T W E E Ë N T W I N T I G

598 45 6
                                    

Joy Hood sloeg haar ochtendjas dichter om zich heen terwijl ze bezorgt uit het keukenraam keek. Het was pikke donker buiten. Haar buurmeisje was letterlijk weggerend van huis en haar zoon was daar bij betrokken geraakt. Ze maakte zich zorgen om Jessie. Wie weet wat er tegenwoordig in de nacht buiten gebeurd, dacht ze. Het arme kind zwerft rond in niets meer als een badjas. Joy wilde er niet aan denken wat er met het meisje gebeuren kon. Klik. De waterkoker borrelde nog wat na, maar het lampje was uitgegaan. Met een zucht pakte Calum's moeder de waterkoker van zijn stuk en liep ermee naar de woonkamer die gevuld was met een klein aantal gasten. In de hoek naast de televisie zat een man rond de dertig voorovergebogen met zijn handen tegen zijn voorhoofd. Zijn schouders stonden gespannen en zijn donkere ogen staarden afwezig naar de vloer. Joy kreeg het gevoel dat Jeremy wist dat de situatie erger zou kunnen zijn dan het in eerste instantie leek. Een weggelopen tiener... het was niet iets buitengewoons. Joy herinnerde zich uit haar jeugd nog dat dat soort dingen vaak gebeurde, maar meestal keerde de weggelopen tiener na een paar uur hooguit een dag weer terug. Dit keer zou het heel anders aflopen, had ze het gevoel. Jessie McGary was onvoorspelbaar en gewend om haar eigen boontjes te doppen. De zorgelijke, gespannen houding van Jeremy gaf haar een bevestiging.

Op de bank voor de televisie zat een man met zijn arm om zijn vrouw heen geslagen. Derrick Murray mompelde zachtjes in de hoop zijn vrouw, Ashley, wat troost te brengen. Calum had zijn moeder volledig ingelicht over alles wat er die avond gebeurd was. Tijd voor teleurstelling in de acties van haar zoon tijdens het etentje bij de familie Clark was er niet. Joy kon Jessie maar niet uit haar hoofd krijgen. Stilletjes schonk ze een aantal kopjes thee in en verdeelde die onder haar gasten. Haar man die klaar wakker leek te zijn kwam de kamer binnen en ging naast zijn vrouw staan. Hij had een zakelijk blik in zijn ogen en zijn mond was samengedrukt tot een rechte lijn. Het was een houding die Joy bewonderde aan haar man. Een houding die hij altijd aan nam wanneer er nood aan de man was. Hij kon objectief naar de situatie kijken en heldere beslissingen nemen. 'Toch vind ik dat we de politie moeten inschakelen.' Zei hij zachtjes tegen zijn vrouw. 'Niemand weet waar ze tot toe in staat is of waar ze überhaupt naar toe kan zijn gegaan. Is het niet handiger om het aan hun over te laten in plaats van twee tieners?' Joy zuchtte vermoeid en verlaagde haar stemvolume. 'Lieverd... ik vertrouw onze zoon hiermee. Jessie heeft nogal wat aanvaringen gehad met de politie en Calum denkt dat we het probleem alleen maar groter maken als we ze erbij betrekken.' Meneer Hood snoof onverschillig. Joy wist dat haar man niet een grote fan was van Jessie McGarry en daarom het liefst niet persoonlijk betrokken wilde raken in deze situatie. Maar hij wist dat het ging om de veiligheid van een zeventien jarig meisje die alleen de nacht in was gevlucht en wilde toch op een bepaalde manier helpen. 'Te voet kan ze niet al te ver hier vandaan zijn.' Voegde Joy er hoopvol aan toe. Gehaaste voetstappen klonken op de trap en een ogenblik later verscheen hun zoon in de doorgang naar het halletje van de voordeur. 'Luke is er.' Meldde hij. Alle ogen in de kamer waren nu op hem gericht en een dodelijke stilte viel. Hij draaide zich om en opende de voordeur. Er werden wat woorden gewisseld en even later verscheen een slungelige blonde jongen in de woonkamer. Joy kende Luke als Calum's trouwe vriend, een stille, verlegen maar slimme jongen. Zijn bril stond een beetje schuin op zijn neus en zijn haar zat flink door de war. Normaal gesproken vond Joy het grappig hoe ongeorganiseerd en onhandig Luke soms over kwam, maar vanavond kon ze even nergens de humor van inzien. 'We laten wat van ons horen wanneer we haar gevonden hebben.' Zei Calum. 'En als er een probleem is.' Ashley Murray stond op van de bank en liep naar de twee jongens toe om ze te bedanken. Calum had een raar gevoel in zijn maag. Een tweestrijd nam voor het grootste deel zijn gedachten in beslag. Hij en Jessie waren niet eens vrienden... toch? Waarom zou hij haar helpen? Ze wil toch niet gevonden worden, laat staan door mij, dacht hij. Maar hij zag de bezorgdheid van het gezelschap in zijn woonkamer en kon het niet helpen om zich een beetje schuldig te voelen. Als hij Jessie niet zo had zitten opjutten tijdens het etentje bij Cecilia thuis, was er misschien nu niks aan de hand. Maar waarom zou ze zijn weggerend? Jessie kwam wel vaker in de problemen en geen van alle keren rende ze weg. Waarom nu wel? Calum herinnerde zich de blik op haar gezicht toen ze die nacht langs zijn huis rende en stopte. Er was een flits van aarzeling geweest voordat ze weer die ondoordringbare blik in haar ogen kreeg en doorrende. Mevrouw Murray reikte Luke een kleine sporttas aan. 'Voor als je d'r vind... zodat ze iets heeft om aan te doen.' Zei ze zacht. Luke nam de tas aan en sloeg het hengsel over zijn schouder. Voordat hij en Calum door de voordeur verdwenen gaf Joy haar zoon een stevige knuffel, alsof ze wist dat hij lang weg zou blijven. 'Doe voorzichtig, lieverd.' Fluisterde ze in zijn oor. Calum's vader gaf hem een bemoedigend knikje en legde zijn hand op Joy's schouder. 'Kom je?' Luke stond al bij het tuinhek op hem te wachten. Joy liet haar zoon los en keek hem na tot hij in de lichtblauwe Volkswagen Polo was gestapt en de straat uit reed.

Bad Reputation || Calum Hood || UNFINISHEDWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu