Op de loop

37 2 0
                                    

Geen moment aarzelde ik en trok Ward mee. Het maakte niet uit naar waar we renden, zolang het maar ver weg was van die gekke secretaresse. Als we uiteindelijk arriveren in een kleine bezemkast haal ik opgelucht adem. Het interesseerde me niet of de grond vuil mocht zijn of een rat voorbij zou lopen, opstaan kon ik niet meer.

'Ik wil hier geen seconde langer blijven', hijg ik.

'Geloof me, dat wil ik ook. Uit de grond van mijn hart. We zouden kunnen vluchten, trouwen en kinderen krijgen. Een zorgeloos leven hebben. Maar ik denk dat we een klein detail vergeten Diana'.

'Wie zegt dat we dat zorgeloos leven van je niet kunnen leiden?'

'Geen van ons weet wat we moeten doen met onze transformaties. Bovendien moet ik misschien nog transformeren. Hoe gaan we dit controleren in het openbaar? Als iemand ons ontdekt moeten we telkens verhuizen om weer een normaal leven te leiden. Laat staan dat onze kinderen het gen ook kunnen dragen'.

'Je hebt gelijk. Zit er toevallig nog een goed plan in dat hoofd van je?' Ik draai gefrustreerd met mijn verlovingsring. Ik had tot nu toe nooit spijt gehad dat ik verloofd was met hem.

'We moeten er gewoon zien achter te komen hoe de halftijgers hun transformatie onder controle kunnen houden. Van zodra we dit weten vluchten we hier weg alsof dit allemaal een droom was'.

'Vind ik een geweldig plan'.

Ik kwam al hijgend recht en duwde de deur van de bezemkast lichtjes open. De gang was leeg en donker. Niemand te bespeuren. Ik kon nog steeds niet begrijpen waarom niemand het raar vond dat we renden als gekken. Maar laten we eerlijk zijn. Deze plek is gewoonweg te gek voor woorden. Ik grijp een borstel in mijn handen en geef ook eentje aan Ward. Ik duw de deur open en steek de borstel onder mijn jas. Ward volgt mijn voorbeeld en neemt zijn gewone gangetje weer aan. We komen weer op een drukke plaats en het valt me op dat niemand echt naar elkander kijkt. Misschien waren ze de routine hier beu. Ik sla de gang af naar het centrum met de koffiebar maar Ward en ik hadden meteen door dat de rust verdwenen was. Mensen renden als gekken door elkander. Ik voel hoe Ward zijn vingers in de mijne vlocht om me bij te kunnen houden en ik probeer me te verstoppen tussen de mensenmassa. Zelfs een blinde zou zien dat ze naar ons opzoek zijn. We bereiken het slaapzaal gedeelte in we kruipen kamer 500 binnen. Mijn 'toegewezen' leegstaande kamer. Ik mocht geluk hebben dat ze open stond. Waarschijnlijk verwachtte iemand dat ik de sleutel had en de deur wel op slot zou doen.

'We hebben een nieuw plan nodig', hijgt Ward uitgeput. We hadden niet meer zo gelopen sinds we in de mijn waren.

Maar ik luister niet en wandel af op de glinsterende diamanten die op het bed lagen. Twee halskettingen waarin de kleuren van een witte en oranje tijger kleurden. Ik nam ze op en liet ze tussen mijn vingers bundelen.

'Ik heb een plan', zei ik trots, 'ik zie ongeveer elke halftijger met zo een halsketting rond lopen. Iemand moet het klaar gelegd hebben omdat ze wisten dat we nieuw waren en in deze kamer zouden intrekken'.

'Het lijkt me eerlijk gezegd met verdacht Diana'.

'Maakt mij voorlopig niet uit. Ik weet wel één ding zeker. Ik ga hier geen minuut langer blijven. Desnoods ontsnappen we uit dat kleine raam boven ons bed'.

'Er zitten tralies voor?', grinnikte Ward.

'Ik zei desnoods. Toch moet er hier ergens een uitgang zijn waardoor we niet langs de koffiebar hoeven'.

Plots hoorden we een klop op de deur. We staren elkander aan en meteen volgt er een nog hardere klop.

'Wie is daar?', hoor ik Ward zeggen met een extra lage stem. Hij wilde niet herkend worden maar dat wilde niet zeggen dat zijn imitatie niet hilarisch was. Ik moest mijn best doen mijn lach in te houden. Verkeerde moment Diana. Verkeerde moment.

'Doe de deur open of wij rammen hem in!'

Dat was het laatste wat ik hoorde voor een enorme flits de kamer verlichtte en iets zwaars tegen mijn hoofd terecht kwam.

Felidi: de toekomstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu