Voorzichtig draaide Calum aan het stuur en keek in zijn zijspiegel. Zijn zevenentwintigste rijles zat er bijna op. Die middag zou hij samen met Ashton en Anna naar het strand gaan, waar hij best wel zin in had. Hij wilde even zijn telefoon neer kunnen leggen en gewoon niet hoeven te reageren. Vanochtend had hij al zeker elf sms'jes gekregen waarin hem gevraagt werd om af te spreken of naar een feestje te gaan. Het was al zo'n tijd geleden dat hij met Ashton had afgesproken dat hij op geen van de berichtjes had gereageerd. Eigenlijk had hij het liefst alleen met hem afgesproken, maar Ashton en Anna leken bijna onafscheidelijk. Hij hoopte alleen dat ze niet zo klef zouden doen als hij erbij was. Een kleine golf van jaloezie kwam omhoog toen de gedachte bij hem opkwam. Ze hadden alle tijd om met elkaar af te spreken en niemand die hen kon storen. Voor Calum zou dat anders zijn. Als hij een vriendinnetje had, zou het "nieuws" zich als een lopend vuurtje de ronde doen. Veel vragen zouden hem gesteld worden, veel opmerkingen, roddels en jaloerse meiden. Daarnaast had hij het erg druk met zijn extra schoolvakken en voetbal dat er weinig vrije tijd over bleef. Dus het was niet echt het perfecte moment om een relatie met iemand te hebben. Toen de zwarte lesauto netjes in het vak van de parkeerplek stond zette Calum de motor uit en keek naar de instructeur naast hem. De oude man krabbelde iets op zijn notitieblok en stapte toen uit om te kijken hoe de auto in het vak stond. Calum klikte zijn gordel los en stapte daarna ook uit. 'Netjes hoor.' Mompelde de instructeur toen hij naar hem toe liep. 'Dat was het dan weer voor vandaag.' Calum gaf de man een hand en wachtte tot hij aan de bestuurderskant instapte. Het duurde even voordat hij de motor startte en weg reed. Calum draaide zich om naar zijn huis. Door het keukenraam kon hij zijn moeder zien staan met een trotse glimlach op haar gezicht. Grijnzend stak hij zijn duim naar haar omhoog als een teken dat het goed ging. Terwijl hij het pad naar het huis opliep keek hij nonchalant op zijn horloge. Tien voor één. Over tien minuten zouden Anna en Ashton er zijn om hem op te halen.
Negen minuten later hoorde Calum een luide toeter. Hij liep naar zijn kamerraam en zag Ashton's oude, donkerrode Jeep in het parkeervak staan waar hij negen minuten eerder zelf nog had ingeparkeerd. Een grijns verscheen op zijn gezicht. Hij herinnerde zich nog de dag dat Ashton die Jeep kocht. Hij was ooit van zijn oom in South Carolina geweest. Ashton nam toen een aantal extra bijbaantjes zodat hij zo snel mogelijk die Jeep over kon kopen. De reis naar South Carolina duurde lang, maar gelukkig bracht zijn vader hen en konden ze onderweg slapen. De heenreis duurde ongeveer acht uur, gelukkig mochten ze een nacht bij Ashton's oom en tante blijven slapen. De dag daarna reden Ashton en hij in de Jeep terug naar Florida met zijn vader achter hen aan. Het was een gezellig maar vermoeiend weekend geweest. Calum deed snel een wit shirt boven zijn groene zwembroek aan en liep de trap af. Ashton toeterde nog drie keer voordat Calum naar buiten kwam. Anna verplaatste zichzelf naar de achterbank zodat hij makkelijker kon instappen en op de bijrijdersstoel zitten. Calum legde zijn strandhanddoek over zijn schouder en jogde naar de Jeep. De radio stond hard aan op de gewoonlijke Rock zender. Hij herkende de klanken van All The Small Things van Blink-182 toen hij het portier open deed en op de bijrijdersstoel neer plofte. 'Goed nummer.' Zei hij meteen. Ashton keek hem enthausiast aan. 'Duh, het is een Blink nummer.' Antwoorde hij lachend terwijl hij Calum vriendschappelijk op zijn schouder sloeg. 'Heb er echt naar uitgekeken om met z'n drieën rond te hangen, weet je?'
'Ja ik ook, lang niet meer gedaan.' Zei Calum terwijl hij zijn gordel vast maaktte en de Jeep in beweging kwam. Hij opende zijn mond om nog iets te zeggen, maar Anna was hem voor. 'Oké Calum, ik heb je hulp nodig.' Giechelde ze. 'Je moet eerlijk zeggen wie er gelijk heeft.' Calum draaide zich om in zijn stoel zodat hij met zijn rug tegen het portier aan zat en zijn beide vrienden kon zien. 'Ashton en ik hadden een discussie...' Ze onderbrak haar zin met een giechiel. Ashton begon schaapachtig te grijnzen. 'Hij zegt dat orka's geen walvissen zijn, maar dat zijn ze wel toch?' Maakte Anna snel haar zin af voordat een volgende giechel uit haar mond kon ontsnappen. 'Nee zo zei ik het niet!' Verdedigde Ashton zichzelf. Calum rolde grijnzend met zijn ogen. Een discussie over walvissen? 'Ik zei, het is niet eerlijk dat orka's walvissen worden genoemd want echte walvissen hebben geen andere naam dan walvis. Ik bedoel...' Ashton die even over zijn schouder naar zijn vriendin had gekeken richtte zijn blik op de proestende jongen naast hem. 'Dat is toch zielig voor de echte walvissen?' Calum keek even naar de verbaasde "Het is toch zo?" blik op Ashton's gezicht. Het was zo typisch iets voor hun om daar een discussie over te hebben. Ashton richtte zijn ogen weer op de weg, maar veranderde niet van gezichtsuitdrukking. 'Ash... Orka's zijn walvissen, ongeacht of dat zielig is voor de "echte" walvissen of niet.' Lachte Calum. 'Ha! Precies! In. Your. Face. Ik win!' Riep Anna blij uit. Ashton deed zijn mond open om te protesteren, maar sloot hem weer toen Anna hem een snel kusje op de wang gaf. 'Ik vind het zielig.' Mompelde hij zachtjes. Calum schudde lachend zijn hoofd en keek uit het raam.
![](https://img.wattpad.com/cover/14288993-288-k529490.jpg)
JE LEEST
Bad Reputation || Calum Hood || UNFINISHED
Fanfiction'Jij bent zo lastig om te begrijpen weet je dat?' Zei hij, ookal wist hij dat het haar niks kon schelen. *WAARSCHUWING: grof taalgebruik