Daar liepen we dan. In het donkere bos. 'Waar kunnen we naar toe?' Vroeg ze aan me. Ik dacht na. Misschien konden we bij Kay naar binnen. Of Sanne, die zou ik wel om praten. 'We kunnen misschien naar Sanne, of naar Kay.' Zei ik voorzichtig. Ik zag een pijnlijke frons op haar voorhoofd komen. 'Ik weet nog wel andere mensen.' Zei ik snel er achter aan. Ze keek naar de grond voor haar voeten. Wat moest ik doen? Ik was hier zo slecht in! Ik had wel duidelijk een gevoelige snaar geraakt. Een beetje ongemakkelijk sloeg ik mijn arm om haar middel. Ze stond stil en viel huilend in mijn armen. Zou ze altijd zo reageren wanneer ze iemand heeft vermoord? Vast niet, dit zal komen doordat ze gewoon niks meer heeft, op mij na dan. Wat een egoïstische klootzak ben ik weer. Het lijkt alsof ik haar express zo ongelukkig wil zien.
Terwijl haar tranen blijven stromen wrijf ik troostend over haar rug heen en druk ik een kusje in haar haar. Haar haar rook muf en was een beetje vettig maar dat was logisch. Ze keek omhoog. 'Wat moeten we nou?' Vroeg ze zacht en snikkend. Ja, wat moesten we nou? 'Ik moet jou helpen, dat is één ding wat zeker is. Jij moet zorgen dat ze je gaan vergeten.' Zei ik. 'Ja, hoe dan?' Vroeg ze meteen. 'Probeer mij nou eens uit te leggen hoe die mensen een facking seriemoordenaar gaan vergeten!' Haar stem klonk fel maar tegelijk strijdloos. Ze was uitgeput van alle inspanning, van het moeten vluchten. Alles overviel haar. Ze was al twee keer aangevallen in dit bos. Twee keer hebben ze haar geprobeerd neer te schieten, ze hebben gefaalt. 'Dat kan je niet.' Concludeerde ze voor haarzelf. Ik knikte maar. Ik kon het inderdaad niet en ik zou het ook niet proberen. Ik voog haar wangen droog met mijn hand en keek haar aan. 'Ik zal bij je blijven, voor altijd.' Zei ik tegen haar. Vanaf dat moment leek alles in slow-motion te gaan. Ik hoorde iets, een knal, een schot van een geweer. Nog twee knallen. Drie kogels afgevuurd. Isabell keek te laat om terwijl mijn spieren bevroren leken. Ik vervloekte mezelf terwijl ik een kogel door haar been zag gaan. Plots overviel een hevige pijnscheut me. Aan de zijkant van mijn buik voelde ik iets kriebelen ondanks de hevige pijn. Ik keek erna. Bloed stroomde naar beneden. Ik drukte instinctief met mijn hand erop en keek naar Isabell. Mijn mooie Isabell. Als ik had kunnen reageren, was ik voor haar gesprongen. Ik zag schaduwen op ons afkomen en Isabell begon te schreeuwen terwijl ze op de grond viel. Grote lichamen drukten haar op de grond en vervolgens mij. Alles ging weer in normaal tempo maar mijn lichaam bleef in één houding staan. Terwijl de gigantische lichamen Isabell optilde kwam er beweging in mijn lichaam. Ik voelde de adrenaline stromen door mijn bloed heen en ik had plots de kracht van een getrainde vechter. Natuurlijk was ik een vechter, getraint en al, maar deze kracht voelde beter. Ik sloeg de gigantische lichamen van me af en stormde richting Isabell. Te laat. Ze lag bewustenloos in hun armen. Ik kwam er niet verder doorheen en voor ik er erg in had werd ik opnieuw tegen de grond aan gedrukt. Ik probeerde me omhoog te trekken door de lichamen heen maar dat mislukte. Ik had gefaalt. Gefaalt als beschermer maar ook als vriendje. Ik had gefaalt. Dit zou ik nooit meer goed kunnen maken met mezelf. Misschien zou ik haar nooit meer terug zien... Een zwarte deken viel over me heen en verduisterde alles wat ik zag. Mijn zintuigen vielen uit en ik verloor zelfs mijn houvast aan de tijd. Ze hadden me totaal in hun macht, zo moet Isabell zich ook voelen. Totaal geen begrip voor wat er gebeurt. Wakker zijn maar niks voelen, ruiken, zien en proeven. Al onze zintuigen verdoofd. Het bleef in mijn hoofd hangen. Vergiftiging. Wat kon het zijn? Hoe zou ik me hieruit moeten redden? Hoe moet ik Isabell hieruit redden? Eerst mezelf redden voor ik haar kan redden.
JE LEEST
BadAsh
HorrorDeel 2 van de trilogie. Deel 1: Isabell Deel 3: Hel returns (niet voltooid) -- His name is Ashton, you better call him BadAsh. Ashton is een achttien jarige puber die nog thuis woond. Hij heeft veel verschillende karrakters. Zo is hij het ene...