De Eekhoorn en de Mier

61 3 0
                                    

Daar zaten ze dan weer, met zijn vieren aan de gigantische tafel bij Ruben Nicolai thuis. Dit keer niet zo belachelijk ver uit elkaar als de laatste keer dat ze er waren, toen de avondklok net aangekondigd was, maar een stuk dichter bij elkaar. Ruben, Ruben en Tijl zaten in een mooie driehoek, met Richard aan de kop van de tafel. Het was misschien niet strikt anderhalve meter, maar de mannen hadden elkaar toch al geknuffeld vandaag, dus het kwaad was al geschied. Het heeft dan geen zin meer om de schijn op te gaan houden.

Tijl was de dag ervoor vader geworden van een prachtige dochter. Na een spannende keizersnee was zijn dochtertje Dédéé gelukkig gezond ter wereld gekomen. Zij en Markell lagen nu nog in het ziekenhuis, de oudere meiden waren bij hun moeder en Faas was bij een oppas. Tijl had heel even een paar uur vrij om met zijn vrienden de podcast op te nemen.

Natuurlijk hadden beide Rubens Tijl een dikke felicitatie-knuffel gegeven. RubenN had hem ook een kus op zijn wang geven. Lief, maar ook een beetje onwennig, omdat RubenM en Richard er ook bij waren. Normaal deden ze het dan niet, maar vandaag, om de nieuwste toevoeging aan Tijls gezin te vieren,  moest het gewoon.

Ruben Nicolai had zich goed voorbereid op deze podcast. Hij had gisteren de hele avond nieuwsfeiten zitten zoeken die memorabel genoeg waren om over 16 jaar nog steeds te weten. Én hij had een heel mooi verhaal uitgekozen om voor te lezen voor Dédéé, iets dat hij haar van harte toewenste, en dat was een vriendschap voor haar die net zo zou zijn als tussen hem zelf en haar vader; zo hecht dat ze een leven zonder elkaar zich niet zouden kunnen voorstellen.

Het was een warm gesprek dat ontstond in de podcast, vol vreugde en liefde voor elkaar en voor het nieuwe leven dat hun groepje zomaar binnengekomen was. Een echte dochter voor Tijl en een bonusdochter voor de Rubens. Het was zo'n gesprek dat je warme gevoelens geeft als je het voert, en ook wanneer je ernaar luistert. Ruben genoot ervan. Tijl genoot ervan. Richard en RubenM genoten er ook zichtbaar van.

Toen was het tijd voor het verhaal dat Ruben Nicolai had uitgezocht voor Dédeé. Hij las het voor vanaf zijn laptop. 

Toen draaide de eekhoorn zicht naar de mier toe en vroeg: ' Kun je mij ook wegdenken, mier?'  'Jou?'  De mier sprong overeind, zweefde even ondersteboven door de lucht en plofte op de grond neer. Hij bleef op zijn rug liggen dacht heel diep na, fronste alle rimpels die hij op zijn voorhoofd had, zwaaide met al zijn poten en voelsprieten en zei toen zachtjes 'Nee, jou niet.'  ' Ik jou ook niet,' zei de eekhoorn. De mier draaide zich op en ging weer naast de eekhoorn zitten. 'Wij kunnen elkaar niet wegdenken,' zei hij. 'Alles kan. Maar dat niet.'

Af en toe keek Ruben heel even op, om te kijken of zijn tafelgenoten nog aan het luisteren waren, en telkens zag hij ze meer en meer geboeid luisteren. De stilte om hem heen werd steeds stiller, steeds eerbiediger. Het was ook een prachtig verhaal. Ruben had het uitgezocht omdat het verhaal hem deed denken aan Tijl en hemzelf. Hij wenste Dédeé net zo'n vriendschap toe als dat hij met Tijl had. Diep, warm, af en toe verwarrend maar onvoorwaardelijk. Ze konden elkaar niet wegdenken. 

Daarna zeiden ze niets meer en keken naar het water, waaruit de karper af en toe verbaasd zijn kop omhoogstak, om zich heen keek en verdween. Zo zaten ze die dag bij elkaar. Ze voelden zich vredig en heel tevreden, of eigenlijk meer dan dat. Gelukkig. Maar het was nóg meer dan dat. Ze wisten er geen woord voor te bedenken. Ze schoven dicht tegen elkaar aan en dachten na. De dag ging voorbij en het werd avond. De maan kwam op en de eekhoorn en de mier keken naar de zilveren schittering op het water, dat zachtjes tegen de oever vlak voor hun voeten klotste. In de verte begon de nachtegaal te zingen, en niet ver van hen probeerde de kikker iets ingewikkelds te kwaken, wat hij die dag had bedacht. 

Ruben keek weer even naar Tijl en glimlachte heel even naar hem. Hij wist dat hij de volgende woorden uit de grond van zijn hart en uit zijn tenen zou voorlezen. Hij wilde dat Tijl dat zou weten. 

Ze schoven nog iets dichter tegen elkaar aan en de eekhoorn zei: 'Ik weet het. Dat woord is ja.'  ' Ja,' zei de mier, 'dat woord is het. Ja. Laten we dat tegen elkaar zeggen.' En ze zeiden ja tegen elkaar.

Ruben keek op en keek recht in Tijls ogen. Hij zag dat Tijl aan het vechten was tegen de tranen, maar hij zei het toch, oprecht, tegen zijn vriend. 'Ja.'

Ruben keek op en zag tegenover zich RubenM vechten tegen de brok in zijn keel. Bij Tijl waren nu een paar tranen ontsnapt, die over zijn wangen naar beneden drupten. Ruben voelde instant het warme gevoel binnen in zijn hart verdubbelen, met iets extra's... een diepe, diepe liefde voor zijn vrienden. Zijn eigen emoties kwam ook opeens knalhard zijn lichaam binnen. Voor het voorlezen had hij ze uit kunnen zetten, maar nu hij zijn vrienden zo zag, werd dat opeens heel moeilijk.

Met een brok in hun keel en geluidloze tranen sloten ze de podcast af. RubenM had zijn hand al op Tijls been gelegd om hem iets te troosten en RubenN voelde zich daar een licht jaloers bij. Maarja, RubenM zat nu eenmaal dichter bij Tijl.

Zodra de microfoons uit waren, vonden Rubens ogen die van Tijl. Woordeloos communiceerden ze. Dat verhaaltje dat Ruben net gelezen had, vertelde hun eigen verhaal. Hun eigen vriendschap. Ze konden elkaar niet wegdenken, ze voelden zich gelukkig als ze samen waren, dicht bij elkaar. Het raakte hen allebei.

Tijl stond op. Ruben volgde een factie van een seconde later. Coronaregels konden het even schudden. Ze vielen elkaar in de armen en omhelsden elkaar stevig. En loslaten was er even niet bij. Dat kon niet.

Tijl sloot zijn ogen en liet zijn emoties gaan. Ruben hield hem stevig vast en liet ook zijn eigen tranen lopen. Het mocht. En God, wat hielden ze veel van elkaar.

"Ja", fluisterde Tijl in Rubens oor, als antwoord op het verhaal dat Ruben hem had voorgelezen.

Er klonk een geluid dat leek op een snik uit Rubens keel terwijl hij knikte. "Ja", fluisterde hij terug.

De wereld om hen heen was even vergeten. Ze waren vergeten dat RubenM en Richard nog in de kamer stonden. RubenM kende hun geheim, en Richard vertrouwden ze ook wel.

Wat ze niet zagen, was de brede, vertederde grijns op het gezicht van RubenM terwijl hij naar zijn vrienden keek. Hij keek opzij, naar Richard, die met eenzelfde blik zat te kijken, maar ook met lichte verbazing. RubenM had al zo'n voorgevoel wat er zou gaan gebeuren en voelde een lichte trots in zichzelf. Richard zou vanaf nu worden meegenomen in het geheim.

Hij stootte Richard aan en zond hem een wetende blik, een samenzweerderige blik, en wees toen met zijn hoofd richting Ruben en Tijl, alsof hij wilde zeggen "Let op, kijk wat er gaat gebeuren."

En net op het moment dat ze allebei weer naar Ruben en Tijl keken, gebeurde het. Ze zagen hoe Ruben en Tijl iets uit elkaar bewogen en toen weer naar elkaar toe, zeker van hun zaak. Hun lippen vonden elkaar in een lieve kus. Kort, maar lang genoeg om te bezegelen wat ze net aan elkaar beloofd hadden. De 'ja' die hun bijzondere vriendschap nog maar eens bevestigde.

Richard keek er een beetje raar bij. Dit had hij niet aan zien komen.

RubenM tikte hem aan. "Zeg er maar niets van. Dit is hun manier", verklaarde hij zacht. "Dit doen ze al zo lang als dat ik ze ken. Hun vriendschap werkt op een niveau waar wij met ons hoofd niet bij kunnen. Dit is hun geheim, en nu weet jij het ook.", vervolgde RubenM knipogend.

Richard knikte maar. Hij keek nog eens verbaasd naar Ruben en Tijl, maar die lieten elkaar inmiddels rustig los.

RubenN liep gelijk naar de keuken om glazen en wijn te halen. Tijl liep terug naar de tafel. RubenM stond op om Ruben te gaan helpen. Hij had nog wat lekkers bij zich. Zo konden ze even op adem komen. Het was een intense en emotionele podcast geworden. Maar oh wat een mooie! 

Random Tuby OneshotsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu