Het hart van Felidi

39 3 0
                                    

We arriveren in een verlaten straat met ruïnes en oude fabrieksgebouwen. Ik voel hoe Ward in mijn hand knijpt en me probeert gerust te stellen. Dit was een totaal andere kant van de stad. Het was erg om te zeggen maar het leek een beetje op thuis. Ik voel dat de auto zachtjes uitrolt op een oude parking en Ward begeleid me uit de auto. We volgen Tony naar de achterkant van het gebouw, maar het enige wat ik vind is een oude boom zonder blaadjes en een klein pleintje bezaaid met een mengeling van sneeuw en zout. Ik zie hoe Tony de achterdeur intrapt en een trap verschijnt die naar beneden loopt. Het was pikkedonker daar beneden en ik twijfelde of ik hier wel mee verder wilde. Wie verplichtte me bovendien dit doen? Maar voor ik het goed en wel besefte liep ik al op de trappen naar beneden. Tony had me een zaklamp gegeven en had bedrukt naar mijn ring gekeken maar ik had het genegeerd. Hoe langer ik in zijn buurt was, hoe meer ik van hem moest walgen. Wanneer we beneden arriveerden klikte Tony het licht aan en zijn vrienden snelden meteen naar de oude toestellen die overal stonden. Bedekt onder het stof. Dit was duidelijk een laboratorium geweest. We klimmen in enkele seconden weer een trap op de terug eindigt op een deur. Wat was deze plek? Maar wanneer we boven zijn, weet ik waar we zijn. In het hart van Felidi, mijn grootmoeders rijk als ik Tony geloven mag. Twee deuren, waarvan de verf is afgekladderd met een meisje en een sleutel, gaan vanzelf voor ons open. Meteen deins ik achteruit tegen Ward. Tijgers, panters en jaguars renden heen en weer met zwart geklede mensen aan hun zijde. Het was op één of andere manier een oude koffiebar en op een totaal andere manier een plek waar gekke magische dingen gebeurden. Ik voelde me gelukkig, alsof ik echt thuis was. De geschiedenis had hier geleefd en dat voelde ik. Ik wil rondrennen en dansen alsof ik een gek geworden hertje was, maar Tony hield me tegen.

'Doe alsof je hier al jaren bent geweest. Als ze weten wie je bent dan is de kans groot dat er een oorlog uitbreekt'.

'Maar...'

Meteen slaat hij zijn hand voor mijn mond en wandelt op zijn dooie gemakje de zaal binnen. Ik probeer mezelf te kalmeren maar hoe meer ik me wil aanpassen in deze omgeving hoe duidelijker het wordt dat ik hier niet hoor. Mensen staren me aan alsof ze een geest hebben gezien en ik slik. De woorden van Tony galmen door mijn hoofd. Was ik zo belangrijk voor ze? Ik voel terug de vertrouwde hand van Ward in de mijne. Hij moest hetzelfde gedacht hebben. Ook zijn moeder was iemand die hij nooit echt compleet gekend had en het leek alsof hij wakker werd geschud uit een droom. Of eerder een zwart gat waarin hij gevallen was gevallen en er moest zien uitkruipen door informatie te verzamelen.

Nu merk ik pas dat de gang verdacht leeg was. Overal hingen oude schilderijen die er waardevol uitzagen. Op eentje herken ik een vrouw met een tijgergezicht en twee ietwat jongere kinderen die een tweeling lijken. Maar voor ik er nog bij stil kon staan sleurt Tony me verder.

'Waar ben je mee bezig?', fluister ik.

'Voor we Felidi kunnen vertellen dat we een troonopvolgster hebben, moeten we bewijzen kunnen tonen dat je haar kleindochter bent. Bovendien moeten ook weten of Ward echt de kleinzoon is van Thomas. Zo ja, dan mag hij hier een opleiding volgen en zelfs in de raad van zes zitten'.

'Ik denk dat ik het begrijp', is het enige wat ik weet uit te brengen.

We wandelen door naar een ander laboratorium dat me lichtjes angst inboezemt. Ook Ward, mijn verloofde (heerlijk om dat te zeggen), zag er niet erg blij uit toen hij de vreemde apparatuur zag.

'Wie gaat als eerste?'

'Hangt er vanaf wat we moeten doen? Gaat het zeer doen?', hoor ik Ward vragen achter mij.

'Ik zou liegen als ik nee zei'.

Meteen kijkt Ward naar mij en bijt op zijn lip: 'Dan ga ik als eerste'. Ik weet dat hij me opofferde voor mij maar dit voelde gewoon niet goed.

'Wacht! Kan je bewijzen dat dit veilig is?'.

'Daar zul je zelf moeten achter komen want geen van ons draagt het gen buiten jullie twee misschien'.

'Diana, dit is voor ons eigen goed'. Ik zie zijn ogen trillen, alsof ze willen huilen maar ze kunnen niet.

'Ward...ik ken je, je zou nooit iets aannemen als je het fijne er niet van wist, zelfs als de mensheid er vanaf zou hangen'.

'Behalve als het voor jou is'.

'Wie verplicht ons dit te doen eigenlijk?'. Ik kijk kwaad richting Tony die meteen terug deinst, 'We kunnen gewoon naar jou school gaan en doen alsof er niets gebeurt is'. Maar ik heb mijn zin amper uitgesproken of ik voelde iets scherps langs mijn keel glijden.

'Niemand gaat hier weg!' Nu had ik pas door dat David mes tegen mijn keel houdt. Ik hoor zachtjes hoe Ward mijn naam schreeuwt alsof het een klein achtergrondmuziekje was, 'Je gaat ons bewijzen dat je haar kleindochter bent of je zult hier ter plekke sterven'.

Felidi: de toekomstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu