De Kapper en de Prins

133 4 0
                                    

Geinspireerd op de scène met de zoemer in Leeuwarden, 31-03-2022 (zie filmpje hierboven), rond 6.50 minuten en verder.

Idee: Anita        Uitwerking: Simone

---------------

Het was een impulsactie, zoals altijd op het podium. Scènes samen met Ruben Nicolai hadden altijd dat gevaar bij Tijl. Als ze samen speelden, dan werd het geheel altijd tot hogere hoogten getild. Ookal was deze scène wat ingewikkeld qua opzet en wat onsamenhangend, Tijl was trots op de twist die hij gebracht had en de hilarische verwarring die dat weer had opgeleverd, ondanks alles.

Het publiek wist niet van zijn bonzende hart, elke keer als Ruben naar hem keek. Ze hadden geen idee van de vlinders die telkens weer door zijn lijf heen fladderden als Ruben hem aanraakte, al was het maar op zijn schouder, of licht bij zijn hand. En ze hadden geen idee van Tijls grootste wens, waar vele wetten en praktische bezwaren zijn droom in de weg stonden. Ze hadden geen idee van de ring die al maanden in zijn zak brandde, die hij niet durfde te geven, omdat hij bang was voor alle schade die hij zou aan kunnen richten.

Maar was Ruben dat niet waard?

"Luister. Het is niet dat je een racistische kapper bent. Het is niet dat je een erotische kapper bent..." Tijl wist nog niet goed waar hij heen wilde met deze afslag.

"Maar wat is het dan?!", riep Ruben dramatisch.

Tijl keek naar zijn vriend. Zijn hart bonkte zich uit zijn borst. Misschien was nu het moment wel, hier op het podium. Zou hij... durfde hij het aan? Hij keek naar zijn Ruben. De tijd leek af te remmen. Hij voelde zijn hart bonken. Boemboem. Boemboem. Rubens hoofd draaide langzaam richting Tijl, totdat hun ogen elkaar vonden, die van Ruben vragend, die van Tijl vol spanning. Hij ging het doen. Al zijn moed raapte Tijl bij elkaar en zette een stap naar voren, dichter naar Ruben toe. Ze waren nu zo dichtbij dat hij Rubens deodorant kon ruiken. De vertrouwdheid van die geur maakte Tijl iets lichter in zijn hoofd.

"Eigenlijk... ben jij een prins", begon Tijl zijn verhaal. Het was de bedoeling om die insteek te gebruiken voor zijn eigen doel.

ZOEMMM

Tijl sloot zijn ogen in frustratie. Niet nu. Patrick mocht overal om zoemen, maar niet hier.

Ruben had duidelijk ook door dat Tijl iets speciaals van plan was. Hij schudde zijn vuist naar Patrick en zei iets in de richting van dat Patrick een lul is. Tijl gaf hem daarin volmondig gelijk.

Maar Tijl hoorde het allemaal maar half. In Tijls hoofd viel het podium weg, de zaal weg, en waren Ruben en hij in een Sound-of-Music achtige omgeving met groene grasheuvels, vioolmuziek en Edelweiss. Ruben had opeens prachtige prinsenkleren aan en hijzelf, zelf zag Tijl er ook uit als een knappe prins, met een kroontje op zijn hoofd en een prachtig, 3-delig pak inclusief zo'n chic sjaaltje.

In slow motion rende Ruben op hem af, en Tijl op Ruben. Dat er een irritant zoemer-geluid klonk, dat waren de bijen die vrolijk zoemden in de lentezon. Tijl omhelsde Ruben, zíjn Ruben, pakte zijn handen en keek diep in de prachtige blauwe ogen van zijn vriend, die door de lentezon nóg blauwer leken dan dat ze altijd al waren. "Wat ben je prachtig", verzuchtte Tijl. Ruben glimlachte verlegen. "Weet je nog, die keer dat we samen op een van deze grasheuvels lagen, hand in hand, kijkend naar de sterren?", vroeg Tijl hem. Ruben knikte. Tijl vervolgde, "Toen al voelde ik zo veel liefde voor jou, Ruben." "Ahw Tijl, wat lief!", glimlachte Ruben. Tijl knikte en gebaarde dat Ruben even stil moest zijn. "Nu zijn we zo veel jaren verder, en ik weet het nog steeds zeker. Ruben, jij bent mijn ware Prins."

De blik op Rubens gezicht was er een van stille shock, maar ook een nieuwsgierigheid die Tijl de moed gaf om meer te zeggen. "Wat ik zeggen wil, Ruben. Jij bent mijn beste vriend, mijn maat, en ik kan en wil niet meer zonder je. Nooit meer." Tijl zonk op één knie. Hij haalde de ring uit zijn vestzak, ademde diep in en zei "Lieve Ruben, al jaren kennen we elkaar en houden we van elkaar zoals niemand anders dat doet. Nu wil ik dat je voor altijd de mijne wordt. Ruben Iskander Nicolai, wil je met me trouwen?"

De shock op Rubens gezicht veranderde in een brede glimlach, terwijl tranen van blijdschap in zijn ogen sprongen. Zijn hand ging voor zijn mond terwijl hij knikte. Nauwelijks hoorbaar kwam er een kleine "ja" uit zijn mond.

"Wat zei je?", vroeg Tijl met een zenuwachtige trilling in zijn stem.

"JA!", riep Ruben, en hij sprong Tijls armen in. Hun lippen vonden elkaar in een diepe, dankbare kus.

Tijls hart maakte twee sprongen en een salto. Ruben, zijn Ruben, wilde voor altijd bij hem zijn!

Dus waarom droeg Ruben opeens een bril, en had hij het overhemd van Patrick aan? Wat was dat nare zoem-geluid?

------

Tijl knipperde met zijn ogen. Hij stond weer op het podium met Ruben, die iets riep over Patricks shirt.

Zijn hart zonk als een baksteen. Het was een dagdroom geweest, een wilde fantasie, in de luttele seconden dat Ruben met Patrick in gevecht was geweest. Hij had Ruben niet ten huwelijk gevraagd. Nog steeds niet. Zijn plan was weer gesaboteerd door Patrick. Dit was weer niet het juiste moment, de juiste plek of de juiste timing.

Tijl trok zichzelf weer naar het nu. Hij moest verder spelen. Met zijn prins, die dus nu geen prins meer mocht zijn. Jammer. Maar hun tijd zou nog wel komen, vandaag of morgen.  

Random Tuby OneshotsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu