T W I N T I G

526 45 2
                                    

Van alle dingen die hij zich voor die avond had voorgesteld was deze bizarre ontmoeting er geen van. Jessie McGary. Calum voelde dat Cecilia net zo verstijft erbij stond als hij. Ze zouden de hele avond met haar moeten doorbrengen! Hoe overleef je zoiets, vroeg hij zich hopeloos af. 'Cecilia! Dit is Jessica, ze gaat ook naar jullie school.' Riep mevrouw Clark opgetogen terwijl ze naar Jessie toe liep en een arm om haar schouders heen sloeg. 'Jessie.' Mompelde ze. Mevrouw Clark keek Jessie niet begrijpend aan. 'Noem me maar Jessie.' Verduidelijkte ze. Cecilia's moeder glimlachte en keek op naar haar dochter. 'Gaan jullie drie alvast naar de eetkamer, dan komen de volwassenen er zo aan.' Er verscheen een vieze uitdrukking op Jessie's gezicht bij het wordt "volwassenen". Stiekem kon Calum er wel om lachen, maar hij onderdrukte de nijging om dat te doen. Mevrouw Clark liet Jessie's schouders los en liep vervolgens met de "volwassenen" naar een ruimte aan de linkerkant van de hal. Even viel er een ongemakkelijke stilte waarin iedereen maar een beetje om zich heen keek om oogcontact te vermijden. Jessie ademde diep in en kwam in beweging. Ze liep richting de doorgang naar de volgende ruimte aan de rechterkant van de hal waar Calum vandaan was gekomen. 'Ehh wat ga jij doen?' Vroeg Cecilia bazig waarbij haar stem oversloeg. Jessie keek verbaasd naar haar om. 'Tja, als jij me niet laat zien waar de eetkamer is moet ik hem denk ik zelf maar gaan zoeken. Dit geeft jullie ook even tijd om een onder onsje te hebben, dus maak je niet druk, neem de tijd.' Antwoordde ze luchtig. Toen het geluid van Jessie's hakken weg gestorven was keerde Calum zich tot zijn vriendin. 'Wist jij dat zij werd uitgenodigd?' Vroeg hij dringend. Cecilia schudde afwezig haar hoofd. Daarna legde ze haar hoofd in Calum's nek en zuchtte diep. 'Eggh, dit kan niet waar zijn. Jessie McGary in mijn huis.' Jammerde ze. Uit de ruimte waar de ouders in waren verdwenen klonk luid gelach. Een paar minuten later kwamen de twee zakenpartners en hun vrouwen de ruimte weer uit en staken de hal over naar de eetkamer. 'Cece liefje, gaat alles goed?' Vroeg mevrouw Clark bezorgd toen ze haar dochter verslagen in de armen van Calum zag staan. Eindelijk liet Cecilia Calum los en keek haar moeder met een flauw glimlachje aan. 'Ja, ja, niks aan de hand.' Haar moeder knikte en voegde zich weer bij de rest. Toen ook hun voetstappen verdwenen waren opende Cecilia haar mond weer. 'Sleep me hier doorheen oké? Ik trek het anders niet.' De uitdrukking op haar gezicht zei genoeg over hoe ze zich eigenlijk over Jessie voelde. Ze was bang. Calum legde troostend zijn hand op haar wang. 'Hey wat is er nou, waar ben je bang voor.' Hij probeerde zo optimistisch te klinken als maar kon. Natuurlijk had hij ook geen zin om de avond met Jessie en haar pleegouders door te brengen, maar hij had geen keus. Hij moest er dan maar het beste van maken. Cecilia reageerde niet meteen. Wanhopig keek ze om zich heen en zuchtte. 'Ik... ugh... ze uhh... ik vertrouw haar gewoon niet.' Jammerde ze. Calum snapte niet precies wat ze bedoelde. Niemand vertrouwde Jessie, maar Cecilia leek het op een andere manier te bedoelen. 'Hoe bedoel je?' Cecilia keek weer weg en dacht lang na over wat ze wilde zeggen. Toen herinnerde Calum zich Cecilia's jaloerse blik van die ochtend. 'Maak je maar geen zorgen, Cece. Ik vind jou leuk, niemand anders.' Zei hij zacht. Cecilia keek hem lang aan en knikte vervolgens. 'Jo, komen jullie nog? De "volwassene club" wordt ongeduldig.' Calum en Cecilia schrokken op door de onverwachte onderbreking. Jessie stond in de opening naar de eetkamer geleund. 'Zo te zien hebben jullie er net zo veel zin in als ik.' Calum bekeek haar onopvallend van top tot teen. Hij had haar er nog nooit in een nette elegante jurk gezien of met opgestoken haren. Zijn mond viel bijna open van verbazing, maar hij weerhield zichzelf daarvan. Toen Jessie en haar pleegouders waren gearriveerd had hij nog niet goed naar haar gekeken, daarom viel het hem nu pas op. Met veel tegenzin gaf hij in gedachten toe dat ze er mooi uit zag. Meteen daarna verbande hij die gedachte van zijn hoofd. Cecilia ziet er prachtig uit, zei hij in gedachten tegen zichzelf. Niet Jessie... Een schuld gevoel vormde zich in zijn maag. Hoe vaak hij het ook tegen zichzelf zou zeggen, het zou niets aan zijn werkelijke mening veranderen. Ondertussen had Cecilia zich van hem los gemaakt. Ze pakte zijn hand en liep met geheven hoofd naar de eetkamer. Uit zijn ooghoek kon Calum nog net zien dat Jessie haar ogen rolden.

Bad Reputation || Calum Hood || UNFINISHEDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu