als een flatgebouw en versierd met lichtjes. Ik ren meteen gillend van plezier het plein op terwijl iedereen verward naar me kijkt. Maar het kon me niet schelen. Overal waren winkeltjes met uitgestalde artikelen. Zelfs chocoladefonteinen met alles erop en eraan. Waar was ik in terecht gekomen? De hemel? Ik zie hoe Ward naar het levensechte stalletje staart. Maria en Jozef zwaaien naar hem maar hij zwaait niet terug. Kinderen cirkelen rond hem op weg naar de Kerstman maar hij negeert ze. Ik ren in mijn armzalig en koude kleren naar hem toe en omarm hem langs van achteren. Ik voel hoe zijn ketting rond mijn nek bungelt. De herinnering aan thuis was pijnlijk. Ze waren waarschijnlijk ongerust want ik had hen al dagen geleden beloofd te bellen. Ik voel een traan opkomen. Meteen draait Ward zich om en houdt mijn heupen vast. Hij trekt me dichter tegen zich aan en voel zijn lichaamswarmte.
'Weet je nog dat ik bij je thuis was?', fluister ik tegen hem zodat alleen hij het kan horen.
'Natuurlijk weet ik dat nog en dat zal nog wel even in mijn hoofd blijven zitten'.
'Je wilde me iets vragen maar toen kwam je vader binnen. Ik vraag me nog steeds af wat je wilde vragen'.
'Diana, je bent degene die zelfs mijn donkerste kant kent en moeite doet om zelfs die naar boven te halen. Want zonder donker is er geen licht en zonder goed geen kwaad. En zonder jou zou ik niet bestaan...'.
'Wat wil je zeggen?'. Ik kijk in zijn ogen en zie iets totaal anders dan de hoop die ik bij Tony zag.
'Ik hou van je'. Nadat hij die woorden uitgesproken had, ging hij op één knie en probeerde op de grond de balanceren. Uit zijn zak kwam een klein zwart doosje eruit dat hij open klikte. In de schittering van de kerstlichtjes zie ik dat het de groene ring van Smaragd van zijn moeder was, 'wil je met me trouwen?'.
Nu wist ik waarom hij in zijn zak zat te prullen in de auto toen Tony over zijn moeder begon. Ik weet niet wat ik moet zeggen, zijn we niet te jong? Ik weet wel dat in onze stad mensen op hun achttiende trouwen maar wij? We hadden amper een relatie gehad. Maar we waren vrienden voor het leven en misschien wilde ik ook wel meer dan dat. Meteen flitsten beelden van ons beiden voorbij. Samen spelend in de kinderspeeltuin terwijl Ward zandtaartjes voor me maakte en enkele jaren later toen we op straat speelden en het eerste bomalarm afging in onze stad. Direct had Ward me omhelsd en gekalmeerd. Hij wilde me beschermen. In een ander beeld zag ik hoe we samen op het bankje zaten, ons geheime plekje. We praatten over de meest vertrouwelijke dingen. Of hoe we samen hand in hand wegrenden voor zijn vader ons kon ontdekken. Waren we niet altijd al een koppel geweest zonder dat we het beseft hadden?
'Ik...' ik sla een hand voor mijn mond en laat mijn tranen vrij, 'ja...'. Meteen springt Ward op en neemt mijn beide handen vast. Langs eentje schuift hij de ring van zijn moeder om mijn vinger.
'Je maakt me de gelukkigste man ter wereld Diana'. Voor ik het goed en wel besef voel ik hoe we dichter naar elkaar toe worden getrokken en plant een kus op zijn lippen. De kerstboom, de mensen en het kerststalletje verdwijnen rond om ons heen terwijl ik verdrink in zijn kus. Ik warm helemaal op vanbinnen en besef dat dit de mooiste dag van mijn leven moest zijn.
Maar deze werd direct verbroken. Ik hoor het geschreeuw en gegil van mensen en trek me los van hem. In de verte zie ik rook opstijgen en voor ik het weet zitten we terug in de auto van Tony. Hand in hand.
JE LEEST
Felidi: de toekomst
RandomWe zijn het jaar 2114, honderd jaar later sinds Lieze, koningin van Felidi, ontdekte dat ze een halftijger was. Sinds haar dood, loopt alles uit de hand. Haar drie zonen en dochter waren verdwenen van de aardbodem en geen enkele andere troonopvolger...