Links, rechts, links, rechts, links, rechts. Voet voor voet, razendsnel bewegend, liep Caitlynn verder het bos in. Ze volgde Aidens in een wit T-shirt gestoken rug en probeerde hem niet uit het oog te verliezen, maar de bomen stonden soms zo dicht op elkaar dat ze hem af en toe even niet meer zag. Ze hoopte maar dat die beschutting anderzijds ook in haar voordeel zou werken en dat hun achtervolgers hun spoor zouden kwijtraken.
Na een tijdje lopen durfde ze het eindelijk aan om achterom te kijken. In de verte hoorde ze geroep en geschreeuw, maar ze hadden blijkbaar terrein gewonnen en de bewakers achter hen gelaten, want er was niemand te zien.
'Aiden,' hijgde Caitlynn. Ze had steken in haar zij en haar benen deden een helse pijn, maar ze bleef achter hem aan strompelen. 'Volgens mij zijn we ze kwijt.' Een beetje aarzelend voegde ze daaraan toe: 'Kunnen we alsjeblieft even stoppen?'
Aiden vertraagde zijn pas en stopte toen. Hij leunde zwaar tegen de stam van een oude plataan, met gesloten ogen. Caitlynn zag onmiddellijk waarom: de linkerkant van zijn shirt was doorweekt van het vele bloed dat uit de wond in zijn zij opwelde en zijn hand leek in een vuurrode handschoen gestoken. Ze kon niet geloven dat hij met zo'n wonde nog zo lang door had kunnen rennen.
'Ga zitten,' beval ze de jongeman. Tot haar grote verbazing deed hij meteen wat ze zei en gleed langs de dikke stam omlaag. Hij ademde moeizaam in en uit en Caitlynn hurkte bezorgd naast hem neer en duwde zijn hand wat opzij, zodat ze de wonde kon bekijken. Zijn shirt plakte aan zijn huid, maar ze slaagde erin het omhoog te trekken en hapte toen geschrokken naar adem.
Het zwaard had zijn zij doorboord. Er zat een lang, smal gat in zijn vel, waar constant bloed uit opborrelde, en er was geen centimeter huid meer te zien onder de kleverige, rode laag. Caitlynn wenste dat ze de vooruitziende blik had gehad om een tas met wat spullen mee te nemen, maar helaas had ze daar in haar haast niet aan gedacht. Ze zouden nu best wat verband of ontsmettingsalcohol kunnen gebruiken.
'Blijf hier,' mompelde ze, wat totaal overbodig was omdat Aiden zo toegetakeld was dat hij niet overeind zou kunnen komen nu hij eenmaal was gaan zitten. Caitlynn liep gauw weg en bukte zich een eindje verderop, waar de grond groen zag van het mos. Met haar nagels trok ze de zachte plantjes uit de grond. Vroeger zou ze zich zorgen hebben gemaakt om haar netjes gemanicuurde nagels en het feit dat die nu bruin zagen van de aarde, maar op dit moment kon het haar niets schelen. Ze wilde Aiden gewoon zo goed en zo kwaad als kon helpen.
Met haar armen vol mos liep ze terug naar Aiden en liet alles op de grond naast hem vallen. Ze nam een handvol beet en trok zijn shirt, dat weer naar beneden was gezakt, opnieuw omhoog. Voorzichtig drukte ze het mos tegen de wonde.
'Aaah,' kreunde Aiden. Caitlynn keek naar hem op en zag dat hij zijn ogen stijf dicht had geknepen en zo hard op zijn tanden beet dat het leek alsof hij ze wilde breken. Ze legde voorzichtig een hand op zijn schouder, in een troostend gebaar. Zijn huid was warm en nat van het zweet. 'Rustig maar,' mompelde ze. 'Het komt wel goed.'
Ze kon niet zeggen dat ze ook zelf in die woorden geloofde.
Ze was nog steeds bezig met het schoonmaken van de wond, toen ze opeens geluiden hoorde. Verschrikte keek ze op. Haar ogen schoten heen en weer op zoek naar tekenen van leven, van de bewakers die al dan niet dichterbij waren gekomen. Ze zag niemand, maar de stemmen die ze hoorden - en de woorden die ze schreeuwden - waren niet mis te verstaan.
'Kom op, blijven zoeken! Ze kunnen niet heel erg ver zijn, de jongen is gewond!' riep een zware en hese stem. Caitlynn kon de onmiskenbare woede die in zijn woorden doorklonk heel duidelijk horen.
'Dood de jongen, laat de prinses leven,' zei iemand anders. Deze stem was rustiger, beheerster. Ze stelde zich er een vriendelijk, open gezicht bij voor, ookal waren de woorden nogal onheilspellend.
JE LEEST
Save the tramp
RomansaDit verhaal speelt zich af in het kleine stadje Tolosa, gelegen in het land Auburn, dat al jarenlang onderdrukt wordt door de koning en zijn gevolg. De wacht bestaat uit sterke mannen die er niet voor terugdeinzen om aan te vallen en alles zullen do...